In het najaar kunnen zaden, vruchten en vorstgevoelige groenten worden geoogst. Bewaar ze op een droge, koele en donkere plek. Groenten die voor de winter moeten zijn geoogst kunnen in kisten worden bewaard en blijven op deze manier de hele winter goed.
Zaden
Zaad kan worden geoogst door voordat het zaad zich heeft ontwikkeld een papieren zak om de stengel van de plant vast te binden. Als het zaad rijp is kan de stengel worden afgeknipt en valt het zaad in de zak. Schrijf de naam van de plant op de zak.
Bloemhoofden kunnen ook worden afgeknipt en ondersteboven in een papieren zak op een droge plek worden gehangen zodat de zaden drogen en in de zak vallen. Doe dit op tijd voordat de zaden gesprongen zijn.
Zaden zijn droog genoeg als ze niet meer aan elkaar blijven plakken. Bewaar ze zoveel mogelijk bij elkaar op een overzichtelijke plek. Gebruik hiervoor een doos of kist met verschillende vakken. Leg in elk vak een ander soort zaad schrijf de naam van het zaad op en leg het erbij. Gooi overjarig zaad niet weg maar gebruik het als vogelvoer.
Bonen drogen
Bonen kunnen onder een afdakje of in de kas worden gehangen en worden geoogst als ze helemaal droog zijn.
De planten kunnen ook op het veld worden gelegd om te drogen.
Noten
Rijpe noten vallen vanzelf uit de struik of boom en kunnen dan worden geraapt. Geplukte noten rijpen niet meer bovendien is het plukken schadelijk voor het gewas. Walnoten die te lang op de vochtige grond blijven liggen krijgen een doffe kern. Raap dus regelmatig de walnoten op en laat ze drogen in een goed geventileerde ruimte maar uit de volle zon omdat het droogproces anders te snel verloopt.
De hazelaar is een kruisbestuiver. Er moeten minimaal drie hazelaars bij elkaar in de buurt staan om ze vrucht te laten dragen. Er zijn verschillende variëteiten. Sommige soorten dragen veel vrucht maar deze zijn wat kleiner andere soorten dragen minder vrucht maar deze noten zijn groot en rond.
Kruiden
Kruiden kunnen worden geoogst als het droog is. Draai touw om de bosjes kruiden en droog ze ondersteboven op een warme, droge en donkere plek. Kruiden mogen niet in de zon hangen omdat ze dan verkleuren en hun smaak verliezen. Controleer de kruiden regelmatig op schimmelvorming. Gedroogde, sterk aromatische kruiden zoals salie, rozemarijn, tijm en bonenkruid zijn gedroogd smaakvoller dan vers. Na het drogen kunnen de kruiden in potjes worden bewaard.
Appels en peren
Appels en peren kunnen in de herfst worden bewaard in fruitkistjes en buiten in de schaduw onder de boom worden gezet. Door de frisse nachten ontwikkeld de smaak en het aroma zich verder en de dauw voorkomt uitdroging. Het fruit kan tegen lichte nachtvorst maar bij matige vorst moet het fruit worden afgedekt met isolerend materiaal.
Appels kunnen ook binnen in fruitkistjes worden bewaard. Leg er niet te veel op elkaar zodat ze gemakkelijk te controleren zijn op bederf. Om het rimpelen van de appels tegen te gaan kan er papier tussen de appels worden gelegd. Bewaar ze op een donkere plek met een hoge luchtvochtigheid bij een temperatuur van ongeveer vijf graden.
Groenten
Groenten zoals wortels, bieten, knolselderij en koolraap kunnen in kisten worden bewaard. Leg onderin een kist of teil een laagje aarde. Op de aarde komt nu een laag groente zonder loof. Leg hier dan weer een laagje aarde op. Doe dit tot de kist vol is en zet het weg op een donkere, koele plek met een hoge luchtvochtigheid.