Noten, gezond en lekker

0

Noten bevatten veel voedingsstoffen, vitamines, mineralen en vezels. Daarnaast bevatten ze ook veel vet. Dit zijn vooral de gezonde, onverzadigde vetten. Verwerk de noten in een salade, saus, yoghurt, gebruik ze als vleesvervanger of eet gewoon een handje noten als tussendoortje.

Noten bevatten veel gezonde stoffen zoals onverzadigde vetten, calcium, eiwitten, ijzer en B vitamines. Daarom wordt ook aangeraden om geregeld een handje noten te eten. Niet alle noten zijn even zwaar, volgens het voedingscentrum is een handje gemengde noten 25 gram, cashewnoten 10 gram en pistachenoten wegen ook 10 gram.

Koop de noten in de dop en zo vers mogelijk om zoveel mogelijk voedingsstoffen te behouden. Bewaar ze niet te lang, goed afgesloten op een koele, droge plaats. Zorg voor variatie, elke noot levert andere goede stoffen.

Onverzadigde vetten

 

Noten bestaan voor een groot gedeelte uit vetten. Dit zijn vooral de gezonde, onverzadigde vetten. Onverzadigde vetten verlagen het cholesterolgehalte in het bloed waardoor het risico op hart en vaatziekten vermindert.

Eiwitten

 

Noten bevatten veel eiwitten. Dit is vergelijkbaar met de hoeveelheid eiwit in vlees, vis of kip. Dat betekent dat noten als vleesvervanger kunnen worden gebruikt. Noten leveren veel calorieën gebruik ze daarom niet elke dag in plaats van vlees. Het is trouwens niet bewezen dat noten ook dikmakers zijn.

Voedingsvezel

 

Afhankelijk van de soort noten bevat een handje vol ongeveer 2 gram voedingsvezel wat te vergelijken is met een volkoren boterham. Vezels helpen bij een gezonde darmwerking.

Vitamines

 

Noten bevatten vooral de vitamines B, E en A. De B vitamines zijn goed voor het verloop van de stofwisseling en de spijsvertering. Vitamine E helpt bij het verhogen van de weerstand, de aanmaak van rode bloedcellen en is goed voor de spieren. Bovendien is vitamine E een antioxidant. Antioxidanten neutraliseren de schadelijke vrije radicalen in het lichaam. Vrije radicalen zijn stoffen die vrij komen bij processen in het lichaam en kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. (kanker, hart en vaat ziekten) Vitamine A is goed voor het gezichtsvermogen, een gezonde huid, de weerstand en de vorming van bloedvaten en slijmvliezen.

Mineralen

 

Noten bevatten ook mineralen zoals koper zink, mangaan, magnesium, fosfor en selenium. Mineralen zijn belangrijk voor een goed verlopende stofwisseling.

Noten

 

Walnoten – Bevatten de meeste omega 3-vetzuren, vitamines en mineralen die werken als antioxidanten. De vetzuren zijn de bouwstoffen van de hersenen, ze houden de aders elastisch en verlagen het cholesterolgehalte

Cashewnoten – Bevatten veel koper, ijzer, zink en magnesium

Amandelen – Bevatten de minste ongezonde verzadigde vetten en bevatten veel calcium, koper, mangaan, selenium en vitamine E.

Pistachenoten – Bevatten veel luteïne. Dit is een antioxidant en is belangrijk voor een gezond netvlies. Ze bevatten ook veel vezels.

Paranoten – Bevatten het antioxidant selenium, koper, vitamine E en vezels.

Pinda’s – Zijn eigenlijk peulvruchten en bevatten veel foliumzuur.

Hazelnoten – Bevatten veel vitamine E, proteïnen, langzame koolhydraten, ijzer, zink, kalium, calcium en is een goede vleesvervanger.

Pecannoten – Bevatten veel zink, B vitamines, vitamine A en E, foliumzuur, zink, fosfor, magnesium en antioxidanten.

De houdbaarheid

 

Noten worden bewerkt om de houdbaarheid te verlengen en schimmel tegen te gaan. Ze kunnen worden gepeld, gebrand, gedroogd, geroosterd of geschaafd waardoor voedingsstoffen verloren gaan. Door het roosteren of branden van noten op hoge temperaturen veranderen de onverzadigde vetzuren in verzadigde vetzuren. Koop dus bij voorkeur ongebrande noten.

Rasu kapines – een niet alledaags uitstapje in Vilnius

0

Een bezoek aan een begraafplaats klinkt niet als iets om plezier aan te beleven. Niet ieder uitstapje hoeft dan ook grappig te zijn, spannend kan het zeker wél zijn. Het bezoeken van begraafplaatsen is één van de beste manieren om snel en grondig de geschiedenis van een land te leren kennen. Vilnius, de hoofdstad van Litouwen, heeft enkele bijzondere begraafplaatsen welke zeker een bezoek waard zijn.

De Rasu kapines (Begraafplaats van Rasos) in Vilnius is een uitstekende plek om deze reis door de tijd te maken en de tijden van weleer te beleven.

Op ongeveer vijftien minuten rijden van het centrum van Vilnius, ligt Rasu kapines met een oppervlakte van ongeveer 150 duizend vierkante meter. Als men door de poorten van het kerkhof gaat voelt het alsof men een stad binnen een stad binnengaat.
De structuur van deze necropolis is zeer vergelijkbaar met die van de samenleving van de levenden. Hoe verder naar het centrum gaat, hoe indrukwekkender de grafstenen worden. De graven in de “voorsteden” zijn eenvoudig en klein, net als de mensen die er begraven liggen. Het centrale gedeelte, gesitueerd rondom een kapel, staat vol met grote standbeelden en mausolea. Een paar graven zijn zelfs regelrechte imitaties van de herenhuizen waarin de mensen woonden en die hier nu hun laatste rustplaats hebben gevonden.

Sinds 1769 heeft Rasu kapines gediend als de grootste begraafplaats van Vilnius. Tegenwoordig kunnen alleen nog degenen die een familiegraf hebben daar worden begraven. Het personeel van de begraafplaats helpt mensen uit de hele wereld met het terug vinden van de graven van hun voorouders. Het is vaak al genoeg om een foto of een beschrijving van het graf via e-mail te sturen om de exacte plek op te sporen.

Naast veel oude adel, liggen er op de begraafplaats de stoffelijke overschotten van een aantal van de meest prominente figuren uit de Litouwse geschiedenis, waaronder Jonas Basanavičius, Joachim Lelewel, Mikalojus Konstantinas Ciurlionis, en Anton Wiwulski.

Het meest populaire graf hier is echter dat waar het hart van Josef Pilsduski ligt begraven, samen met zijn gezin. Het is altijd bedekt met rode en witte bloemen van Poolse toeristen dei op deze wijze uiting geven van respect voor hun geliefde maarschalk. Tijdens de Sovjet-bezetting werd deze plek veranderd in een voetbalveld. Echter, het pad dat door het personeel van het kerkhof met gevoel voor humor “de snelweg” wordt genoemd en dat leidt tot Pilsudki zijn graf is een hele uitdaging voor de zwakkere medemens. Het is slechts een kwestie van tijd voordat één van de enorme kruizen leunend boven het pad zal instorten. Normaal wijst een gids de bezoeker op dit gevaar. Ook hier staan leven en dood vlak naast elkaar.

Verschillende soorten orchideeën

0

Orchideeën zijn een van de populairste soorten planten. Ze worden vooral gewaardeerd om hun prachtige, kleurrijke en soms bizar gevormde bloemen. De orchideeën-familie, Orchidaceae in het Latijn, is een van de grootste planten-families op aarde. Er zijn naar schatting rond de twintigduizend soorten orchideeën en er worden nog steeds regelmatig nieuwe soorten ontdekt. Orchideeën zijn dan ook over de hele wereld te vinden en niet alleen in tropische regenwouden. Er zijn ook inheemse soorten in de koelere gebieden van Europa, Noord Amerika en het noorden van Azië. Deze zijn, net als de tropische soorten, doorgaans beschermd en je mag ze dus niet plukken of uitgraven. Ook in Nederland en België zijn er inheemse soorten orchideeën met bijzondere en opvallende bloemen. In de twintigste eeuw zijn die soorten echter achteruit gegaan, omdat orchideeën hoge eisen stellen aan hun groeiplaats. Langzaamaan raken ze steeds meer beperkt tot natuurreservaten. Omdat orchideeën beschermd zijn is de in- en export ervan streng gereguleerd. De meest sensationele bloemen dragen de tropische orchideeën, die door veel liefhebbers worden gekweekt op vensterbanken, in vitrines of in kassen. Maar ook Europese orchideeën worden veel gekweekt en dat kan gewoon in de tuin.

Verschillende soorten orchideeën

Allereerst kun je de soorten indelen naar de ondergrond waar ze op groeien. In warme gebieden groeien orchideeën vaak op de takken en twijgen van bomen, waarbij hun wortels in de lucht hangen. Dit zijn de zogenaamde epifitische orchideeën. Daarnaast bestaan er orchideeën die op rotsen leven, de lithofitische soorten. Terristische orchideeën zijn de soorten die net als veel andere soorten planten gewoon in de aarde groeien. Naast deze grove indeling, is er natuurlijk ook onderscheid in de verschillende soorten, de species. Een aantal populaire soorten zijn de Catasetum, de Clowesia, de Mormodes en de Cycnoches.

De verzorging van orchideeën

De Catasetum, de Clowesia, de Mormodes en de Cycnoches zijn niet zo heel moeilijk in de verzorging. Het beste is een plaats in een warm-gematigde tot warme kas met veel licht. Als er genoeg licht is en een behoorlijke luchtvochtigheid, dan zou je ze zelfs in je kamer kunnen kweken. De temperatuur overdag kan het beste tussen de 22 en 25 graden Celsius liggen, en ’s nachts 16 tot 18 graden Celsius. Ook is goede ventilatie belangrijk.

Catasetums kunnen tegen veel licht en hebben dit ook nodig om te groeien en sterke bulben te produceren. Vrouwelijke bloemen worden over het algemeen geproduceerd als de plant in fel licht, soms bijna vol zonlicht, staat. Als de plant in rust gaat is minder licht nodig.

De benodigde hoeveelheid water wisselt per seizoen. Als de orchidee een nieuwe spruit ontwikkelt heeft hij meer water nodig, hoewel je moet oppassen dat er geen water in de jonge spruiten komt, omdat ze dan kunnen gaan rotten. Na de bloei komt een rustperiode in de herfst en winter, waarin er geen water gegeven mag worden. Tijdens de groeiperiode is het belangrijk om de plant te verwennen met water en meststoffen. Dit legt de basis voor goede en mooie bloemen. Daarnaast zijn sporenelementen van belang om de groeikracht bevorderen en een goede bloei te krijgen.

Catasetumbladeren zijn vatbaar voor trips of spintmijt, zodat het aan te bevelen is om regelmatig de bladeren goed na te kijken. Zodra je ongedierte ziet, moet je direct in actie komen in de vorm van bestrijdingsmiddelen speciaal voor orchideeën. Catasetums zijn ook nogal gevoelig voor rot. Als rotte plekken verschijnen, snij ze dan weg en verzorg de oppervlakten met een middel tegen rot. Stop ook met water geven, totdat de problemen zich niet verder uitbreiden.

Catasetums

Catasetums komen uit de tropische gebieden van Zuid-Amerika, van Mexico tot Peru maar vooral uit Brazilië. Er zijn zo’n honderdvijftig verschillende Casetums bekend en daarnaast zijn er veel hybriden ontstaan door kruisingen, zowel tussen Catasetums onderling als door kruisingen met aanverwante soorten.

Catasetums zijn, net als Cycnoches, eenhuizig en hebben dimorfe bloemen. Dit wil zeggen dat een plant zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen voort kunnen brengen, zij het niet altijd op hetzelfde moment. Toch komt het maar weinig voor dat de bloemen zowel vrouwelijk als mannelijk zijn, meestal is de bloem een van beiden. Dit heeft in het verleden tot verwarring geleid bij de naamgeving omdat de mannelijke en de vrouwelijke bloemen van een soort er soms totaal uitzagen, maar wel tot dezelfde soort behoorde. De vorm van de bloemen van de Casetums loopt sterk uiteen. De mannelijke bloemen beschikken over naar beneden gerichte antenna waar vandaan de pollen gelanceerd worden. Als een insect de antenna aanraakt, worden de pollen op het insect geslingerd en blijven ze aan hem kleven. Zo brengt hij het stuifmeel over op de volgende bloem die hij bezoekt.

Aanverwante soorten

Clowesia is verwant aan de Catasetum en heeft dezelfde groeiwijze, behalve dat ze tweeslachtige bloemen hebben. Deze bloemen verschijnen aan een enigszins hangende bloemtak, als de bladeren zijn afgevallen.

Cycnoches heeft evenals Catasetum eenslachtige bloemen en lijkt er ook op qua groeiwijze. De bulben zijn vaak wel wat langer en slanker dan bij Catasetums. Soms bevat een bloemstengel zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen, die qua vorm, grootte en kleur vaak anders zijn dan Catasetums.

Dressleria is verwant aan de Catasetum en heeft, net als Clowesia, tweeslachtige bloemen. Het belangrijkste verschil met de andere Catasetum-achtigen is dat de Dressleria’s het hele jaar vochtig gehouden moeten worden en dus geen droge rustperiode kennen.

Mormodes

Mormodes is een orchideeën geslacht van zo’n negentig soorten. De bloemen zijn vaak kleurrijker dan die van de Catasetum en hebben een specifieke vorm die kenmerkend is voor Mormodes. Daar heeft de plant ook haar naam aan te danken, want Mormodes betekent “angstwekkend voorwerp”. Net als de Catasetums komen Mormodes in de natuur voor in Mexico, Brazilië en Peru. Ze groeien in tropische streken met een duidelijke droge periode. Mormodes leven vooral op dode of stervende bomen en leven meestal maar een jaar of acht. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat dan al het voedsel uit het dode hout verdwenen is. In een kweeksituatie is de verzorging hetzelfde als de Catasetum.

Coryanthes

Deze orchidee heeft een Griekse naam, die uit twee woorden bestaat. Corys betekent “helm” en anthos “bloem”, wat verwijst naar de lip van de bloem, die op een helm lijkt. Ook zijn bijnaam “Bucketorchid”, emmer-orchidee, verwijst naar ronduit fascinerende bloemen. Coryanthes worden in het wild gevonden in Zuid- en Midden-Amerika, waaronder Peru.

De bloemen van de Coryanthes-orchideeën hebben een uniek emmer-vormig onderdeel waarin vocht zit dat door de bloem zelf geproduceerd wordt. De vochtklieren geven om de zoveel tijd een druppel af, waardoor het vochtpeil in de “emmer” op niveau blijft. Als bijen op de lokgeur en -kleur van de prachtige bloemen afkomen, vallen ze in de “emmer” met vocht. Er is maar een uitgang, namelijk via de lip van de bloem. Hierboven bevindt zich het stuifmeel, dat op het lichaam van de bij blijft plakken als hij door het nauwe poortje ontsnapt. De bij zal daarna een paar dagen met een bocht om de Coryanthesbloemen heen vliegen, maar als hij zich opnieuw laat verleiden, zal hij na het bad in de emmer het stuifmeel op de volgende bloem achterlaten.

De verzorging van de Coryanthes is wat ingewikkelder dan de Catasetums en aanverwanten. Deze orchideeën zijn eigenlijk niet geschikt voor een starter. Aan de andere kant, ervaren of onervaren, als je in staat bent om de natuurlijke omstandigheden perfect na te bootsen dan zul je geen problemen hebben met de kweek. De Coryanthes houdt van warmte, overdag tegen de 27 graden Celsius, hoewel het zeker buiten de groeitijd wel een graadje lager kan, en ’s nachts rond de 17 graden. De luchtvochtigheid moet hoog zijn, zo’n 70-80%. De Coryanthes heeft vergeleken met andere orchideeën regelmatig water nodig, waaraan je soms wat citroensap kunt toevoegen. De zuurgraad van de bodem is belangrijk, omdat deze plant in zijn natuurlijke omgeving samenleeft met zuurvormende mieren. Bij andere orchideeën moet je oppassen dat de zuurgraad niet te laag komt, maar bij de Coryanthes mag de zuurgraad zakken tot een pH-waarde van 3. De bladeren van de Coryanthes zijn niet alleen vatbaar voor spintmijt of trips, maar ook komen schild- of wolluis voor.

De Coryanthes heeft, voor zover bekend, minder aanverwante soorten dan de Catasetum. Er bestaan wel enkele kruisingen met Stanhopea-orchideeën, die daar blijkbaar verwant genoeg voor zijn.

Als je orchideeën wilt gaan kweken, kun je lid worden van de Nederlandse Orchideeën Vereniging, de Orchideeën Vereniging Vlaanderen of de Belgische Vereniging “de Orchideeënvriend”. Deze organisaties geven informatie in de vorm van lezingen en tijdschriften, bevorderen informatie-uitwisseling via internet, organiseren tentoonstellingen en excursies, maar er worden ook planten geruild en verkocht.

Hoe leg je een Japanse tuin aan

0

In Nederland en België worden de meeste tuinen aangelegd zonder een bepaalde filosofie. Er worden dan gewoon een stel min of meer bij elkaar passende bomen, struiken en planten bij elkaar op het lapje grond gezet. Maar het kan ook anders. Als je een bijzondere tuin wilt, denk dan eens aan een thematuin, zoals een rozentuin, een moerastuin of een heidetuin. Wil je het helemaal bijzonder aanpakken, probeer dan je tuin in Japanse sfeer aan te leggen.

Hoe leg je een Japanse tuin aan?

Een echte Japanse tuin leg je niet aan door je tuin vol te gooien met stenen en grind en daar dan wat bamboestengels tussen te prikken en een Japanse lantaarn op te hangen. Echt interessant, en vooral rustgevend, wordt je tuin als je je eerst verdiept in de Japanse tuinfilosofie. Die is afgeleid van de Japanse levensfilosofie in het algemeen, die heel simpel en kort gezegd streeft naar evenwicht. Hierbij spelen symbolische elementen een belangrijke rol.

In tegenstelling tot de West-Europese tuinen, waar meestal zoveel mogelijk verschillende bomen, struiken en planten met zoveel mogelijk kleuren bij elkaar worden gezet, is in de Japanse tuin soberheid het sleutelwoord. Je gebruik maar een beperkt aantal plantensoorten, die qua kleur nuance-verschillen bieden in plaats van heftige contrasten. Wees daarom ook karig met bloeiende planten en heesters. Het groen in het algemeen vertegenwoordigd de natuur. Daarbij suggereren groenblijvende, in vorm gesnoeide struiken grotere structuren als rotsen en heuvels. Typische Oosterse beplanting zijn Bonsaibomen en Japanse esdoorns, en natuurlijk Bamboe, varens en een enkele Rhododendron of Azalea. Ook de Ginkgo, de Japanse notenboom en siergras zijn zeer geschikt in de Japanse tuin en bloeiende bomen als Camelia, Kornoelje, Magnolia’s en Prunus. Mossen worden in Japan gebruikt als bodembedekkers, waarbij je wel moet uitzoeken of deze geschikt zijn op de bodem van jouw tuin. Als dit niet zo is kun je kiezen voor andere fijne bodembedekkers, die wel goed gedijen in onze streken.

Zoals alles een symbolische betekenis heeft in de Japanse tuin, geldt dit natuurlijk ook voor water.

Dit kan de vorm aannemen van een vijver of een stromend beekje. Het wandelpad kan zo ook via een bruggetje over het leiden. Het allermooiste is natuurlijk een waterval, de levensbron van de tuin die op een plaats staat waar hij zowel wordt beschenen door zon- als door maanlicht. Het gemurmel van het water is bij uitstek een rustgevend geluid en een perfecte achtergrondmuziek om te mediteren. De waterstroom verdwijnt tussen dichte struiken, zodat het eind van de levensstroom niet zichtbaar is. Als water in de tuin niet haalbaar is wordt de levensstroom gesymboliseerd door fijn grind, dat in golvende lijnen wordt geharkt. Langs het water bevinden zich grote stenen, die staan voor de hindernissen die de mens op zijn levensweg tegenkomt. Ook bij een brug of een kruising van wandelpaden staan of liggen grote stenen. De rechtop staande stenen vertegenwoordigen het mannelijke element en de platte liggende stenen het vrouwelijke. Samen vormen ze harmonie, het ideaal en daarbij zijn ze de “wachters” die bezoekers door de tuin leiden. Wandelpaden kunnen gevormd worden door stapstenen. Als je de ruimte hebt, laat het wandelpad dan in bochten lopen en creëer verrassings-effecten. Door een struik voor de bocht kun je niet zien wat er na komt, en dit versterkt het effect van een blik op fraaie beplanting, een bijzondere boom of juist een open plek na de bocht.

Het belangrijkste is dat het totaalbeeld van de Japanse tuin rust en soberheid uitstraalt. Door de combinatie van water, bodembedekkers, stenen, grind en door middel van uitgekiende snoeitechnieken in vorm gebrachte beplanting is het geheel in harmonie. Dit evenwicht is geen kwestie van directe symmetrie, maar meer van “hefboom-symmetrie”. Bijvoorbeeld een grote massa aan een kant vraagt om een grote lege ruimte met een paar kleine stenen aan de andere kant. Een rechte lijn wordt onderbroken door een struik of een tak die deze rechte lijn onderbreekt. Perfectie ontstaat juist door “bijna-perfectie”. Probeer zoveel mogelijk diepte te creëren en denk goed na over de verhouding tussen horizontale en verticale lijnen.

Bijzondere elementen

Behalve de basis van groen, water, stenen en grind kun je wat typisch Japanse elementen toevoegen maar wees ook hier karig mee. De stenen Japanse lantaarns hebben niet alleen een symbolische maar ook praktische functie. In het donker verlichten zij de wandelpaden en de waterpartij. Een Boeddhabeeld is ook een graag gezien element, al dan niet onder een pagode-achtig afdakje. Een zogenaamde “ree-verschrikker” is een uitgeholde bamboestengel die heel langzaam volloopt met water. Is de stengel vol, dan slaat hij met een klap tegen een steen aan. Dit geklepper werd gebruikt om dieren uit de tuinen te houden maar symboliseert ook het verstrijken van de tijd. Heb je er ruimte voor, dan kun je naar Japans gebruik een theepaviljoen plaatsen. De Japanse thee-ceremonie is niet zomaar een bakkie doen, maar een uitgekiend ritueel om de Oosterse deugden als beleefdheid, fijngevoeligheid en bescheidenheid te oefenen. De deur is dan ook laag, zodat je al binnenkomt in een nederige houding. In het theepaviljoen staat maar een bloemtak in een vaas, in de tuin staat immers al genoeg.

Om inspiratie op te doen is het misschien leuk om eens een openbare Japanse tuin te bezoeken.

In Nederland zijn er een aantal, zoals die in het park Clingendael in Den Haag en die in Dierenpark bij Amersfoort. De grootste Japanse tuin van Europa vind je in het Belgische Hasselt. Je eigen Japanse tuin zal waarschijnlijk een maatje kleiner zijn. Maar dit is geen enkel probleem want ook een klein tuintje kan bijzonder evenwichtig en sfeervol in Japanse stijl worden aangelegd. In Japan is het juist de kunst om op een klein stukje grond, en zelfs op binnenplaatsen, de omliggende natuur zo in het klein na te bootsen.

Tuintips voor het voorjaar

0

Als de voorjaarszon zich zo nu en dan laat zien en je tuin langzaam aan weer groen wordt, is het tijd om je tuin “lenteklaar” te maken. Traditioneel was dit eind februari, begin maart, maar je kunt tegenwoordig beter even de lange termijn weersverwachtingen in de gaten houden, want de lente kan vroeg of laat inzetten. Maar er komt een moment dat het groen gaat uitbotten, het onkruid navenant begint te groeien en het gazon wel een opkikkertje kan gebruiken. Je hebt dus genoeg te doen. Lees hier wat je moet doen met de borders, de bomen en struiken, de rozen en het gazon.

Kleur in de borders

Als je borders in je tuin hebt, kun je, na de vorstperiode, de afgestorven delen van de vaste planten afknippen. Als je er erg veel hebt, kun je dit klusje met een heggenschaar uitvoeren. De afgeknipte resten kun je, in kleine stukjes, op de bodem laten liggen. Verwijder eventueel onkruid en vanaf eind februari kun je de border bemesten. Als er gaten zijn gevallen, plant dan wat bloeiende bollen, of primula’s of viooltjes.. Ook op je tuintafel kun je een pot met bijpassende bloeiende bollen, viooltjes of primula’s neerzetten. In de paastijd kun je kiezen voor gele bloemen.

De bloemen en bladeren van voorjaarsbloemen, zoals krokussen, tulpen, narcissen en sneeuwklokjes, kun je gewoon laten afsterven. Na de bloei trekken ze hun voedingstoffen uit bloem en bladeren terug in de bol, om deze het volgende voorjaar weer te gebruiken. Laat de bladeren en de bollen dus met rust tot de bladeren vergeeld zijn. Narcissen vormen hierop een uitzondering, bij hen moet je wel de uitgebloeide bloemen verwijderen omdat anders te veel energie wordt gebruikt voor de zaadvorming.

Het planten en snoeien van bomen en struiken

Bekijk je tuin kritisch en wees niet terughoudend om planten te verwijderen die het vorig jaar niet goed deden. Als je ze wilt vervangen en bomen of struiken in je tuin bij wilt planten of verplanten dan kan dat, als het niet vriest, tot half april. Struiken die in het voorjaar bloeien, zoals de krentenboom en de sering, mag je nu nog niet snoeien. Je zou er de bloemknoppen mee wegknippen, die al aan de takken zitten. Struiken die in het voorjaar bloeien worden, als dat nodig is, na de bloei terug gesnoeid.

Struiken die pas in de zomer bloeien, zoals sommige soorten van de vlinderstruik Buddleja, mogen wel in het voorjaar worden gesnoeid. Maar let op, want er zijn verschillende soorten vlinderstruiken, met verschillende bloeiperioden en dus ook verschillende snoeimaanden. Handig is, en dat geldt niet alleen voor vlinderstruiken, om de planten-etiketjes van alles wat er in je tuin staat te bewaren. Hierop staat altijd duidelijk de snoeimaand aangegeven. Zomerbloeiende struiken vormen hun bloemen op nieuw hout, dus hierbij kun je geen bloemknoppen wegknippen. Bijvoorbeeld hortensia’s. Knip hierbij alleen de oude bloemen weg als de struik nog verder mag doorgroeien. Wordt hij te groot, knip dan de oude stelen helemaal tot aan de voet weg. Er zijn ook bomen, zoals de berk en notenbomen, die beter niet in het voorjaar worden gesnoeid. Ook wijnranken kun je beter met rust laten in de lente. Fruitbomen als de appel en de perenboom kun je wel snoeien, maar met fruitbomen zoals de kers en de pruim moet je wachten tot na de bloesem. Wat alle bomen en struiken betreft, als je twijfelt kun je het beter eerst opzoeken op internet dan direct te gaan knippen. Hiervoor zijn tal van sites met snoeikalenders.

Rozen

Rozenstruiken verdienen altijd speciale aandacht. Vanaf ergens in maart kun je de eventuele winterbescherming bij de rozen weghalen. Als je rozen op stam hebt, controleer dan of de stokken ernaast nog sterk genoeg zijn. Bij klimrozen, en andere klimplanten, moet je controleren of het bindmateriaal nog goed zit, niet te los maar ook zeker niet te vast zodat het de plant kan afknellen.

Als het niet meer vriest kun je ook gaan snoeien. “Laat je ergste vijand je rozen snoeien” is een gezegde waarmee wordt bedoeld dat je niet te weinig weg moet snoeien. Uiteindelijk is het beter voor de roos als je flink te keer gaat. Rozenstruiken worden, afhankelijk van het soort roos, vaak zowel in de lente als de herfst gesnoeid. In het voorjaar snij je de dode of beschadigde takken af. De sterke takken snoei je terug tot zo’n twintig centimeter van de grond. De zwakkere takken snij je nog verder af, tot ongeveer tien centimeter. Zo bevorder je de groei van de sterkere loten ten opzichte van de zwakkere. Klimrozen moeten nog verder terug worden gesnoeiden, tot ongeveer 7,5 centimeter van de grond. Bij alle rozen snoei je nieuwe, lange takken die niet hebben gebloeid flink terug. Na het snoeien kun je de rozen bemesten, eventueel met speciale rozenmest. Doe dit daarna elke maand tot in juli.

Het gazon

Gras kun vanaf maart mest gaan geven. Is gazon erg dichtgegroeid, dan moet je het eerst verticuteren. Dat is een mooi woord voor het verwijderen van mos en vervilt gras. Je krabt dit open zodat de grasmat weer ventileert. Als je erg veel grasland in je tuin hebt, kun je bij een tuincentrum een speciale verticuteerder kopen, met of zonder motor. Verticuteren mag je overigens alleen doen als het gazon droog is, als het nat is zou je het kapot trekken. Na de winter zal het gras ook hard aan mest toe zijn. Met speciale gazonmest of organisch materiaal zoals compost of stalmest kun je het gras snel weer in topvorm krijgen. Als je gazon kale plekken vertoont, kun je die vanaf april bijzaaien. Als je het gras voor de eerste keer maait, zet dan de messen van de grasmaaier wat hoger. Ontwijk de plekken waar bollen staan, want de bladeren hiervan hebben zes weken nodig om af te sterven en hun voeding weer terug naar de bol te sturen.

Tot slot

“Goed gereedschap is het halve werk” is een heel wijs gezegde, dat niet alleen voor de timmerman geldt maar ook voor het werken in de tuin. Vooral als je een grote tuin hebt, loont het de moeite om meerdere gespecialiseerde scharen te kopen, zoals een heggeschaar of een knipper waarmee je takken tot wel vijf meter hoog kunt snoeien. Plan je voorjaars-tuinklussen op een paar mooie lente dagen, maar wees voorzichtig met het verwijderen van beschermmateriaal van de winter, zoals bladeren en stro. Na een paar warmere voorjaarsdagen kan het in maart of april zo maar ineens weer gaan vriezen. Onkruid lijkt altijd veel minder last van de kou te hebben. Zodra het de kop opsteekt, begin het dan direct aan te pakken. Vergeet daarbij niet om onder eventuele hagen of langs schuttingen te wieden. En als je een vijver in je tuin hebt, neem die dan ook mee in het lenteklaar maken. Het voorjaar is een ideale tijd om de pomp, de filter en de vijver zelf en de waterplanten goed schoon te maken.

Wie zijn Asterix en Obelix?

0

Asterix’ naam is afgeleid van het teken asterisk, het hoge vijf- of zespuntige sterretje dat ook op je toetsenbord zit. Hij is een klein blond mannetje dat als Galliër leefde in de Romeinse tijd. Asterix heeft een goede vriend, de sterke menhirhouwer Obelix. Lees hier meer over deze Gallische helden uit de Romeinse tijd en hun tijdloze avonturen.

De geschiedenis van Asterix en Obelix

Het duo verscheen in 1959 in het Franse magazine Pilote en werd verzonnen door de Franse tekenaar Albert Uderzo en scenario-schrijver René Goscinny. Dit originele eerste verhaal heette “Astérix le Gaulois” oftewel Asterix, de Galliër. Twee jaar later kwam het gelijknamige stripalbum uit, in een oplage van zesduizend exemplaren. Er volgden nog vele avonturen, aanvankelijk in het Frans, maar later ook in steeds meer andere talen. De albums werden uitgebracht in meer dan zeventig landen, behalve in Europa ook in landen als China, India, Rusland, Vietnam en Groenland. Daarnaast zijn de stripverhalen uitgebracht in dialecten, zoals het Limburgs en het Twents en in universele talen als het Latijn en het Esperanto. René Goscinny overleed in 1977, waarna Albert Uderzo alleen doorging. Het laatste verhaal van hen samen, “Asterix en de Belgen” verscheen twee jaar na Goscinny’s dood, maar zijn naam wordt nog steeds vermeld op de albums. Tot nu toe zijn er drieëndertig albums verschenen, waarvan “Le ciel lui tombe sur la tête”, het Geheime wapen, uit 2005 de meest recente is. De publicatie van dit Asterix-album ging gepaard met een spectaculaire reclamecampagne met de populaire stripmannen in de hoofdrol.

Er werden acht tekenfilms over Asterix gemaakt, te beginnen met het originele verhaal Asterix de Galliër. De tekenfilms volgen over het algemeen de verhaallijn van een van de stripalbums. Daarnaast zijn er drie speelfilms uitgebracht met echte acteurs. In 1999 “Asterix & Obelix tegen Caesar” en in 2002 “Asterix & Obelix: missie Cleopatra“. Onlangs is nog de derde speelfilm “Asterix en de Olympische Spelen” uitgebracht met Clovis Cornillac en Gérard Depardieu als Asterix en Obelix en Alain Delon als Julius Ceasar.

Het verhaal

De avonturen van Asterix en Obelix spelen zich af in een dorpje in Gallië, het huidige Bretagne. Terwijl de rest van Gallië veroverd is door Julius Caesar, weet alleen Asterix’ geboortedorp de Romeinen te weerstaan dankzij een toverdrankje dat de Galliërs onoverwinnelijk maakt.

De aanwezigheid van de Romeinen in de omgeving staat garant voor veel hilarische gevechten. Daarnaast komen een aantal running gags steeds weer terug, zoals de piraten en heel veel woordgrappen. Over de namen van de personages is heel goed nagedacht, ook in de vertalingen, en er worden door de Romeinen veel Latijnse spreuken gebezigd. Vroeger was dat wat lastig aangezien ze niet werden vertaald, maar tegenwoordig circuleren de vertalingen op internet, zodat je ze op kunt zoeken. Een steeds weer terugkerende grap is dat personen, situaties en kunstwerken van tegenwoordig of uit recente eeuwen in de Oudheid worden geplaatst. Zo duiken er schilderijen op als de “De Anatomische Les” van Rembrandt en “De Boerenbruiloft” van Pieter Bruegel, en verschijnt het Vrijheidsbeeld in het album “De Grote Oversteek”. In het album “Asterix en de Belgen” treden Eddy Merckx, Manneken Pis en Jansen & Janssen op. Ook stripheld-collega Kuifje doet een keer mee, als de Belgische soldaat Vlamix in “Asterix en het eerste legioen”. The Beatles komen voor in “Asterix en de Britten” en The Monkees als de Monkix in “Asterix en de Noormannen”. Een aantal andere beroemde personen zijn onder andere Descartes, Don Quichote de la Mancha, Napoleon Bonaparte, Neil Armstrong, Winston Churchill, Richard Nixon, Sean Connery als Dubbelosix, en Kirk Douglas. Ook Franse politici en presidenten moeten er aan geloven, zoals Charles de Gaulle en Valéry Giscard d’Estaing, die toen hij werd getekend de Franse minister van Financiën was.

De belangrijkste personages

Het allerbelangrijkste personage is natuurlijk Asterix, de hoofdpersoon. Hij is een klein blond mannetje, dan ondanks zijn kleine postuur uitzonderlijk slim en dapper is. Hij draagt een zwaard en een helm met twee vleugels, waarvan de stand zijn stemming verraadt. Als Asterix boos of depressief is, dan hangen de vleugels slap naar beneden. Omdat hij waarschijnlijk wel de slimste dorpsbewoner is krijgt hij vaak de gevaarlijkste en meest exotische missies toegewezen. In gevechten vertrouwt Asterix vooral op de toverdrank van Panoramix. De ouders van Asterix wonen in de stad Condatum, het tegenwoordige Rennes, en hij heeft een neef in Engeland. Zijn grootste vriend, ook letterlijk, is de menhirhouwer Obelix. Deze viel als kind per ongeluk in een ketel toverdrank, waardoor hij zo extreem groot en sterk is geworden. Zijn naam komt van het Franse woord Obèle, een kruisvormige leesteken en verwijst tevens naar het woord obelisk. Obelix’ uitspraak “Rare jongens die… , in het Frans “Ils sont fous, ces…” waarna een nationaliteit volgt is zo ingeburgerd geraakt dat hij in het woordenboek is terecht gekomen.

Hij heeft een hondje, Idéfix naar het Franse “idée fixe” dat het nooit leuk vindt als er bomen worden ontworteld. De druïde Panoramix is de maker van de toverdrank, maar hij kent nog veel meer recepten en is echt een wijze man. Andere belangrijke personen in het dorp zijn het opperhoofd Abraracourcix, dat in het Nederlands wordt vertaald als Heroïx, en Kakofonix, de bard wiens zangtalent door de rest van het dorp niet gewaardeerd wordt. Kostunrix is de plaatselijke visboer, die al enige tijd steevast bedorven vissen verkoopt. Dit is altijd weer goed voor een fikse dorpsruzie. Zijn vrouw Forentientje heet in de Franse albums Ielosubmarine, naar het nummer “Yellow Submarine van de Beatles”. Hoefnix de smid begint vaak de ruzies om de rotte vis en heeft ook tot taak Kakafonix de mond te snoeren met behulp van zijn smidshamer. De oude Nestorix is de oudste dorpsbewoner en waarschijnlijk tevens de hitsigste, hoewel hij flink onder de plak zit van zijn mooie, jonge echtgenote. De tegenpartij van de Galliërs bestaat uit Julius Caesar, die ervan baalt dat hij niet heel Gallië kan veroveren zolang het dorp van Asterix stand weet te houden. In een aantal albums is hij getrouwd met de Egyptische koningin Cleopatra, hoewel dat historisch gezien niet klopt. Dan zijn er nog de Piraten, een groep op de strip “Roodbaard” gebaseerde zeerovers. Asterix en Obelix komen kapitein Roodbaard, zijn zoon Erix, hulpje Triplix en de voormalige slaaf Baba steeds weer tegen.

De stripverhalen van Asterix en Obelix zijn niet alleen leuk voor kinderen, maar vanwege de vele intelligente woordgrappen en humoristische doordenkertjes ook interessant voor veel volwassenen.

Hoe en wat is klonen

0

Klonen, ook wel kloneren genoemd, is het kunstmatig reproduceren van een organisme, dat zich van nature gewoon geslachtelijk voortplant. In plaats van dat het gekloonde organisme de genen van twee ouders in zich verenigt, is de “kloon” genetisch gezien een kopie van maar een enkele ouder. In het spraakgebruik wijst het werkwoord ‘klonen” altijd op het kunstmatige ingrijpen van de mens. Veel planten vermeerderen zich van nature ongeslachtelijk en vormen zo ook een genetisch identiek nageslacht. Dit heet dan meestal geen klonen, hoewel de voortgebrachte plantjes wel een kloon van de ouder-plant worden genoemd.

De geschiedenis van het klonen

Juist omdat planten ook helemaal uit zichzelf kunnen klonen, waren dat de eerste levende wezens waarmee de mens aan de slag ging. In de landbouw wordt er al eeuwenlang gekloond om de gewassen te veredelen en de oogsten te optimaliseren. Stekken en enten zijn gangbare methoden om gewassen te vermeerderen, waarbij de boeren natuurlijk altijd de beste ouder-plant gebruiken. Het planten van bollen en knollen, zoals bijvoorbeeld de aardappel, waarna er een plant uitgroeit, kun je ook zien als een vorm van klonen.

Een grotere uitdaging is het klonen van dieren, die zich net als de mens in de natuur geslachtelijk voortplanten, waarbij er twee ouders in het spel zijn die beiden hun genetisch materiaal meegeven aan het jong. Al in het jaar 1938 kwam de Duitse embryoloog en Nobelprijswinnaar Hans Spemann op het idee om een celkern van een volwassen organisme naar een andere cel over te brengen. Dit principe werd later gebruikt bij het klonen door middel van kern-transplantatie. Hierbij wordt de kern van een cel van de genetische moeder in een eicel geïnjecteerd. Voortplanting door middel van geslachtscellen wordt hierdoor omzeild en het erfelijke materiaal van de kloon is afkomstig van maar een ouder, de genetische moeder. Een doorbraak van deze techniek kwam er in 1996 in de vorm van het bekende schaap Dolly. Na honderden mislukte pogingen was Dolly het eerste levensvatbare gekloonde schaap, gemaakt door middel van kerntransplantatie. Zij had dus alleen maar een moeder, en geen vader. Na het schaap Dolly werden er andere dieren gekloond, zoals koeien, varkens, geiten, apen, ratten en muizen. Veel van de gekloonde dieren bleken verre van gezond te zijn en leden aan uiteenlopende kwalen. Sommigen hadden vervormde gezichten en poten, te grote tongen, ze hadden overgewicht, afwijkingen aan organen als nieren en hersenen, ademhalingsproblemen en problemen met de bloedcirculatie. Ook diabetes komt veel voor, evenals defecten aan het immuunsysteem en problemen met de vruchtbaarheid. Veel klonen sterven jong aan leveraandoeningen, kanker en longontstekingen. Ook het beroemde schaap Dolly was nog maar zeven jaar oud toen zij een een longontsteking kreeg en een dierenarts haar in liet slapen. Men vermoedt, dat gekloonde dieren bij hun geboorte al kortere telomeren hebben. Dit houdt simpel gezegd in dat de klonen genetisch gezien bij hun geboorte al ouder zijn. Zij zijn niet zo’n onbeschreven blad als ze zouden moeten zijn en de kwalen die zij vertonen zijn, ondanks hun geringe leeftijd, mogelijk ouderdomskwalen.

Maar een beetje wetenschapper laat zich daardoor natuurlijk niet ontmoedigen en zoekt naar een oplossing voor dit probleem. In de nationale universiteit van Zuid-Korea is men opvallend druk bezig met het klonen van dieren, naar men zegt om bedreigde of uitgestorven dieren in stand te houden. Het onderzoeksteam onder leiding van dierenarts Woo Suk Hwang behaalde successen met gezonde gekloonde hondjes en is bezig met het klonen van wolfjes en mixjes van honden en wolven. Omdat dokter Hwang betrokken was bij fraude tijdens onderzoek naar gekloonde menselijke stamcellen, zijn de kloonwolfjes in de pers een beetje onderbelicht gebleven.

Therapeutisch klonen van weefsel

Wat mensen betreft, maakt men voorzichtige vorderingen met het zogenaamde “therapeutische klonen” ten behoeve van stamcel-therapie. Dit is een experimentele techniek, waarbij met behulp van kerntransplantatie een embryo wordt gekweekt, dat genetisch identiek is aan de patiënt. Als het embryo zo’n honderd cellen groot is, worden de stamcellen verwijderd en in kweek gebracht. Door de kweek te manipuleren kunnen de stamcellen uitgroeien tot anderssoortige cellen. Deze worden bij de patiënt geïmplanteerd met als doel een zijn ziekte te genezen. Het lichaam van de patiënt zal deze cellen niet afweren, zoals bij andere transplantaties het geval is, omdat ze genetisch identiek zijn aan de eigen lichaamscellen. Therapeutisch klonen staat nog in de kinderschoenen en er zijn tal van technische problemen, zoals de beperkte beschikbaarheid van menselijke eicellen en het feit dat er tussen stamcel en specifieke weefselcel toch aanzienlijke vervormingen optreden. Ondanks het experimentele stadium van deze techniek, is het therapeutisch klonen sinds 2004 toegestaan in Engeland en Zwitserland, en is Spanje hard op weg om therapeutisch klonen wettelijk toe te staan. De Nederlandse Embryowet staat toe dat de embryo’s die overblijven na een IVF-behandeling, mogen worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van het therapeutisch klonen. Maar het actief klonen van menselijke cellen ten behoeve van stamcel-therapie is vooralsnog verboden.

De toekomst van het klonen

Een echte uitdaging voor de wetenschappers is natuurlijk het klonen van een heel mens. Dit is tot op heden nog niet gelukt, als we ervan uitgaan dat de claim van het Amerikaanse bedrijf Clonaid in het jaar 2002 onterecht was. Clonaid beweerde de primeur van een menselijke kloonbaby te hebben, het meisje Eve dat een kloon zou zijn van haar moeder. Bewijzen werden echter niet gepresenteerd en het bedrijf weigerde om mee te werken aan onafhankelijk genetisch onderzoek naar moeder en dochter. Dit geeft wetgevers nog even de tijd om zich te beraden over de ethische consequenties van het klonen. Klonen wordt vaak op een hoop gegooid met genetische manipulatie, een iets minder sensationele techniek die al jarenlang wordt toegepast in de farmaceutische industrie. Tegenstanders van dit soort medische technologieën wijzen erop, al dan niet vanuit een religieus standpunt, dat het niet verstandig is om te rommelen met de bouwstenen van het leven zolang de werking ervan nog nauwelijks doorgrond is. Men vreest voor een onomkeerbaar proces met effecten die moeilijk voor te stellen of in te schatten zijn. Wetenschappers wuiven dergelijk argumenten doorgaans weg, omdat zij vinden dat ze precies weten waar zij mee bezig zijn. Toch lijkt het verstandig om de vraag te stellen of alles wat technologisch mogelijk is, ook ethisch te verantwoorden is.

De hel die “boodschappen doen” heet.

0

Ik trek mijn koelkast open en ik zie een schrikbarende leegte. Ik kijk naar de kattenbak en gezien de onmiskenbare geur die mijn neus binnendwarrelt besef ik dat ik dat ook net wat te lang heb laten liggen. Een blik in mijn keukenkastje waar normaal het kattengrint zou staan geeft hetzelfde resultaat als de koelkast vlak daarvoor. Omdat ik al aan voel komen wat de volgende stap zal zijn wil ik mezelf een wijntje in schenken… Helaas, het wijnrek volgt dezelfde trend als mijn koelkast en keukenkastje. Ik kom er niet onderuit, ik moet boodschappen doen. Een taak die nou eenmaal valt binnen het huishouden en als alleenwonende vrouw ook daadwerkelijk op mijn eigen schouders zal belanden. (en niet alleen mijn schouders zal later blijken) Zuchtend trek ik mijn jas aan en wandel naar buiten. Een stap in de buitenlucht leert me dat de lucht drukkend is en ik zie nu al het visoen voor me van datgene wat zich over ongeveer een half uur af zal spelen.

In rap tempo ben ik bij de supermarkt. Mijn rommelende maag kondigt zich aan en meteen besef ik dat ik de eerste cruciale fout al gemaakt heb: met honger boodschappen doen. De tweede fout doet zich direct daarna voor. In plaats van mezelf te ontlasten in de winkel en een wagentje te pakken, kies ik voor een mandje. Gevolg; in de winkel zelf me al helemaal de tering sjouwen. Ik loop langs de rekken en al het lekkers lacht me toe. Ik koop brood, allerlei soorten beleg, wat lekkers, en natuurlijk wat flesjes wijn. Maar ik wil ook gezond doen, en goed op dreef, kies ik voor twee verschillende soorten fruitsap (alsof het allemaal niets weegt). En tot slot natuurlijk het kattengrint (waarom maken ze die pakken zo achterlijk zwaar?). Bij de kassa staat een rij bestaande uit mensen die naar mijn idee ontzettend traag zijn en de eerste ergernissen beginnen zich op te stapelen (ik had het kunnen weten). Even ben ik verlost door het mandje een plekje op de grond te geven die ik het komende kwartier nonchalant met mijn voeten voort kan duwen.

Uiteindelijk komt het ervan en ben ik aan de beurt. Weer dat mandje tillen, uitladen en ik ben de kassajuffrouw maar meteen voor met haar altijd terugkerende vraag. “nee, ik heb geen bonuskaart”. Even heb ik zin een monoloog te houden over mijn argumentatie waarom ik die stomme kaart niet heb, maar ik hou me in. Het moet al erg genoeg zijn de hele dag achter zo’n kassa te zitten. Zij kan er ook niets aan doen dat mijn humeur inmiddels tot het vriespunt is gedaald.

Boodschappen zijn uitgeladen, gescand en ik moet betalen. Nooit kom ik uit deze samenkomst van activiteiten. Waarom is de tijdsruimte tussen mandje uitladen, scannen, betalen en tassen in pakken niet wat groter. De druk van de rij na mij rust nu op mijn schouders. Het zweet breekt me uit. Gepaard met een hoop stress reken ik af, laad ik in en ben ik klaar voor vertrek.

Als ik het gewicht van mijn tassen voel heb ik het idee meer dan mijn eigen gewicht te moeten versjouwen en de moed zakt me in de schoenen bij de gedachte aan de terugreis. Die gaat dan ook niet zonder slag of stoot.. Ik schat dat ik ongeveer vijftien rustpauzes heb genomen. Als ik de medelijdende blikken van de mensen om me heen bekijk heb ik het idee dat van tien kilometer afstand nog wel te zien is hoe ellendig ik me voel. Een slachtoffer van haar eigen huishouden. Na een reis (te voet) die wel een eeuwigheid leek te duren, inclusief een steunende opmerking van de shoarmabaas bij mij op de hoek, sta ik eindelijk voor mijn eigen deur.

Dan denk je alles gehad te hebben, eindelijk thuis. Maar dan moet ik nog gruwelijk veel trappen op. Ik vraag me maar weer eens af waarom ik zo nodig ‘hoog’ moest wonen. Met zuchten en steunen val ik zo’n beetje mijn huis in. Ik zet het koffiezetapparaat aan, steek een sigaret op en laat me zuchtend in een stoel vallen.

Zo nu eerst die laptop maar eens open om de frustraties van dit vreselijke uur eerst maar eens van me af te schrijven en weer tot mezelf te komen…

 

Stoken met houtpellets

0

De laatste tijd wordt het stoken met alternatieve brandstoffen steeds populairder. Een van de alternatieve brandstoffen zijn houtpellets. Dit zijn geperste korrels, die worden gemaakt van houtafval zoals zaagsel, houtspaanders en -snippers.

Gebruik van houtpellets

Houtpellets lijken een beetje op veevoeder, het zijn ronde staafjes van 1 tot 2 centimeter lang en met een doorsnede van rond de halve centimeter. Het persen van de pellets gebeurt in een matrijs, onder hoge druk en zonder toevoeging van lijm of iets dergelijks. Om houtpellets te kunnen stoken, heb je natuurlijk een speciale kachel nodig. Juist door de aandacht voor duurzame energie zijn de afgelopen tijd de experimentele kachels en verwarmings-systemen die geschikt zijn voor het stoken met houtpellets, verder ontwikkeld. Ze worden dan ook steeds efficiënter met een groter rendement. Grofweg zijn er tegenwoordig vier verschillende verwarmings-systemen voor houtpellets te koop, die uiteen lopen qua prestaties en bedieningscomfort. Allereerst de simpele pelletkachel, die je neer kunt zetten in een kamer en die dan alleen dat vertrek verwarmt. Een stap geavanceerder is de half automatische centrale verwarming met een brandstofreservoir. Daarna komt de volledig automatische centrale verwarming met een aanvoersysteem vanuit de opslagruimte. En dan is er nog een combinatieketel, een centraal verwarmingssysteem voor pellets en hele blokken hout. Als warmwatervoorziening zijn de meeste pelletverwarmings-systemen wat minder geschikt. Daardoor wordt vaak gekozen voor een combinatie van een pelletketel en een zonneboiler. De pelletketel kan dan in de zomer geheel uitgeschakeld worden.

Kies voor een goede kwaliteit

De kwaliteit van de houtpellets die je in je kachel of centrale verwarmingssysteem gooit, is erg belangrijk. Die kun je niet aflezen aan de kleur, want dit laatste zegt alleen maar iets over de gebruikte houtsoorten. Lichte pellets zijn vaak gemaakt van houtsoorten als dennenhout. Deze soorten branden snel en geven hun warmte in een relatief kortere tijd af. Donker gekleurde pellets bevatten daarentegen houtsoorten als eikenhout, die van nature langzamer en minder fel branden.

Maatgevend voor de kwaliteit van de houtpellets is het uiterlijk, dit moet glad en glanzend zijn met niet te scheuren en inkepingen. De pellets moeten ook gelijkmatig van grootte zijn en niet stoffig. Verder moeten ze naar vers gezaagd hout ruiken. Nog beter kun je de kwaliteit testen door een handje pellets in een glas water te gooien en even af te wachten. Als ze zinken zijn ze van goede kwaliteit, maar als ze blijven drijven zijn ze meestal maar matig. Ook belangrijk is dat het water niet verkleurt en dat het water nog steeds naar vers hout blijft ruiken. Verkleurt het water en ruikt het naar iets anders dan vers gezaagd hout, dan betekent dit dat er bindmiddelen of vervuiling in de pellets zit.

De voor- en de nadelen van houtpellets

Houtpellets als brandstof hebben een aantal voordelen voor het milieu, maar daarnaast ook economische voordelen. Wat het milieu betreft, een van de belangrijkste kenmerken van deze vaste brandstof is dat het wordt gemaakt van houtafval, dat op deze manier nuttig wordt hergebruikt. In verband met het toenemende gebruik worden er ook wel speciale bossen aangeplant, waarvan de bomen worden gebruikt voor de houtpellet-productie. Of het nu gaat om afvalhout of om speciaal aangeplant hout, houtpellets blijven een CO2-neutrale brandstof. Dat wil zeggen dat de bomen tijdens hun leven evenveel CO2 hebben opgenomen als ze bij de verbranding weer vrijgegeven. In tegenstelling tot fossiele brandstoffen als aardgas en olie wordt er ingeval van hout dus geen extra CO2 toegevoegd aan de atmosfeer. Daarnaast zijn er minder risico’s voor milieuvervuiling tijdens transport, zoals bij lekkende tanks en leidingen. Ook het gevaar van explosies en brand is bij de opslag van houtpellets, vergeleken met die van fossiele energiedragers, veel minder. Naast voordelen voor het milieu hebben houtpellets ook economische voordelen, zoals een prijsvoordeel ten opzichte van fossiele brandstoffen. De prijs van olie en gas wordt beïnvloed door de beperkte voorraden en stijgende milieubelastingen. Daarbij is hout vernieuwbaar in de vorm van aan te planten bomen en dus permanent beschikbaar.

Houtpellets hebben zelfs nog wat voordelen vergelijken met andere natuurlijke brandstoffen, zoals bijvoorbeeld blokken hout en houtsnippers. Deze hebben vooral te maken met de opslagruimte en transport, maar ook hebben houtpellets, mits van goede kwaliteit, een lagere uitstoot van rookgassen, CO en stofdeeltjes, dan andere biobrandstoffen. De hoeveelheid as die achterblijft is lager en het rendement is beter.

Als nadelen ten opzichte van olie en gas worden genoemd dat je een opslagruimte nodig hebt, en dat je natuurlijk zelf verantwoordelijk bent voor je voorraad houtpellets. Het aanvullen van je voorraad brengt ook weer transportbewegingen met zich mee. De asla moet elke een tot twee maanden geleegd worden. De as is wel schoon en kan daarom heel goed dienen als compost voor in de tuin.

Mariah Carey

0

Mariah Carey is een Amerikaanse zangeres die hard op weg is om de best verkopende artieste aller tijden te worden. Haar zangstem heeft een bereik van vijf octaven, en Mariah staat vooral bekend om haar hoge uithalen. Die doen een beetje denken aan Minnie Ripperton, die bekend werd met de hit “Loving You” en die Mariah noemt als zangeres waardoor zij is beïnvloed.

Mariah Carey werd geboren op 27 maart 1970 op Long Island, een eiland van New York. Toen ze haar diploma van de high school had gehaald, wilde ze al zangeres worden maar moest om geld te verdienen genoegen nemen met andere baantjes. Ze werkte een tijdje in een kapperszaak, waar de Amerikaanse zangeres Brenda K. Starr haar vroeg om achtergrondzangeres te worden. Toen Brenda ontdekte dat Mariah zelf ook zangeres wou worden en dat haar stem eigenlijk te goed was voor een achtergrondkoortjes, bracht zij haar in contact met de juiste mensen. Op een feestje stelde Brenda Mariah voor aan Tommy Mottola, de directeur van platenmaatschappij Sony Music. Hij luisterde naar een demo en was direct verkocht. Enkele dagen later had Mariah een platencontract en konden de opnames beginnen.

Er werd heel veel aandacht en geld gestoken in het lanceren van het eerste album van Mariah. Zij schreef alle nummers van deze CD zelf, samen met Ben Margulies. In 1990 kwam de krachtige ballad “Vision Of Love” uit als eerste single. Hiermee werd snel duidelijk dat ze bijzonder veel talent had. Niet lang na de single werd het album uitgebracht, dat heel simpel”Mariah Carey” heet. Dankzij haar talent en de zorgvuldige opgezette marketing nam haar succes al snel een grote vlucht.

Hierop volgde tal van successen, waarbij Mariah Carey diverse records brak, zoals de eerste artiest die het lukte om vier keer achter elkaar op nummer 1 van de Billboard Hot 100 te komen, met singletjes afkomstig van hetzelfde album. Ondertussen was ze bezig om wereldberoemd te worden en een flinke schare fans op te bouwen.

Ze deed net als vele andere artiesten mee aan de Unplugged-reeks van muziekzender MTV. Ze zong ook samen met anderen, zoals met Gloria Estefan, Celine Dion, Aretha Franklin en Shania Twain tijdens een benefietconcert van Divas Live en een duet met Whitney Houston. Ook maakte ze het kerstalbum “Merry Christmas”, dat met wereldwijd 16 miljoen stuks het best verkochte kerstalbum aller tijden werd.

Ondertussen werd haar privé-leven gekenmerkt door ups en downs. In 1993 trouwde ze met Tommy Mottola, de platenbaas die haar beroemd heeft gemaakt. Na vijf jaar huwelijk scheidden zij weer. Qua muziek schoof ze steeds meer de hiphop- en rythm & blueskant op, een richting die ze al voor haar scheiding in had gezet. Haar zesde album “Butterfly”viel qua verkoop wat tegen, maar Mariah zelf vond dat ze muzikaal gezien veel vrijer was en dat ze een enorme groei had doorgemaakt.

In de loop der jaren ging Mariah ter promotie op toernee, de eerste keer alleen langs een aantal grote zalen in de Verenigde Staten, maar later ook op wereldtournee, waarmee ze ook naar Nederland en Belgie kwam.

Met name haar succesvolste album “Music Box” werd geweldig goed verkocht. Mariah Carey werd hiermee een van de weinige artiesten, waarvan van één CD meer dan 30 miljoen exemplaren zijn verkocht. Het leverde 10 platina platen op en een Diamond Award.

Door een aantal verwikkelingen werd haar samenwerking met Sony Music verbroken en verhuisde Mariah Carey naar het label EMI – Virgin. Zij kreeg een contract van 100 miljoen dollar voor de volgende vier albums, waarschijnlijk de grootste platendeal uit de muziek geschiedenis.

Mariah Carey speelde de hoofdrol in de speelfilm Glitter, een rol die erg leek op haar eigen leven. Ook maakte ze samen met anderen de soundtrack van de film. Helaas flopten zowel de film als de soundtrack en Mariah stortte ook nog eens compleet in door de drukke werkzaamheden. Sony Music bracht een Greatest Hits album uit, dat relatief slecht werd verkocht. De platenmaatschappij Emi-Virgin wilde door dit alles van de zangeres af en kocht het miljoenen contract voor een prikkie af. In datzelfde jaar stierf haar vader.

In 2002 kreeg Mariah Carey een nieuw platencontract, nu bij Universal Music. De CD “Charmbracelet” viel commercieel gezien tegen, maar toch ging ze op wereldtournee waarbij ze ook voor de tweede keer Nederland aandeed. Hierna lastte ze een lange rustpauze in. Het album “The emancipation of Mimi” betekende in 2005 uiteindelijk haar echte come back, waarmee ze weer even succesvol was als tijdens de beginjaren.

Mariah is inmiddels weer op wereldtournee geweest en heeft een rol gespeeld in de film “Tennessee”. Voor deze film heeft ze samen met Willie Nelson het nummer “Right to dream” geschreven, haar eerste country nummer. Het lijkt erop dat de inzinking in haar carrière voorbij is zodat we ook in de toekomst meer van Mariah Carey zullen horen. Behalve muziek maken en in films spelen heeft ze een haar eigen parfumlijn. De parfum heet “M” en schijnt onder andere naar marshmallows te ruiken, snoepgoed waar de zangeres blijkbaar erg goede herinneringen aan heeft.

Wat is een broodje aap-verhaal?

0

Verzonnen verhalen die worden doorverteld alsof ze waar gebeurd zou zijn, worden in het Engels “urban myth” genoemd. Het is de moderne, stedelijke variant van veel oudere legendes en verzinsels, die in vroeger eeuwen gemeengoed waren onder plattelandsbevolking. In Vlaanderen noemt men zo’n verhaal een stadslegende of “urban legend” maar de term “broodje aap-verhaal” begint daar ook steeds populairder te worden. In Nederland raakte het begrip broodje aap-verhaal ingeburgerd nadat Ethel Portnoy in het jaar 1978 een paar moderne mythen had gebundeld in haar boek “Broodje Aap”. Zij was een Amerikaanse schrijfster die in Nederland woonde en getrouwd was met Rudy Kousbroek. De titel van “Broodje Aap” ontleende ze aan een van de verhalen, waarin uit de doeken werd gedaan hoe een vrachtwagen met een vrachtje voor een fastfood-restaurant werd aangereden. Als de achterklep openvalt, rolt het basismateriaal voor de hamburgers naar buiten, het lijk van een aap. Veertien jaar later bracht Ethel Portnoy een nieuwe verzameling moderne legenden uit, genaamd “Broodje Aap mét”.

Broodje aap-verhalen gaan meestal over een interessante geschiedenis, die vaak bol staat van bijzondere, bizarre of ronduit gruwelijke “feiten”. Afhankelijk van wie het verhaal vertelt, kan het verhaal aan overtuigingskracht winnen. Maar toch berusten de gedetailleerde feiten niet op waarheid. Er zijn weliswaar verhalen die een kern van waarheid bevatten. Maar door het alsmaar mondeling doorgeven, worden ook deze waar gebeurde verhalen zodanig veranderd dat er feitelijk niets meer van klopt. Ondertussen is er wel een bijzonder amusant verhaal ontstaan voor in het café of op een verjaardagsfeest.

Broodje aap-verhalen toen en nu

Een van de oudst bekende broodje aap-verhalen is dat van pausin Johanna, een vrouw die in de negende of de elfde eeuw paus zou zijn geweest. Zij verkleedde zich als man en wist een hele carrière te doorlopen in de kerkelijke hiërarchie, tot en met de hoogst bereikbare functie van paus. Uiteindelijk viel Johanna door de mand toen zij een kind kreeg, uitgerekend tijdens een kerkelijke processie. Dit verhaal werd pas in de dertiende eeuw op schrift gesteld en werd vervolgens door heel Europa verspreid als een waar gebeurde geschiedenis. Over de oorsprong van het verhaal bestaan er verscheidene theorieën, waaronder de theorie dat pausin Johanna wel degelijk echt heeft bestaan tot en met dat het een verzinsel was waarmee aanhangers van de reformatie de Rooms-Katholieke belachelijk wilden maken.

Net als in de periode voor de industriële revolutie dragen deze legenden iets in zich van universele angsten. Er circuleren nogal eens verschillende versies in verschillende landen, die worden aangepast aan de locale cultuur. Ook kunnen broodje aap-verhalen in de loop der tijd veranderen. Zo blijven ze interessant en gaan ze met hun tijd mee. Het verhaal van de gestolen grootmoeder werd al in heel veel versies in verschillende landen verteld, nog voordat internet bestond. Een gezin nam de oma mee op vakantie naar het buitenland, waar zij overlijdt. Om gedoe met autoriteiten en vervoerskosten voor het stoffelijk overschot te voorkomen, wordt zij in de caravan gelegd, die vervolgens wordt gestolen. Dit verhaal deed zelfs al de ronde toen er nog geen caravans bestonden, toen werd oma’s lichaam in een tapijt gerold en in een handkar gelegd of in het bagagerek van de trein gestouwd. Maar ook toen werd ze “gestolen”. Sinds de opkomst van het internet verspreiden de broodje aap-verhalen zich nog sneller. Een verhaal dat gisteren werd verzonnen in New York, kan morgen al aangepast zijn en de ronde doen in Peking en Lutjebroek.

Hardnekkige pseudo-wetenschappelijke misverstanden worden eveneens tot de broodje aap verhalen gerekend en gaan vaak heel lang mee. Ook een boek als “De Da Vinci Code” van de Amerikaanse schrijver Dan Brown wordt tot de broodje aap-verhalen gerekend. Het is een van de meest gelezen boeken van de laatste paar jaar, waarin feiten en fictie zo nauw met elkaar zijn verweven dat er een hele cultus rondom is ontstaan en je een hele studie moet doen om de werkelijkheid van de verzinsels te kunnen scheiden.

De realiteit is soms nog vreemder

Soms is het totaal onduidelijk of een verhaal nu waar gebeurd is, of dat het in de broodje aap-categorie valt. Want een enkele keer blijkt een verhaal waarvan iedereen aanneemt dat het een broodje aap verhaal is, wel degelijk waar gebeurd te zijn. Ook komt het voor dat een broodje aap-verhaal later alsnog in werkelijkheid plaatsvindt. Zo deden er al een tijd verhalen de ronde dat rancuneuze HIV-geïnfecteerden andere mensen met opzet besmetten met het virus. Er was een versie waarin de slachtoffers meldden dat zij in discotheken werden geïnjecteerd en er bestond een versie met afscheidsbrieven van vakantieliefdes, met de strekking “welkom in de wereld die AIDS heet”. Geen van deze verhalen bleek op waarheid te berusten, totdat er in 2007 een paar Groningse homoseksuelen feesten organiseerden die bedoeld waren om dit broodje aap-verhaal keiharde realiteit te laten worden. Een bekend broodje aap-verhaal uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, was dat Aziatische heroïne-smokkelaars dode baby’s gebruikten. Zij verwijderden de ingewanden en vulden de baby’s op met drugs, om zo als onschuldig jong gezin de grens over te steken. Ook dit verhaal zou een “echte” variant krijgen toen in 2008 een FARC-strijder werd berecht die ervan werd beschuldigd een baby te hebben gedood en leeggehaald om het als bom te vermommen. Dit soort onduidelijkheden en vermengingen komen de geloofwaardigheid van de broodje aap-verhalen in het algemeen alleen maar ten goede. De realiteit blijkt soms nog ongeloofwaardiger dan het vreemdste en gruwelijkste broodje aap-verhaal.

Over de Menopauze

0

De menopauze is het einde van de vruchtbare periode van vrouwen, een moment dat wordt bereikt bij de laatste menstruatie. Voor de meeste vrouwen zijn de menopauze en de overgang het gevolg van een natuurlijk proces, en vindt dit ergens plaats tussen het vijfenveertigste en vijfenvijftigste levensjaar. Maar soms gebeurt het eerder, alls bijvoorbeeld de eierstokken verwijderd zijn, dan kan de menopauze eerder intreden. Dit gebeurt ook vaak bij vrouwen die chemotherapie hebben gehad. De zogenaamde premature menopauze is een menopauze die optreedt voor het veertigste levensjaar en dit komt voor bij 1% van de vrouwen.

Het woord “menopauze” is een samenvoeging van de twee Griekse woorden voor “maand” en “ophouden”. Hoewel de menopauze strikt genomen maar een enkel moment beslaat, namelijk de allerlaatste menstruatie, wordt de gehele periode eromheen ook wel menopauze genoemd, of overgang. Deze fase, die officieel “climacterium” heet en gemiddeld zo´n zes tot twaalf jaar kan duren, is voor de vrouw de overgang naar een nieuwe levensfase. Tijdens de pre-menopauze worden de eierstokken langzaam aan steeds minder actief en produceren steeds minder oestrogenen. Daardoor geven ze steeds minder rijpe eicellen af, waardoor de vruchtbaarheid daalt. Totdat de “echte” menopauze plaatsvindt en de menstruatie geheel, en voorgoed, stopt. Dit laatste is pas met zekerheid te zeggen als de menstruatie een heel jaar is uitgebleven. In de post-menopauze die hierop volgt, zijn de hormonen nog steeds aan het veranderen. Tijdens de gehele overgang kunnen vrouwen heel uiteenlopende symptomen en gevoelens hebben. Dit varieert van gevoelens van opluchting en bevrijding tot ongemak en depressie. Daarentegen wijzen onderzoeken steeds meer uit, dat veel gevallen van echte depressies niet zozeer met de menopauze zelf te maken hebben. Zij zouden voortkomen uit het meer algemene verouderingsproces en de levensomstandigheden die bij deze fase horen. Veel vrouwen hebben te maken gekregen met zaken als een scheiding of het weduwe worden, hun kinderen gaan het huis uit en vaak zijn ze ook nog verantwoordelijk voor de zorg voor bejaarde familieleden.

Hoe de menopauze wordt ervaren, is bijna per vrouw verschillend. Daarbij zijn niet alleen de fysieke klachten en de hormonale veranderingen bepalend, maar ook hoe de vrouw in kwestie aankijkt tegen de nieuwe levensfase. De menopauze is een duidelijke mijlpaal is in het proces van het ouder worden, die vaak gepaard gaat met de eerder genoemde levensomstandigheden. Fysiek gezien verandert de hormonale balans van het lichaam. Daardoor verandert de menstruatie, maar dit kan op verschillende manieren. Bij sommige vrouwen stopt het van het ene op het andere moment, en bij anderen neemt het geleidelijk af, zowel qua frequentie als qua heftigheid van de bloedingen. Door de hormoon-veranderingen kunnen de vrouwen onder andere snel geïrriteerd kan raken of last hebben van heftige stemmingsschommelingen. Daarnaast treden er allerlei fysieke symptomen zoals hartkloppingen en de beruchte opvliegers, het meest bekende symptoom van de menopauze. Hierbij krijgt de vrouw het zonder aanleiding ineens heel erg warm, loopt rood aan en gaat hevig zweten. De opvliegers worden eveneens veroorzaakt door hormoon-veranderingen, die de temperatuurcontrole van het lichaam beïnvloeden. Daarnaast komen klachten als concentratieverlies, vergeetachtigheid en klachten aan de urinewegen voor zoals incontinentie. Seksuele veranderingen komen voor, zoals vaginale droogheid en een verminderde interesse in seks. Later in de menopauze kunnen er ernstigere symptomen optreden omdat de vaginawanden steeds dunner, droger en minder elastisch worden en kwetsbaarder voor besmetting. Sommige vrouwen in de menopauze lijden aan slapeloosheid of een verstoorde slaap. Dit gebrek aan slaap leidt uiteraard overdag tot ongemak. Ook kan het cholesterolgehalte van het bloed gaan stijgen en is er, althans in West Europa en de Verenigde Staten, een verhoogd risico op botontkalking.

Behandeling van de symptomen

Wanneer er sprake is van ernstige klachten, veroorzaakt door de menopauze, dan worden soms hormoon-vervangende preparaten gegeven. In de Verenigde Staten was dit langere tijd heel gebruikelijk. Men meende dat deze behandeling het risico op botontkalking en op hart- en vaatziekten zou verlagen. Maar het lijkt er op dat deze hormoonvervangings-therapie bijwerkingen heeft. Vrouwen hebben als gevolg van de behandeling mogelijk een groter risico op een aantal andere ziekten. Daarbij wordt gedacht aan de ziekte van Alzheimer, hartziekten, borstkanker en herseninfarcten. Ook wordt er wel op gewezen dat de menopauze een natuurlijk proces is, en geen ziekte die je moet behandelen met een hormoonpreparaat. Aan de andere kant, kun je bijvoorbeeld in geval van erge klachten, natuurlijk wel kiezen voor verlichting van de symptomen. Hoe dan ook is de menopauze een periode die vraagt om je wat meer in acht te nemen, je bent tenslotte geen twintig meer. Regelmatige lichaamsbeweging kan helpen om het hormonale evenwicht zoveel mogelijk te handhaven en om de spiermassa te bewaren. Gezond eten is natuurlijk voor iedereen belangrijk, en dit geldt ook voor vrouwen in de overgang. Je kunt informeren bij je arts of het nodig is om extra vitamines en mineralen te nemen. Er bestaan overigens speciale supplementen, die gericht zijn op deze levensfase. Ook van soja-producten is het bekend dat zij op een natuurlijke manier kunnen helpen, omdat soja rijk is aan isoflavonen, die een gunstig effect hebben op de hormoonhuishouding. Het wijd verbreidde gebruik van soja in Aziatische landen, in plaats van dierlijke eiwitten, is mogelijk de oorzaak dat in deze landen nauwelijks botontkalking voorkomt, ook niet bij vrouwen na de menopauze. Met vriendinnen of andere lotgenoten praten kan helpen om de emotionele klachten en de stemmingswisselingen in een juist perspectief te zien. Maar als dit niet toereikend is, neem dat contact op met je huisarts. Als de psychische symptomen die voortkomen uit de overgang, of je levensomstandigheden, ernstig zijn ben je misschien gebaat bij professionele hulp.

Waarom, wanneer en hoe euthanasie

0

Medisch handelen, waardoor het leven onbedoeld wordt verkort, zoals pijnbestrijding met morfine, worden niet tot euthanasie gerekend. Het niet geven van een medische behandeling omdat die zinloos is of omdat de patiënt er geen toestemming voor geeft worden evenmin onder euthanasie gerekend. Hierdoor wordt het leven van de patiënt niet kunstmatig verlengd. Dit houdt bijvoorbeeld in stoppen met medicijnen, voedsel geven via een infuus of apparatuur uitschakelen die de patiënt kunstmatig in leven houdt. Ondanks dat dit niet onder de definitie van euthanasie van de Staatscommissie valt, wordt deze gang van zaken vaak “passieve euthanasie” genoemd.

Ook bij dieren wordt wel van euthanasie gesproken als een dier wordt afgemaakt om te voorkomen dat moet lijden. Of wanneer het wordt gedood om ingewikkelde operaties te vermijden, zonder dat het dier ooit nog de oude wordt, zoals een paard met een gebroken been.

Hoe gaat euthanasie in zijn werk?

Het leven van de patiënt wordt beëindigd door een doelbewuste medische ingreep. Deze bestaat bij voorkeur uit een overdosis van een euthanaticum, een krachtig medicijn waaraan de patiënt op zeker overlijdt. Als deze stof door een dokter, via een infuus, wordt toegediend dan wordt het middel thiopental gebruikt. Als de patiënt ervoor kiest om zelf het middel in te nemen, dan krijgt hij of zij een pentobarbital elixer om op te drinken. Deze middelen veroorzaken om te beginnen een diepe coma. Dan wordt er nog een hoge dosis pancuronium bromide of vencuronium bromide toegediend. Dit middel verslapt alle spieren van het lichaam, waaronder de spieren die de ademhaling regelen. De patiënt stopt daardoor geleidelijk met ademhalen en zal daar uiteindelijk aan overlijden.

De euthanasie-wet

Het opzettelijk beëindigen van andermans leven is in alle Europese landen bij de wet verboden en wordt vervolgd als een misdrijf, ook al gebeurt dit met goede bedoelingen. De enige Europese landen waar dat niet zo is zijn Nederland, België, Luxemburg en Zwitserland. Zwitserland is het enige land waar ook niet Zwitserse patiënten naar toe kunnen gaan om op deze wijze te sterven, in de Benelux mag dat nog niet. In de landen waar euthanasie, inclusief de hulp bij zelfdoding, is toegestaan valt dit nog wel steeds onder het strafrecht. Euthanasie is niet meer strafbaar, maar er moet wel aan de zogenaamde zorgvuldigheidseisen voldaan worden. Dit wordt de strafuitsluitingsgrond genoemd.

De zorgvuldigheidseisen luiden als volgt. Om te beginnen moet de arts ervan overtuigd zijn dat er sprake is van een vrijwillig en weloverwogen verzoek door de patiënt. Ook moet er sprake zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. De arts moet de patiënt voorlichten over zijn of haar situatie en over de vooruitzichten. De arts moet samen met de patiënt tot de conclusie komen dat er geen redelijke andere oplossing is en een euthanasie-verklaring opstellen. Daarnaast moet de arts ten minste een collega raadplegen. Deze onafhankelijke arts, of artsen, moeten de patiënt zien en een schriftelijk oordeel geven over de eerder genoemde zorgvuldigheidseisen. Tot slot moet de levensbeëindiging of de hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig worden uitgevoerd. Vervolgens kan de arts aanspraak maken op de strafuitsluitingsgrond, mits hij of zij zich heeft gehouden aan deze eisen en de euthanasie meldt bij de gemeentelijke lijkschouwer. Regionale Toetsingscommissies voor Euthanasie beoordelen vervolgens of de arts inderdaad aan de zorgvuldigheidseisen heeft voldaan.

De euthanasie-wetten in Nederland en België

In Nederland heeft de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde tientallen jaren gestreefd naar maatschappelijke aanvaarding van euthanasie. Vanaf 1 april 2002 is in Nederland de wet “Toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding”in werking. Deze wet geldt alleen voor gevallen van euthanasie, dus het doden en hulp bij zelfdoding op het uitdrukkelijke verzoek van de patiënt. Er zijn overigens ook artsen die hier niet aan mee willen werken. Zij hebben zich verenigd in het Nederlands Artsenverbond, een kleine beroepsvereniging. Deze artsen hanteren een orthodoxere versie van de hippocratische eed, waarin zij beloven hun patiënten geen kwaad te zullen doen en doen daarom principieel niet aan het beëindigen van leven.

In België kunnen bewuste en handelsbekwame meerderjarigen, die ondraaglijk fysiek en psychisch lijden als gevolg van een onomkeerbaar ongeneeslijke ziekte, euthanasie aanvragen. Dit werd in de Belgische wet vastgelegd op 28 mei 2002. De patiënt hoeft hiervoor nog niet terminaal te zijn. De aanvraag moet wel worden gecontroleerd door drie artsen, waarvan er een gespecialiseerd moet zijn in de ziekte waar de patiënt aan lijdt. Het verzoek tot euthanasie moet vrijwillig, overwogen en herhaald te zijn en de patiënt moet uitzichtloos en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden. Een Belgische arts die euthanasie heeft uitgevoerd zonder het schriftelijke verzoek van de patiënt te kunnen overleggen, heeft de wet overtreden en kan beschuldigd worden van moord.

Ondanks dat in beide landen euthanasie wettelijk is gereguleerd, is er nog veel tegenstand. Juist het legalisering van iets dat in de praktijk al jarenlang gebeurde, doet de discussie oplaaien. De tegenstand, vanuit het buitenland, maar soms ook nog in Nederland en België, vloeit meestal voort uit de religieuze overtuigingen van de tegenstanders. In het jaar 2008 laaide de discussie, zowel in België als in Nederland, weer even op door de zelfgekozen dood van de schrijver Hugo Claus in het Antwerpse Middelheimziekenhuis.

Wat heeft Gustave Eiffel allemaal gemaakt

0

We kennen allemaal de Eiffeltoren, het symbool van de Franse hoofdstad Parijs. De Eiffeltoren werd gebouwd ter ere van de Wereldtentoonstelling in het jaar 1889. Hij kreeg zijn naam van de Franse architect en constructeur Alexandre Gustave Eiffel, die in 1832 werd geboren in Dijon en in 1923 in Parijs overleed. Eiffel werd wereldberoemd door de toren, maar toch is de Eiffeltoren zeker niet het enige bouwwerk dat hij ons heeft nagelaten. Gustave Eiffel was een Fransman. Zijn Duits klinkende achternaam had hij te danken aan zijn voorvaderen, die uit Duitsland kwamen. Oorspronkelijk heetten zij Bönickhausen, maar toen bleek dat de Fransen dat niet konden uitspreken, namen zij de naam Eiffel aan, die verwees naar de streek van hun herkomst, Eifel.

De Eiffeltoren

Het ontwerp van de Eiffeltoren is eigenlijk niet van Eiffel zelf, maar werd vooral gemaakt door twee van zijn medewerkers, Emile Nouguier en Maurice Koechlin. Eiffel vond het ontwerp in eerste instantie vooral erg raar, maar dankzij de lovende kritieken draaide hij bij en kocht het ontwerp op. Er werd twee jaar gebouwd aan de Eiffeltoren, een stalen constructie met een hoogte van meer dan driehonderd meter. Al direct werd de toren het symbool van de technologische vooruitgang, die aan het eind van de negentiende eeuw voor veel inspiratie en vernieuwingen in de bouwkunst zorgde.

Oorspronkelijk zou men de toren twintig jaar na de wereldtentoonstelling weer slopen. Maar hij bleek waardevol voor de moderne communicatiemiddelen, zo werd in het jaar 1908 het eerste lange afstands-radiobericht vanaf de Eiffeltoren verzonden. De Eiffeltoren bleef dus staan en werd zelfs het symbool van Parijs. Tegenwoordig wordt hij, behalve als zendmast, vooral voor het toerisme gebruikt. Op de bovenste plateau´s heb je een prachtig uitzicht over de  lichtstad en op de eerste en tweede verdieping zijn restaurants gevestigd.

Andere bouwwerken

Voordat Gustave Eiffel zijn naam aan de Eiffeltoren verbond, was hij al een gevestigd constructeur met de bijnaam “bruggenbouwer”. Dit omdat hij honderden Franse spoorbruggen heeft  ontworpen, waarvan de meest spectaculaire het Viaduc de Garabit in de Cantal is. De in 1884 geopende brug is vijfhonderd meter lang en hangt op 122 meter hoogte over het dal van de Truyère.

Een andere bijzondere constructie is de Pont-Canal van Briare, een kanaalbrug die het Canal latéral à la Loire vijftien meter hoog en over een lengte van meer dan zeshonderd meter over de Loire voert. Geen brug, maar wel een heel bijzonder bouwsel is de decoratieve uitbreiding van het Parijse  warenhuis Le Bon Marché. De karakteristieke charme van rond het jaar 1900 is uitstekend bewaard gebleven in dit luxe warenhuis en nog altijd goed te zien voor het winkelende publiek.

Ook het Observatoire de Nice, het observatorium van Nice, kwam mede tot stand door Eiffel´s vakmanschap. Het gebouw zelf is weliswaar ontworpen door Charles Garnier, de architect van onder andere de beroemde Opéra Garnier in Parijs. Gustave Eiffel hielp hem in functioneel opzicht door een ingenieus mechanisme, uiteraard van staal, te ontwerpen. Hiermee kan de koepel van het observatorium zonder enige wrijving bewegen.

Buitenland

Ook in het buitenland heeft Eiffel zijn stalen sporen nagelaten. Zo werkte hij mee aan het Vrijheidsbeeld dat in de haven van New York staat. Het beeld, opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO, was een geschenk aan de Verenigde Staten van de Franse regering. De beeldhouwer Frederic Bartholdi heeft de buitenkant ontworpen, waarbij zijn moeder Marie model zou hebben gestaan. Het Vrijheidsbeeld bestaat uit koperen platen, die zijn bevestigd op een stalen geraamte dat is ontworpen door Eiffel. Overigens staan er in Parijs een aantal kleinere copieen. De grootse, een replica van ruim elf meter hoog, staat vlak bij de Eiffeltoren op het kleine eilandje Île des Cygnes in de Seine.

Eiffel bouwde brug Dom Luis I, die de Portugese steden Porto en Vila Nova de Gaia verbindt over de rivier de Douro. De brug bestaat uit twee dekken die door een stalen boogconstructie met elkaar zijn verbonden. Het onderste dek verbindt de laag gelegen stadsdelen en het bovenste de hoog gelegen stadsdelen, tegenwoordig voor de metro, op een hoogte van zeventig meter boven de rivier.

Ook de Konak Pier in Izmir, Turkije, is ontworpen door Gustave Eiffel. In Oost Europa, vooral in Hongarije, heeft hij ook tal van bruggen geconstrueerd. Zijn lichte, sterke boogconstructies bleven niet beperkt tot Europa maar zijn over de hele wereld te vinden. In Latijns Amerika bouwde Eiffel onder andere het spoorweg station van Santiago, de hoofdstad van Chili. Van zijn hand zijn ook tal van kerken op dit continent, bijvoorbeeld in Chili en Peru. In dit laatste land, in Arequipa, staan ook de Bolivar brug, het Fenix theater en de Mercado San Camilo. In Bolivia de gasfabriek en het La Paz treinstation, dat tegenwoordig als busstation wordt gebruikt. In Puerto Rico bouwde hij een brug, een overdekte markt en een vuurtoren.

In Azië vinden we veel van zijn werk in Vietnam, zoals het hoofdpostkantoor van Ho Chi Minh City, de Long Bien brug van Hanoi en de Truong Tien brug in Hue. Ook in Manila op de Philippijnen staan meerdere bouwwerken van Eiffel, zoals de kerk van San Sebastian en de brug Puente Quezon. In Afrika tenslotte bouwde hij in Mozambique het treinstation “Caminhos de Ferro de Mocambique” en het “House of Steel”, beiden in Maputo.

Het belang van Eiffel´s werk

Gustave Eiffel was een geniale constructeur, die in zijn tijd de vooruitgang in de architectuur flink vooruit heeft geholpen door de toepassing van het sterke en ragfijne staal in plaats van zware, ouderwetse baksteen-constructies. De Industriële Revolutie was heel belangrijk Gustave Eiffel’s werk. West Europa industrialiseerde en nieuwe technologieën en materialen kwamen niet alleen beschikbaar, maar waren ook nodig om de nieuwe ontwikkelingen te kunnen uitvoeren.

Mensen begonnen zich meer en meer te verplaatsen. Eiffel bouwde bruggen over de hele wereld en op al die plekken droeg hij bij aan een makkelijker en sneller verkeer. Zijn bruggen waren relatief goedkoop omdat zij door ongeschoolde arbeiders in elkaar konden worden gezet. Ook dit was een aspect van het nieuwe, industriële tijdperk. Opdrachtgevers over de hele wereld zagen zijn bruggen en bouwwerken dan ook als een mogelijkheid om hun eigen stad een nuttig symbool van die nieuwe tijd mee te geven. Hoewel het meeste werk van Gustave Eiffel inmiddels meer dan honderd jaar oud is, straalt het nog steeds energie, kracht en rankheid uit.

Wat over Rage Against the Machine

0

Het verhaal begint allemaal bij gitarist Tom Morello. In 1986 verhuisde hij, nadat hij afgestudeerd was op de Harvard-universiteit, van Illinois naar Los Angeles. Zijn droom was om een echte rockster te worden. Hij besloot te beginnen bij Lock Up, een band waarmee hij één album, Something Bitchin’ This Way Comes (1989), uitbrengt. Het succes van het album blijft echter uit en de band besluit uit elkaar te gaan. Echter, in zijn tijd bij Lock Up ontmoette hij Brad Wilk, die een auditie gedaan had als drummer in Lock Up.

In Californië was rond dezelfde tijd eenzelfde verhaal aan de gang met Zack de la Rocha als frontman van de band Inside Out. De band bracht één ep uit: No Spiritual Surrender (1990). Datzelfde jaar stapt gitarist Victor DiCara uit de band. Na een mislukte poging om de bandleden bij elkaar te vallen, ontmoetten Morello en de la Rocha elkaar in een club. Ze raken aan de praat en het bleek dat het duo dezelfde politieke opvattingen hadden. Het duurde dan ook niet lang voordat de twee besloten een band op te richten. Dit deden ze met Brad Wilk als drummer en Tim Commerford als bassist, die de la Rocha al kende sinds de basisschool en tevens samen met de la Rocha in Juvenile Expression zat.

Ze besluiten om de naam Rage Against the Machine te nemen, aangezien dit al een lied was van Inside Out. Later werd deze naam ook de titel van hun tweede album.

Tien tips voor artikelen die lezers boeien.

0

Niet altijd is de kwaliteit van een stuk tekst verantwoordelijk voor het boeien van de lezer, maar veel meer de totaalindruk die een artikel maakt. Oké, het mag inhoudelijk dan het beste artikel van de wereld zijn, maar 10 pagina’s tekst, lettergrootte 10, Times New Roman en dat allemaal verpakt in saaie vakterminologie en komplexe zinsconstrukties, dat lees je toch niet uit vrije wil. Of op zijn minst met gezonde tegenzin. Dus waarom zou je het je lezers moeilijk maken? Ik geef toe, menig vakverhaal is complex en men ontkomt er niet aan om dat ook complex te brengen, maar daarbij kan men toch op zijn minst de volgende tips ter harte nemen.

 

·               Schrijf levendige en begrijpelijke teksten en voorzie die van aansprekende voorbeelden. Niet iedereen is in detail met je thema bekend; Plaats indien nodig een link naar Wikipedia. De leek zal het je in dank afnemen.

·               Vermijd ingewikkelde zinsconstructies, die men pas na twee tot driemaal malen lezen begrijpt. “Kiss”, oftewel ” Keep It Simple Stupid”!

·               Druk belangrijke teksdelen “Vet” of “Cursief”. Het oog wil ook wat!

·               Het is een open deur, maar een plaatje zegt meer dan 1000 woorden! Neem dus plaatjes op in je tekst. Niet teveel, maar ook niet te weinig. Het verlevendigt je proza en de lezer neemt je tekst makkelijker op.

·               Schrijf niet over thema’s die al tot vervelens toe in de diverse blogsites werden doorgekauwd. Bied je lezer iets extra’s!

·               Maak gebruik van lijsten. Ze geven struktuur aan je tekst en het oogt goed.

·               Gebruik een op CSS gebaseerde opmaak voor paragrafen, lijsten en citaten. Hoe dat in zijn werk gaat? Een artikel hierover volgt nog.

·               Deel je tekst zinvol in, maak samenvattingen en plaats goedgekozen kopjes. Zo onderscheid je individuele tekstdelen en bied je de lezer een mogelijkheid tot het maken van tekstsprongen. Hij haakt niet meteen af maar kan van item naar item springen en de voor hem boeiende tekstdelen snel selekteren.

·               Bied mogelijkheid voor discussie en commentaar. Eindig je tekst eens met een vraag. Commentaar bindt de lezer.

·               Schrijf over terzake doende thema’s en verveel je trouwe lezers niet met uitsluitend traffic-genererende teksten, alleen bedoeld om wat geld in het laatje te brengen.

 

Wat zijn jouw suggesties voor aansprekende bijdragen? Ik ben benieuwd………..!

 

 

Parijs heeft mooie Vlooienmarkten

0

Vlooienmarkten van Parijs

Vlooienmarkten, brocantes en antiekwinkels zijn een onuitputtelijk bron van verrassingen. Je kunt er van alles vinden, van olielampen tot omabrilletjes, van dierenschedels tot kristallen kroonluchters en nog veel meer. Voor echte koopjes moet je vooral een goed oog hebben, maar zelfs als je niets koopt kan een vlooienmarkt een interessant en onderhoudend spektakel bieden.

Het mekka van de vlooienmarkten is de Franse hoofdstad Parijs, die maar liefst vier enorme vlooienmarkten heeft, waarvan de vlooienmarkt Saint Ouen in de wijk Clignancourt de bekendste en de grootste is. Andere interessante Parijse vlooienmarkten zijn die van Vanves, Montreuil en de Marché d´Aligre.

Saint Ouen

De “Marché aux Puces de Saint Ouen”, zoals deze vlooienmarkt officieel heet, is de grootste antiekmarkt ter wereld. Deze vlooienmarkt ligt in het achttiende arrondissement tussen Porte de Sant Ouen en Porte de Clignancourt. Eigenlijk bestaat Saint Ouen uit twaalf aparte markten, die  samen meer dan tweeduizend kramen tellen. De verschillende markten hebben ieder hun eigen specialiteit en bijzondere karakter. Er zijn er met vooral goedkope rommel, maar er is ook een groot gedeelte met echt, kostbaar antiek.

De markt Paul Best, met meer dan tweehonderd kramen in zeven hoofdpaden, is al een vlooienmarkt van formaat op zich met veel meubels en andere woon-hebbedingetjes. Deze markt  omsluit de Marché de Serplette, momenteel de meest trendy markt van Parijs.

De Marché des Rosiers is gespecialiseerd in Art Deco en Art Nouveau. Minder bekend en wat aan de buitenkant vind je de Marché Jules Vallès, een stoffige oude opslag, waar je best nog wel eens iets aardigs tussen kunt vinden als een mooie oude affiche en grammofoonplaten voor een prikkie. De Malik markt lijkt erg op het Waterlooplein in Amsterdam, met een overvloedig aanbod aan legerkleding, leren jacks, schoenen, wierook, sieraden en accessoires uit het hippie-tijdperk. Populair bij echte snuffelaars is de Marché de Vernaison. Deze bestaat al bijna honderd jaar en wordt nog steeds gehouden in een doolhof van kleine straatjes. De nostalgische sfeer van grote hoeveelheden oude spulletjes onder schaduwrijke oude bomen brengt je terug naar de rommelmarkten van vroeger. Sieraden, poppen, meubelen en wat al niet meer kan er van eigenaar verwisselen. In de galerie “Antica” er vlakbij zijn twaalf antiquairs gevestigd, die zich hebben gespecialiseerd in spullen uit de negentiende en twintigste eeuw. Ook vlakbij, op de Malassis markt, vind je meer dan honderd thema-boetiekjes met onder andere ansichtkaarten, zeevaart objecten, horloges en meubels uit de jaren dertig tot en met zeventig.

De Marché Biron wordt ook wel “Faubourg Saint-Honoré des Puces” genoemd, vanwege het hoge,  chique niveau van de koopwaar. De markt bestaat uit ruim tweehonderd antiquairs met een zeer uitgekiend, kostbaar en zeldzaam assortiment van onder andere designmeubelen, originele schilderijen en andere kunst. Marché de Dauphine is de laatst toegevoegde markt, maar niet minder interessant. Bijna tweehonderd marktlieden bieden onder andere primitieve kunst, meubels en achttiende eeuws houtwerk aan. Ook vind je er veel boekenkraampjes, tweedehands kleding, korsetten en pikant ondergoed.

Behalve koopwaar, vind je in het gebied talloze bistro’s en restaurants om op krachten te komen tijdens het snuffelen. De vlooienmarkt van Saint Ouen is zo uitgebreid dat, als je naar iets specifieks zoekt, je het best  “Le Plan Guide du marché aux Puces de Paris Saint-Ouen” aan kunt schaffen. Dit kan bij de Parijse VVV-kantoren en in Franse boekhandels. In dit boekje staat een overzicht van alle kramen, paden en heeft een index, die is gerubriceerd op specialiteit.

Als je echt bang bent om te verdwalen op de vlooienmarkt van Sant Ouen, dan kun je ook gebruikmaken van de rondleidingen met gids, die in de wijk worden verzorgd. De vlooienmarkt van Saint Ouen is elke zaterdag, zondag en maandag geopend van 7.00 tot 19.00 uur. Je komt er met de metro naar Porte de Clignancourt.

Vanves

De vlooienmarkt “Les Puces de de Porte de Vanves” ligt in het veertiende arrondissement, aan de Avenue Georges Lafenestre tussen Porte de Vanves en Porte de Didot. De 350 marktkooplieden van Vanves gebruiken niet alleen de standaard marktkramen, maar vaak ook hun eigen bouwsels en soms alleen de stoep. Zij zijn vooral gespecialiseerd in meubelen, huisraad, beddengoed, schilderijen, snuisterijen en andere oude rommel. De sfeer is gezellig en de prijzen zijn alleszins redelijk. De vlooienmarkt van Vanves is open op zaterdag en zondag van 7.00 tot 19.00 uur en om er te komen neem je de metro naar Porte de Vanves.

Montreuil

“Les Puces de de Porte de Montreuil” vind je in het twintigste arrondissement aan de Avenue de Porte de Montreuil. Dit is een echte volksmarkt met veel snelle handelaren. Je vindt er vooral meubels, huishoud-artikelen, gereedschap en vaatwerk. Verder oude hoeden en brillen, schoenen uit de zeventiger jaren en de onvermijdelijke ansichtkaarten. De marktkooplieden zijn in de afgelopen jaren wat in aantal afgenomen, maar er zijn nog steeds echte koopjes te vinden.

Je komt er met de metro Porte de Montreuil en de markt is geopend elke zaterdag, zondag en maandag van 7.00 tot 19.00 uur.

Marché d´Aligre

De Marché d´Aligre, ook wel bekend als de vlooienmarkt van Beauvau, wordt gehouden op de Place d´Aligre in het twaalfde arrondissement. Deze markt bestaat uit markthallen en een buitenmarkt. Op de buitenmarkt vind je vooral veel Afrikaanse en Caribische koopwaar, en verder veel tweedehands kleding en oude rommel. De Marché d´Aligre is de hele week ´s ochtends open van 8.30 tot 13.00 uur en zaterdags de hele dag. De dichtstbijzijnde metrohalte is Ledru Rollin.

Alles bij elkaar bieden de vlooienmarkten van Parijs voor ieder wat wils. Of je nu speciaal op zoek bent naar echt antiek, een object voor je verzameling, aparte kleding of hebbedingetjes voor in huis. Of als je alleen maar rond wilt snuffelen en wie weet onverwacht de koop van je leven tegen het lijf loopt. Om de snuffeltijd optimaal te benutten, is het aan te raden om zo nu en dan uit te rusten en een kop koffie of, geheel in stijl, een glaasje wijn te drinken. Zo voorkom je, dat het je na een paar uur duizelt van alle spulletjes die je ziet, waardoor het perfecte hebbedingetje over het hoofd ziet. Let op vlooienmarkten altijd goed op je spullen en zeker op je portemonnee, maar dat geldt voor alle plaatsen waar zich veel mensen samengroepen.

Crocs

0

Crocs ?

Hoewel sommige mensen ze uitzonderlijk onelegant en kinderachtig vinden, zijn Crocs door de fabrikant niet aan te slepen. De felgekleurde, lichtgewicht klompen met gaten zijn niet meer uit het straatbeeld weg te denken. Als je ze eenmaal aan je voeten hebt gehad, dan weet je ook waarom. Crocs worden gemaakt van Croslite, een vorm van PCCR (Proprietary Closed Cell Resin). PCCR is een kunststof die geen plastic is, maar ook geen rubber. Het symbool van de krokodil, waarvan ook de naam Crocs is afgeleid, is bewust gekozen. Krokodillen zijn net als de schoenen sterk en robuust, gaan lang mee en zijn geschikt voor in het water en op het land. Bovendien lijken de eerste modellen Beach en Cayman van opzij op een krokodillensnuit.

De geschiedenis van Crocs

De geschiedenis van het bedrijf Crocs lijkt wel een klassiek ondernemerssprookje. Er waren eens drie vrienden, Scott Seamans, George Boedecker en Lyndon Hansen uit Boulder in Colorado, Verenigde Staten. Zij gingen vissen in het Caribisch gebied, waarbij een van hen een paar opvallende klompen van het Canadese merk “Foam Creations”droeg . Onder de indruk van de unieke eigenschappen van de klompen, besloten de drie vrienden om de Amerikaanse licentie te kopen. Zij veranderden de naam van de schoenen in Crocs en lanceerden hun product op de botenshow van Fort Lauderdale in 2002. Vooral via mond tot mond reclame werden Crocs bijzonder populair onder bootliefhebbers, en later onder verplegend personeel en tuiniers. In deze periode produceerde het bedrijfje van de drie vrienden vijftienhonderd paar schoenen, en hun omzet bedroeg vierentwintigduizend dollar. In eerste instantie waren de rubberachtige gekleurde schoenen bedoeld als een boot- en buitenschoenen, maar vrij snel werden zij een trendy mode-item met enthousiaste liefhebbers en -dragers onder alle lagen van de bevolking. Vijf jaar later was Crocs dan ook uitgegroeid tot een beursgenoteerd bedrijf met een omzet van 224 miljoen dollar en verkooppunten in meer dan tachtig landen. Daarnaast zijn Crocs over de gehele wereld via internet te bestellen. Europa werd overigens veroverd via dezelfde strategie als in de Verenigde Staten. Aanvankelijk richtte men zich op ziekenhuispersoneel en op de trendy scene van beroemdheden, waardoor gaandeweg bijna iedereen er mee wegliep. In april 2006 waren er vijfhonderd verkooppunten in de Benelux, en twee jaar later was dit aantal meer dan verdubbeld. Behalve verkooppunten in al bestaande sportzaken, opende Crocs ook een paar eigen, speciale Crocs-winkels in onder andere Maastricht en Den Haag. 

Wat is er zo bijzonder aan Crocs?

Het materiaal waarvan de Crocs worden gemaakt, Croslite, is anti-bacterieel. Het slipt niet waardoor de zool geen profiel nodig heeft, waar vervolgens ook geen vuil in blijft hangen. De meeste modellen Crocs hebben ventilatiegaatjes, waardoor je voeten koel blijven. Crocs zijn geschikt voor in het water en in het zand, hoewel door de ventilatiegaten wel zand en steentjes worden geschept. De binnenzool is voorzien van massagepuntjes, die zorgen voor een goede doorbloeding van je voetzool. Crocs zijn er in ontelbare kleuren. De meest verkochte kleuren in Nederland zijn neutraal zwart, bruin en marineblauw, maar ook fellere kleuren als rood, lichtblauw en fuchsia-roze doen het goed. Er zijn verschillende modellen, zoals de klassieke “Beach” en zijn slankere broertje “Cayman”. Daarnaast zijn er kaplaarzen, Crocs met een klittenband-sluiting of met veters en nog veel meer. Er is een tendens naar elegante Crocs zoals “Prima”, “Athens” en “Baja to Bali”. Het inmiddels al zeer ruime assortiment wordt nog steeds verder uitgebreid met nieuwe modellen.

Crocs wegen nog geen 200 gram, dus je voelt nauwelijks dat je schoenen aan je voeten hebt. Vooral mensen die de hele dag staan of lopen, zoals verplegend- en horecapersoneel, willen vaak geen andere schoenen meer dragen. Crocs zijn goed betaalbaar, rond de veertig euro. Dit lijkt veel als je ze vergelijkt met plastic slippers, maar Crocs zijn volwaardige schoenen, waarmee je goed kunt lopen en die je qua prijs ook daarmee moet vergelijken. De vele Chinese imitaties die in de handel zijn voor rond de tien euro zijn in geen enkel opzicht te vergelijken met het draagcomfort dat de echte Crocs bieden.

Crocs accessoires

Sinds Crocs niet alleen functioneel op boten en in ziekenhuizen worden gedragen, maar mode-items zijn geworden, worden zij vergezeld van hebbedingetjes. De belangrijkste aanvulling op je Crocs zijn Jibbitz. Dit zijn versierseltjes die je in de ventilatiegaten kunt klikken. Zij werden oorspronkelijk door een apart bedrijf gemaakt, dat een paar jaar terug door Crocs is opgekocht. Jibbitz zijn er in vele vormen, dieren, Disney-figuren, hartjes, palmbomen, hemellichamen, namaak edelstenen en nog veel meer. Ze zijn vooral populair bij kinderen, maar ook veel volwassen leuken er hun Crocs mee op. Als je veel op je knieën zit bij bijvoorbeeld het tuinieren, dan kun je je knieën beschermen met speciale kniebeschermers, eveneens gemaakt van Croslite. Dan is er nog speciale “Crocsbutter” waarmee je je Crocs kunt verwennen na al te veel zon en zee.

Crocs in de toekomst

Maar het bedrijf Crocs gaat door. Aangezien de schoenen sterk zijn en jaren meegaan hoef je niet om het jaar nieuwe te kopen, tenzij je verslingerd bent geraakt aan zoveel mogelijk verschillende kleuren te kopen. Het bedrijf moet het assortiment daarom voortdurend uitbreiden om de kassa door te laten rinkelen. Daarom is het niet gebleven bij de plompe, felgekleurde Crocs uit de beginjaren. Zo is er een dure damesschoenenlijn “YOU” geïntroduceerd, een lijn van gewone leren schoenen, die eigenlijk niets meer lijken op de “oer” Crocs. Ze zijn uitgevoerd in schapenvacht en leer en kosten tussen de 150 en 300 euro. Ook voor mannen komen er normale, leren schoenen aan. Momenteel is het bedrijf Crocs bezig om een kledinglijn te introduceren, die wordt gemaakt van hetzelfde materiaal als de schoenen, Croslite dat wordt gemengd met katoen. Als eerste zal een  kledinglijn voor mannen en kinderen in de Amerikaanse winkels liggen. Maar ook met de oude, vertrouwde Crocs zijn er nog talloze variatie-mogelijkheden. Er zijn collector´s items als de Disney- en Batman-Crocs en in de Verenigde Staten zijn al mogelijkheden voor studenten om Crocs te dragen met het logo van hun studentenvereniging. Kortom, Crocs blijven zeker niet beperkt tot de karakteristieke en comfortabele boot- en strandschoenen. We zullen in de toekomst nog veel gaan zien van dit innoverende bedrijf.

Wie was Leonardo Da Vinci

0

Leonardo da Vinci was een beroemde Italiaanse uitvinder, ingenieur, schilder, beeldhouwer, architect, schrijver en componist. Behalve met de kunsten en uitvindingen, hield hij zich ook bezig met wetenschappen als filosofie, natuurkunde, scheikunde, en astronomie. Leonardo da Vinci werd op 15 april 1452 geboren in Italië, waarschijnlijk in Anchiano, een dorp bij Vinci in de buurt van Florence. Hij overleed in 1519 in Amboise, Frankrijk. In zijn tijd, de Renaissance, was hij als “uomo universale”, Italiaans voor “universeel, veelzijdig mens”, een lichtend voorbeeld. Maar ook in onze tijd wordt zijn werk als geniaal gezien. Leonardo was zijn tijd ver vooruit want hij hield zich onder andere bezig met het ontwerpen van moderne machines, zoals een soort van helikopter, een onderzeeboot en een apparaat dat mogelijk een rekenmachine was. Dit zijn apparaten die pas eeuwen later ook daadwerkelijk zouden worden gemaakt.

Het leven van Leonardo da Vinci

Leonardo’s vader was, evenals zijn voorvaderen, notaris, waardoor zijn geboortedatum precies bekend is. “Leonardo di ser Piero da Vinci, Leonardo, de zoon van heer Piero uit Vinci, schreef zijn grootvader in het familieboek. Leonardo da Vinci was het resultaat van een avontuurtje tussen de deftige notaris Piero en het eenvoudige boerenmeisje Chataria. Waarschijnlijk groeide Leonardo eerst op bij zijn moeder op het platteland. Toen “Lionardo”, zoals hij zelf schreef, ouder werd ging hij bij zijn vader en zijn stiefmoeder Albiera wonen. Leonardo kreeg, waarschijnlijk door zijn status als buitenechtelijk kind, geen klassieke opleiding maar wel lessen in onder andere taal, wiskunde en muziek. Hij bleek een bijzonder goede en leergierige leerling, die al snel zijn leraren wist te verbazen met vragen die zij niet konden beantwoorden. Daarnaast blonk hij uit in muziek en in tekenen, dat zijn grote passie werd. Zijn schriftje nam hij overal mee naar toe om aantekeningen te maken en te tekenen.

Leonardo was linkshandig en schreef van rechts naar links. Op het platteland tekende hij vaak dieren en planten heel natuurgetrouw na. Zijn vader en zijn leraar ontdekten dat Leonardo een heel bijzonder kind was, en zij besloten om hem bij Andrea del Verrochio in de leer te doen. Deze veelzijdige leermeester was schilder, beeldhouwer en werktuigbouwkundige. Hij bracht Leonardo vele beginselen van de kunsten bij maar erkende al gauw het grotere talent van zijn leerling. In 1472 werd Leonardo da Vinci lid van een schildersgilde, en was daarmee zelfstandig schilder, maar hij bleef nog lang bij Verrocchio werken. Pas aan het eind van de vijftiende eeuw ging hij als schilder, beeldhouwer, muzikant en bouwkundige werken voor Ludovico Sforza, de hertog van Milaan. Aan dit hof had hij bijna twintig jaar lang zijn eigen werkplaats en leerlingen om hem te helpen.

Toen Milaan werd bezet door de Fransen, ging Leonardo naar Florence, waar hij als militair architect en ingenieur voor Cesare Borgia werkte. Een paar jaar later keerde hij terug naar Milaan en woonde ook een aantal jaren in Rome. Daar werkten in die tijd ook de veel jongere schilders Michelangelo en Rafael, maar hij had weinig contact met hen. In het jaar 1516 ging Leonardo da Vinci naar Amboise, waar hij werkte voor de Franse koning Frans I tot zijn dood in 1519. Het herenhuis Clos-Lucé, waar Leonardo woonde, is nu een museum over zijn leven en werk, waar je veel voorbeelden van zijn uitvindingen kunt zien. De meester zelf ligt begraven in de St. Hubertuskapel van het kasteel van Amboise.

Leonardo da Vinci is nooit getrouwd geweest en was mogelijk homoseksueel. Hij was in zijn tijd een controversieel figuur. Hij had echter zoveel talent dat hij zich zijn eigenwijsheid en onafhankelijke geest kon permitteren. Hij kreeg diverse opdrachten van de Rooms-Katholieke Kerk en stond zijn hele leven onder bescherming van invloedrijke personen, waaronder de paus zelf. De kerk was al iets aan het versoepelen in de Renaissance, maar toch was men niet echt blij met activiteiten als anatomisch onderzoek. In een van zijn manuscripten is ook de opmerking “De zon staat stil” te vinden, hetgeen mogelijk verwijst naar de moderne heliocentrische visie van het zonnestelsel. Dit stond lijnrecht tegenover het toen nog geldende dogma van de aarde als centrum, waar de zon en de planeten om heen draaiden.

Leonardo da Vinci´s werk

Tijdens zijn periode aan het hof van hertog Ludovico van Milaan schilderde hij “De dame met de hermelijn” en de “Madonna van de grot”. In opdracht van hertog Ludovico schilderde hij ook zijn meesterwerk “Het Laatste Avondmaal” op de zuidelijke muur van een refter in Milaan. Dit schilderij is perfect qua perspectief en suggereert beweging van de afgebeelde personen, iets dat in die tijd nog ongekend was.

Het bekendste schilderij van Leonardo da Vinci is waarschijnlijk de “Mona Lisa”, een onbekende vrouw met een vreemde, mysterieuze glimlach. Zowel de vrouw als haar glimlach zijn met raadsels omgeven. Zo wordt er wel beweerd het eigenlijk een man is, maar ook dat haar merkwaardige glimlach veroorzaakt werd doordat een ziekte haar mond vervormd zou hebben. In ieder geval heeft dit opvallend kleine schilderijtje, dat je kunt zien in het Parijse museum het Louvre, nog altijd veel bekijks. Ook maakte Leonardo op latere leeftijd het bekende zelfportret, het enige dat hij van zichzelf maakte, getekend met rood krijt. Even bekend is ook zijn tekening van de “Man van Vitruvius”, de afbeelding van een man met gespreide armen en benen, die het ideale menselijk lichaam weergeeft, gebaseerd op de gulden snede, de verhouding 1:1,618.

Slechts zeventien van zijn schilderijen en geen van zijn beelden zijn bewaard gebleven. Wel veel tekeningen, die eigendom zijn van de Britse koningin Elisabeth en die worden bewaard in de Koninklijke Collectie van Windsor Castle.

Naast schilderen en beeldhouwen hield Leonardo da Vinci zich bezig met wetenschap en techniek. In Milaan leerde hij beroemde architecten kennen en werkte met ze samen aan een aantal openbare werken van Milaan. Ook interesseerde Leonardo zich voor anatomie. Aanvankelijk als beeldend kunstenaar, maar later ook als wetenschapper. Hiervoor ontleedde hij regelmatig lijken, om te weten hoe het menselijk lichaam precies in elkaar zit. Maar aan de andere kant zorgde hij ook voor vertier aan het hof van hertog Ludovico. Hij organiseerde fantastische schouwspelen, waarvoor hij tevens de decors ontwierp en mechanische dieren maakte zoals een soort robot-leeuw.

Hij trok veel op met wiskundigen, vooral met Luca Pacioli, met wie hij zijn bevindingen over gewichten, lichtval, beweging en explosies bespreekt. Hij maakte geometrische studies en hield zich bezig met waterbouwkunde, onder andere met sluizen en dammen voor de streek Lombardije en de drooglegging van een moeras.

Tot slot was hij behoorlijk in de ban van vliegen en deed meerdere pogingen om zelf te kunnen vliegen. Dit met behulp van vleugels en vliegmachines, die hij uiteraard zelf ontwierp. Hiertoe observeerde hij eerst vogels tijdens de vlucht en bestudeerde de stand van hun vleugels tijdens het opstijgen en het dalen. Na vele experimenten trok hij uiteindelijk de conclusie dat een mens met twee vleugels onvoldoende kracht heeft om zichzelf de lucht in te houden. Maar hij ontdekte wel het belang van luchtdruk, windsnelheid en windrichting. Dit leidde tot tal van ontwerpen van apparaten die vergelijkbaar zijn met helikopters, parachutes en paragliders, hoewel deze pas eeuwen later echt van de grond zouden komen.

De invloed van Leonardo da Vinci

Leonardo noteerde zijn wetenschappelijke bevindingen zeer gedetailleerd in aantekenboeken, die een soort combinatie zijn van kunst en wetenschap. Hij hield deze manuscripten echter voor zichzelf en publiceerde ze niet, waardoor hij nauwelijks andere wetenschappers, ingenieurs en kunstenaars heeft geïnspireerd. Leonardo liet zijn boeken na aan zijn vriend Francesco Melzi en deze zijn gelukkig bewaard gebleven. Zoals de zogenaamde Codex Leicester, die werd opgekocht door Bill Gates die hem uitleent aan het Fogg-Museum van Harvard University zodat de geschriften bestudeerd kunnen worden.

Er zijn er tal van geschriften van Leonardo da Vinci bekend, die zich behalve op Windsor Castle in verschillende Milanese bibliotheken bevinden. De meest recent ontdekte, tweedelige codex bevindt zich in Madrid. Sinds kort zijn wetenschappers erachter gekomen dat Leonardo’s aantekeningen nogal rommelig georganiseerd zijn en dat zij, per onderwerp of ontwerp, als een soort puzzel over meerdere verschillende geschriften zijn verspreid. Nu is men bezig om verschillende onderdelen te combineren. Omdat de techniek ondertussen niet heeft stilgestaan en veel van Leonardo’s ideeën tegenwoordig realiteit zijn, werpt dit weer een nieuw licht op de genialiteit van deze veelzijdige man.