De eenhoorn is een mythisch dier, dat al eeuwenlang tot de verbeelding spreekt. Hij ziet er uit als een paard met een witte vacht en donkerblauwe ogen. Zijn meest karakteristieke lichaamsdeel is de hoorn op zijn voorhoofd. Deze is ongeveer 45 cm lang, spiraalvormig gedraaid en loopt uit in een punt. Andere verschillen met een paarden-lichaam zijn de gespleten hoeven, de staart die lijkt op de staart van een leeuw en een geitenbaard.
De geschiedenis van de eenhoorn
In de vierde eeuw voor het begin van onze jaartelling werd dit prachtige wezen al beschreven door Ctesias, een Griekse arts en historicus. Hij hoorde verhalen over de eenhoorn aan het hof van de Perzische koning, die werden verteld door reizigers uit India. Voordat de Westerse wereld kennis met hem maakte, was het dier in India en China al heel lang bekend. Via de Grieken werd de eenhoorn ook bekend bij de Romeinen. Plinius de Oudere noemde het mythische dier ook in zijn geschriften. En in de christelijke bijbel duikt hij op een aantal plaatsen op, onder andere in het boek Job. Daar staat “Wie heeft de eenhoorn zijn vrijheid gegeven, wie heeft hem van zijn banden bevrijd? Ik laat hem wonen in de wildernis, de zoutvlakte is zijn domein.” Maar ook Adam en Eva, die vreedzaam samenleefden met de dieren in het paradijs, hadden een eenhoorn rondlopen in het hof van Eden.
In de “Physiologus”, een standaardwerk over dieren en mythologische wezens dat in de tweede eeuw in Alexandrië werd geschreven, ontbreekt de eenhoorn natuurlijk niet. De antieke beschrijvingen verschillen soms iets van elkaar, want voordat de eenhoorn in boeken werd beschreven, werden er al eeuwenlang verhalen over hem verteld. Hierbij vierde de fantasie vaak hoogtij. In de Middeleeuwen werd zo nu en dan een slagtand van de narwal, een dolfijnachtige, gevonden en deze vondsten leverden het bewijs van het bestaan van de eenhoorn, ook al had niemand het dier zelf ooit met eigen ogen gezien.
In die periode zag men de eenhoorn als een sterk en woest dier, dat slechts in bedwang gehouden kon worden door een maagd. Een vijftiende eeuwse tekst geeft de volgende raad aan eenhoorn-jagers. “Een eenhoorn is zo sterk, dat geen jager hem vermag te vangen. Maar een maagd wordt geplaatst daar waar hij verwacht wordt, zij opent haar schoot en de eenhoorn legt zijn kop daarin. Hij verliest nu zijn woeste aard, valt in slaap en wordt verrast als een weerloos dier en gedood door de werpschichten der jagers”. In de christelijke mythologie raken taferelen in zwang, waarbij de eenhoorn wordt opgejaagd door engel Gabriël, waarna hij zijn gehoornde hoofd in de schoot van de maagd Maria legt. Deze wonderlijke gebeurtenis is weer in verband gebracht met de Annunciatie, waarin de geboorte van Jezus aan Maria wordt aangekondigd. Nog later werd de eenhoorn zelfs het symbool van Jezus zelf.
In het museum “The Cloisters”, een onderdeel van het Metropolitan Museum of Art in New York, is er een zaal vol met Middeleeuwse tapijten die verschillende eenhoorn-taferelen tonen. Dichterbij, in het Musée de Cluny in Parijs hangt ook een reeks van middeleeuwse tapijten met dit thema. Ondanks de opname van de eenhoorn in de christelijke symboliek, heeft hij zijn puntige uitsteeksel zijn erotische lading nooit verloren. De woeste eenhoorn, die alleen getemd kan worden als hij zijn hoorn in de schoot van een maagd legt, heeft een duidelijk seksueel ondertoontje. Vandaar ook dat eeuwenlang het poeder van zijn fijngemalen hoorn een veel gevraagd goedje was, want het zou de geslachtsdrift bevorderen. Maar ook andere medicinale krachten werden toegeschreven aan de hoorn van de eenhoorn. De Griekse arts en historicus Ctesias vermelde dat het poeder een middel was tegen vergiftigingen en dat je ook uit de hoorn kon drinken, dit beschermde je tegen vergiftigingen en krampen. In de Middeleeuwen was het Hildegard von Bingen, die een zalfje tegen lepra kende, een mengsel van een eierdooier en wat poeder van een eenhoornlever. Het was geen wondermiddel, want zij waarschuwde dat de leprozen niet zouden genezen als de Dood hen had uitverkoren of als het Gods wil is was. In later eeuwen groeide de twijfel aan het bestaan van de eenhoorn. De beroemde ontdekkingsreiziger Marco Polo was een van de eerste Westerlingen die eenhoorns in levende zag. Maar dat viel hem vies tegen. Volgens hem waren ze maar iets kleiner dan een olifant en hebben ze buffelhaar en olifantenvoeten. Ze dragen een zwarte hoorn op hun hoofd, dat veel weg heeft van dat van een wild zwijn. Verontwaardigd schreef hij dat ze lelijk zijn, het liefst in de modder rollen en helemaal geen mooie witte dieren zijn die zich laten vangen door maagden. Maar goed, dat waren dan ook geen eenhoons maar neushoorns. Ondanks de twijfel over het bestaan van de bron bleef “alicorn”, het poeder uit de hoorn, een beproefd medicijn. In de achttiende eeuw kwam het nog steeds voor op de geneesmiddelenlijst van de English Royal Society of Physicians.
De eenhoorn tegenwoordig
Op oude wapenschilden kom je de eenhoorn nog regelmatig tegen, waar hij strijdlust en dapperheid symboliseert. Je vind hem afgebeeld in familiewapens en in wapens van steden en gemeenten. Voorbeelden daarvan zijn Menaldumadeel in Friesland en Kruibeke in Vlaanderen. Ook komt hij voor als schildhouder, bijvoorbeeld samen met een leeuw in het wapen van het Verenigd Koninkrijk. Ook een aantal nonnenkloosters, waaronder de abdij van Herkenrode in Hasselt, hebben een eenhoorn in hun wapenschild. Hier verwijst hij naar het christelijke symbool voor kuisheid en maagdelijkheid.
Daarnaast speelt hij ook nog steeds een rol in films en in boeken. Zo speelt spelen er een paar eenhoorns een grote rol in “The Legend” uit 1985. Dit is een fantasyfilm van Ridley Scott met in de hoofdrollen Tom Cruise, Tim Curry en Mia Sara. Recenter komt de eenhoorn voor in “Harry Potter and the Philosopher’s stone”, waar hij zijn traditionele rol heeft van nobel en magisch dier. Kortom, de eenhoorn spreekt nog steeds tot de verbeelding, en soms wel heel letterlijk. In 2008 kwam het fabeldier zelfs meerdere keren in het nieuws. In het Italiaanse Toscane werd een reebokje met een hoorn op zijn voorhoofd geboren in een natuurreservaat. De wetenschappers die hem onderzochten, zien hem als het eerste bewijs dat de eenhoorn niet alleen in mythen heeft bestaan, maar dat hij mogelijk toch ooit echt heeft bestaan. Bijna tegelijkertijd was er nog de man uit de Amerikaanse staat Montana. Die reed door rood en parkeerde daarna zijn truck tegen een lantaarnpaal. Hij raakte bijna een andere truck, maar er raakte niemand gewond. Op het politiebureau bleek de man zwaar onder invloed van alcohol te zijn en dat was niet de eerste keer, hij was al vijf keer hiervoor veroordeeld. Deze keer vroeg hij de rechtbank om hem niet verantwoordelijk te stellen voor de aanrijding. Want volgens hem zat niet hij, maar een eenhoorn, achter het stuur.