Het is een feit: praktijken puilen uit van de patiënten en lange werkdagen zijn een aanslag op het concentratievermogen van een (huis)arts met daarnaast nog bijscholingsdagen.
Dat fouten maken menselijk is, zal niemand ontkennen maar sommige fouten hebben verstrekkende gevolgen en zie dan maar eens je gelijk te krijgen. Een goede bijstandsverzekering is dan beslist geen overbodige luxe maar zelden betaalbaar. Een been afzetten en na de operatie ontdekken dat het verkeerde been is afgezet, is een onherstelbare fout. Een goed voorgesprek door de patiënt met ook de operatiearts is beslist noodzakelijk. Daar heeft de patiënt een eigen belang en stukje verantwoordelijkheid voor zijn eigen gezondheid.
Natuurlijk is niet alles te voorkomen, complicatie kunnen optreden waar niemand rekening mee gehouden had maar om deze te minimaliseren waar mogelijk is in ieders belang.an>
We worden mondiger maar dat kan nog veel beter.
Om een huisarts een goed beeld te schetsen van gevoelde klachten is het zinvol deze klachten op te schrijven. Worden medicijnen gebruikt (mogelijk door verschillende artsen voor diverse kwalen voorgeschreven), ga er dan niet van uit dat de arts hiervan op de hoogte is en zorg ervoor een overzichtslijstje bij je te dragen waarop de medicijnen en in te nemen dosering staat vermeld. Neem het zekere voor het onzekere want ook een onverhoopte noodopname in het ziekenhuis kan door gebrek aan kennis van medicijngebruik tot onnodige complicaties leiden.
Ik ben in de gelukkige omstandigheid zelden mijn huisarts te hoeven raadplegen maar soms ontkom ik er ook niet aan en dan verwacht ik dat hij mij zijn volle aandacht schenkt. Dat is niet altijd gebeurd.
Het was laat op de dag, vermoeidheid slaat toe, allemaal heel begrijpelijk maar als ik kom en zeg dat ik een blaasontsteking vermoed, gaat hij af op zijn kennis, test niet en wil me afschepen met een kindertabletje om het plassen te onderdrukken. Ook ik was moe, stond op het punt om op familiebezoek te gaan in Wales en heb me laten afschepen. Weliswaar zonder tabletjes maar toch….
Tien dagen heb ik met ellende gezeten voordat ik terug was en weer bij de huisarts op de stoep stond, nu met een flesje urine. Hij draaide hetzelfde verhaal af maar omdat ik aandrong heeft hij de urine getest. Dat mijn klachten niet met zijn kennis strookte was duidelijk toen hij met een rood hoofd terugkwam. Ik had een hele fikse blaasontsteking en kreeg een kuur.
In datzelfde gesprek vertelde ik hem ook dat ik last had van mijn ogen, dat ik lichtflitsjes zag, zowel bij geopende als bij gesloten oogleden. Hij was duidelijk nog niet hersteld van zijn schok en ik kreeg geen eenduidig antwoord op mijn vragen.
Ook bij een later bezoek kreeg ik niet duidelijk wat er met mijn oog of ogen aan de hand was.
Tijdens een verbouwing kreeg ik een stenen lat op mijn voorhoofd en had het idee dat ik meer last van mijn ogen kreeg. Dat was bijna een jaar later. Naast een flinke deuk en bloeding zag mijn huisarts toch geen link met mijn ogen maar was zo verstandig een oogarts in het ziekenhuis te bellen. Deze specialist vertelde ik de aanleiding maar ook hij kon geen verband leggen tussen het ongeval en de problemen die ik schetste met mijn zichtvermogen.
Ik antwoordde braaf op gestelde vragen, waaronder zijn vraag of ik flitsjes zag. Dat was op dat moment niet zo maar ik vertelde hem wel dat dit regelmatig gebeurde het afgelopen jaar. Bij nader onderzoek mocht ik meteen door naar de operatiekamer. De lens was bezig los te laten en er moest met spoed gehecht worden. De opmerking dat ik nog net op tijd was bracht een flinke schok te weeg.
Hechten gebeurde met een laserapparaat. Hoewel in eerste instantie geen pijn gevoeld werd, ging ik even later toch wel door de grond toen de druk werd opgevoerd.
Geen pretje dus en autorijden was ook meteen geen optie meer. Ik kon door de ingreep nog wel lichtkleuren onderscheiden maar dat was dan ook alles.
Een paar dagen later heb ik een gesprek met mijn huisarts geëist en hem gevraagd of hij de verschijnselen die duidden op mijn oogprobleem niet kende. Hij moest opnieuw door het stof.
Aangezien ik vrijwel nooit bij hem kom mag hij er gerust van uitgaan dat er iets is als hij me ziet. Ik kom echt niet voor een gezellig onderonsje en ik trek alles uit de kast om hem een beeld te geven zodat zijn gedachten hopelijk in de goede richting gaan.
Hij heeft het gesprek goed in zijn oren geknoopt en wil me zelfs wat vaker zien. Dat vind ik niet nodig en bepaal ik altijd nog zelf wanneer ik het nodig acht, maar de verstandhouding is nu helemaal duidelijk.
Toen de gezondheid van mijn ouders achteruit ging en ziekenhuisopnamen eerder regelmaat dan uitzondering werden, liep ik bij elke opname van een van beiden steeds weer tegen dezelfde afwijzing aan: ik mocht de mappen niet inzien waarin gerapporteerd stond hoe de nacht of dag verlopen was. Althans, niet zonder toestemming van de patiënt en bij elke opname gaf een van beide weer toestemming, werd dit genoteerd en mocht ik lezen. Dat had tot gevolg dat ik natuurlijk ook elke avond weer vragen had aan de verpleging. Zeer lastig dus.
Naarmate de gezondheid verder achteruit ging werd toestemming geven ook steeds lastiger en mocht ik op een gegeven moment de rapporten niet meer lezen.
Ik vind mezelf een schappelijk mens en probeer altijd in duidelijke bewoordingen en gemotiveerd tot een oplossing van een probleem te komen. Daarom vind ik het zo jammer dat uiteindelijk mijn grenzen, die best ver liggen, ook bereikt worden, zodat ik alleen nog maar duidelijker kan worden door, vergeef me mijn taalgebruik, achter uit mijn strot te gaan om zaken voor elkaar te krijgen en moet dreigen. Heel vervelend, maar ik was degene die mijn ouders in hun thuissituatie verzorgde en hun zaken moest kennen en kunnen regelen.
Na mijn boosheid en mijn opmerkingen dat als ik, zodra mijn ouders niet meer in staat zouden zijn hun goedkeuring te geven en ik de rapporten niet meer zou mogen inzien, dit ziekenhuis te maken zou krijgen met mijn advocaat.
Het werd opgelost.
Meestal hanteer ik een principe: driemaal is scheepsrecht. Als ik dan week in, maand uit van een vriendin te horen krijg dat zij met haar oorproblemen niet verder komt dan haar huisarts en zij niet het lef heeft om tegen de arts in te gaan door een verwijzing naar een kno-arts te vragen of, na het zoveelste bezoek met weer een nieuw uit te proberen medicijn, durft te eisen, heb ik geen trek meer om haar ellende aan te horen.
Dat zij, na ruim 2,5 jaar, toch een verwijzing kreeg, had ze te danken aan de assistente. De kno-arts heeft onderzocht wat het was en hoe tot een oplossing te komen. Nu gebruikt ze medicijnen waar ze ook daadwerkelijk baat bij heeft en weet ook wat er aan de hand is.
Maar met die huisarts zou ook eens een goed gesprek moeten plaatsvinden.
Toch is het nog altijd zo dat artsen als autoriteit gezien worden. Dat mag, maar als ik patiënt ben, gaat het om mij. Een huisarts weet van alles een beetje maar een specialist, het woord zegt het al, heeft zich op een bepaald gebied gespecialiseerd. Dus zou een huisarts, zeker als na een tweede of derde poging het probleem op te lossen niet effectief is, moeten overwegen door te verwijzen. En ook dan kan alsnog advies gevraagd worden aan een tweede onafhankelijke specialist als er onrust blijft bestaan.
Weigert mijn huisarts mij een doorverwijzing te geven (dat doet hij niet meer), meld ik dat gemotiveerd bij mijn verzekeringsmaatschappij en maak op eigen initiatief een afspraak in het ziekenhuis.
Veel hangt dus af van onze eigen mondigheid waarbij je desnoods begeleid wordt door een familielid of een goede vriend(in) die tot steun kan zijn en eventueel iets in kan brengen. Iemand die observeert, hoort en ziet meer.
Hoe dan ook, houd geen vragen binnen. Vragen die niet gesteld worden, worden ook niet beantwoord.