Intelligentiequotiënt
Het intelligentiequotiënt of IQ is één van de meest gebruikte waarden voor de mate van intelligentie. Het is een score verkregen uit een verzameling gestandaardiseerde testen die zijn opgezet om de verstandelijke vaardigheden van een persoon te bepalen.
Pas sinds de jaren veertig van de vorige eeuw testen wetenschappers het IQ van mensen. Het individueel testen van volwassen personen begon toen David Wechsler in 1939 de WAIS (Wechsler Adult Intelligence Scale) publiceerde. Een voor volwassenen in Nederland veel gehanteerde intelligentietest is de Groninger Intelligentietest (GIT) die in de jaren vijftig werd geïntroduceerd.
IQ-waarden
IQ waarden worden als volgt ingedeeld:
< 25 Zeer ernstige verstandelijke beperking
25-39 Ernstige verstandelijke beperking
40-54 Matige verstandelijke beperking
55-69 Lichte verstandelijke beperking
70-84 Moeilijk lerend
85-99 Beneden Gemiddeld
100 Gemiddeld
101-115 Begaafd
116-130 Boven gemiddeld begaafd
130-144 Hoogbegaafd
145-160 Zeer hoogbegaafd
Geniaal
Psychologen hebben het IQ van een aantal bekende persoonlijkheden uit de laatste 100 jaar vastgesteld. Albert Einstein bijvoorbeeld had een relatief hoog IQ van 160. Hieronder ziet u de (soms opmerkelijke) resultaten van andere beroemdheden.
117 John F. Kennedy
125 George W. Bush
135 Arnold Schwarzenegger
137 Bill Clinton
140 Hillary Clinton
140 Madonna
160 Bill Gates
170 Linus Pauling (nobelprijswinnaar)
180 Gari Kasparov
Herzien van IQ-testen
Slechts twee procent van de mensen bereikt een IQ-waarde hoger dan 130. Ongeveer 70% bevindt zich tussen de standaardwaarden 85 en 115. Maar opvallend is wel dat bij opeenvolgende generaties de gemiddelde waarde plotseling bij een hoger IQ blijkt te liggen. Van tijd tot tijd moeten daarom de intelligentietesten worden ‘gereviseerd’. In de Verenigde Staten is zelfs wettelijk vastgelegd dat verouderde IQ-testen niet meer toegepast mogen worden als daarvan langer dan een jaar een herziene versie op de markt is.
Voor de geconstateerde intelligentietoename zijn meerdere verklaringen denkbaar. Betere voeding, opleiding en gezondheidsverzorging worden als mogelijke oorzaken aangemerkt. Een andere theorie gaat ervan uit dat de geleidelijke stijging van het intelligentiepijl in de hand gewerkt wordt door de overvloed aan beeld- en tekenindrukken die kinderen opdoen. Aangezien ook de testen voor een groot deel uit visuele opgaven bestaan, is de met foto- en filmbeelden opgewassen jonge generatie in het voordeel.
IQ ophogen met speciale voeding
Dierproeven aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) hebben aangetoond dat speciaal geselecteerde voeding de intelligentie kan verhogen. Het voedsel van muizen werd door de wetenschappers verrijkt met drie substanties: choline, dat in eidooier voorkomt, bepaalde vetzuren uit visolie en fosfaten afkomstig uit rode bieten.
In vergelijking met onbehandelde muizen wisten de proefbeestjes sneller hun weg uit een doolhof te vinden en anatomisch onderzoek wees uit dat hun hersenen meer kontaktpunten (Synapsen) bezaten. Dat houdt in dat de zenuwen van de hersencellen efficënter met elkaar kunnen communiceren.
Nu bekend is hoe men muizen intelligenter maken kan, gaat men ervan uit dat dit ook bij mensen kan functioneren. Aangenomen wordt dat de menselijke hersenen op een vergelijkbare wijze reageren als die van de proefbeestjes en dat er zich meer zenuwverbindingen tussen de hersencellen zullen vormen, waardoor de prestaties zullen stijgen.