Carnaval is een feest dat wordt gevierd in het voorjaar, waarbij het begin wordt bepaald door het tijdstip waarop veertig dagen later Pasen valt. Met oog op de berekening van de datum van Pasen begint het Carnaval op zijn vroegst op 1 februari en op zijn laatst op 7 maart. Hoe lang het duurt is per land verschillend, van oorspronkelijk drie dagen in Nederland en België tot ruim een maand in Zuid Amerika en op de Canarische eilanden. Oorspronkelijk was Carnaval vooral een eetfestijn, het feest dat vooraf ging aan Aswoensdag. Deze woensdag was weer het begin van veertig dagen vasten tot aan Pasen. Het verband tussen carnaval en vasten is in de laatste tientallen jaren echter een beetje verwaterd. Maar nog steeds is Carnaval op diverse plekken op de wered een feest waarop je je verkleedt en waarbij je je heel anders voor mag doen dan je bent. Vroeger werden de autoriteiten op de hak genomen en tegenwoordig daarbij ook de actualiteiten. Er wordt veel muziek gemaakt, in Nederland en België door dweilorkesten, maar in het Caraïbische gebied door salsa- en steelbands. Meestal kun je je vergapen aan optochten met praalwagens en natuurlijk wordt de inwendige mens goed verwend met buitensporig veel drank en hapjes.
De geschiedenis van carnaval
Carnaval had al een lange geschiedenis voordat de Katholieke kerk het feest verbond aan het vasten en er de Latijnse naam Carne vale, vaarwel aan het vlees, aan gaf. Er is overigens nog een mogelijke verklaring voor het woord Carnaval, het zou ook afkomstig kunnen zijn van het Latijnse “carrus navalis”. Dit betekent scheepswagen, dat verwijst naar een wagen of een kar die op een schip leek, het zogenaamde narrenschip. Maar voordat de Kerk zich met het feest ging bemoeien werden er al eeuwenlang dergelijke feesten gevierd. In de oudheid hadden de Romeinen bijvoorbeeld verscheidene feesten waarbij de wereld als het ware op zijn kop werd gezet en waarop er stevig werd gegeten en gedronken. Behalve tijdens de Lupercalia in februari en de Bacchanalen in maart, gingen zij zich ook te buiten op de Saturnaliën in de derde week van december en de Kalendae, de nieuwjaarsfeesten. De Lupercalia en de Bacchanalen waren typische lentefeesten waarbij het begin van de lente gevierd werden en de goden om vruchtbaarheid werd gesmeekt. Toen de Romeinen Noord- Europa veroverden, introduceerden ze hun feesten in deze streken die vermengd werden met de oude inheemse Keltisch en Germaanse rituelen. Zo ook de vruchtbaarheidsfeesten in het voorjaar. Het heidense Carnaval, waarin de Romeinse feesten waren vermengd met de feesten en rituelen van de al eerder neergestreken stammen, werd in heel Europa gevierd. Het opkomende Christendom kon deze diepgewortelde uitspattingen van het volk niet de kop in drukken. In plaats van verbieden koos de Kerk, heel praktisch, voor het opname van feesten in het eigen straatje. Zo werden de Saturnaliën en het Keltische midwinterfeest “Kerstmis” en de Lupercalia en Bacchanalen, gecombineerd met de lentefeesten het Carne vale. Het was de laatste mogelijkheid om zich te buiten te gaan voor de veertig dagen vasten. Zo werd op de dinsdag ervoor ook al het vet opgemaakt, zodat het niet kon bederven tijdens de vastenperiode. Het Carnaval in New Orleans in de Verenigde Staten, heet daarom “Mardi Gras”, Frans voor vette dinsdag.
Verschillende vormen van Carnaval
Officieel, dat wil zeggen vanuit de Katholieke kerk, duurt Carnaval van zondag tot en met dinsdag. Maar op veel plaatsen heeft men dit aanzienlijk uitgebreid. In grote delen van België en het zuiden van Nederland is de zaterdag er al bij gesnoept. Op sommige plaatsen smokkelde men er nog meer weekend bij, zodat het Carnaval zelfs al op donderdag begint. Een enkele keer blijkt zelfs het oorspronkelijk Aswoensdag ook nog een carnavalsdag te zijn. In België is men vrij eensgezind is met het vieren van Carnaval, hoewel verschillende steden en streken nu eenmaal hun eigen gebruiken hebben. In Nederland ligt dat anders, omdat niet het hele land van oorsprong Katholiek was. Wat Carnavel betreft is er dan ook een magische grens, onder en boven de grote rivieren. In Brabant en Limburg doet men uitbundig mee met België, maar in Noord Nederland zijn er hele streken waar Carnaval geruisloos voorbij gaat. Hoewel er uitzonderingen zijn in de vorm van voormalige Katholieke enclaves als Sassenheim, West-Friesland en het Westland.
Door de duidelijke link met de Katholieke Kerk, waren het de Spanjaarden, die het Carnaval naar Zuid Amerika brachten. Het Caraïbische Carnaval zijn exotische feesten met massa’s in veren getooide en schaars geklede swingende jongens en meisjes. Merkwaardig genoeg is deze Carnavals-variant later weer in onze streken terug gekeerd als Zomercarnaval, onder andere in Rotterdam. In Zuid-Amerika zijn de parade van Carnaval in Rio de Janeiro en het straatcarnaval van Salvador da Bahia, beiden in Brazilië, wereldberoemd. Het Carnaval van Santa Cruz de Tenerife op de Canarische eilanden, is er het kleine Europese zusje van. Hoewel de locale bisschop elk jaar weer tot soberheid en een kortere feestperiode maant, duurt het Carnaval op de eilanden vaak drie weken tot ruim een maand op Tenerife. Elke streek heeft er verkiezingen van haar Carnavals-koninginnen, in drie verschillende leeftijden, waarbij de ons zo bekende Prins Carnaval schittert door afwezigheid. Er zijn gala-avonden, per streek verschillende themafeesten en rituelen waarvan sommigen hun oorsprong hebben in het slavenverleden, en daar tussen door de “gewone” feestavonden. Het is er letterlijk elke nacht feest en sommige inwoners hebben voor elke avond een andere uitdossing, Het Carnaval van Venetië duurt twaalf dagen en is daarmee vergeleken heel wat ingetogener. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw werd de Middeleeuwse traditie weer in ere hersteld en de Venetianen kleden zich dan ook vooral in historische stijl. Zij dragen schitterende, luxueuze kostuums en de prachtige, typisch Venetiaanse maskers.
Kortom, er bestaat Carnaval in verschillende smaken, je kunt bijna zeggen “voor ieder wat wils”. Kom je uit België of Zuid Nederland, dan is de leut er met de paplepel in gegoten. En heb je als nuchtere Nederlander van boven de rivieren niets op met de hossende meute in boerenkielen, dan is er altijd nog het exotische Caraïbische of het ingetogen Venetiaanse Carnaval.