Musea
Aan musea geen gebrek in Brussel. In
het Jubelpark, een initiatief van koning Leopold II, vind je er een
aantal bij elkaar. Afhankelijk van je smaak kun je er het Museum voor
Natuurwetenschappen, Autoworld of het museum van het Leger en de
Krijgsgeschiedenis bezoeken. In het Jubelparkmuseum maak je een
bijzondere reis door de geschiedenis van de mensheid. Het museum
toont 600.000 kunstobjecten uit de Oudheid, de nationale archeologie,
niet-Europese beschavingen en de Europese kunstnijverheid. Daarnaast
heeft de stad nog tal van andere musea. Zoals het
Muziekinstrumenten-museum, gehuisvest in een voormalige Art nouveau
warenhuis, waarin je wordt rondgeleid door middel van een
koptelefoon. Het Museum voor Natuurwetenschappen huisvest 36 miljoen
geologische en zoölogische items, waaronder walvissen en 30
Iguanodons, eem in 1878 ontdekte dinosaurussoort. In het Museum voor
Oude Kunst en het Museum voor Nieuwe Kunst krijg je een uitstekend
overzicht van ontwikkelingen in de kunstgeschiedenis gedurende zes
eeuwen. Het Museum voor Oude Kunst bevat schilderkunst uit de
vijftiende tot de achttiende eeuw, met veel aandacht voor de
schilderkunst uit de Zuidelijke Nederlanden en het Museum voor
Moderne Kunst sluit, met werken vanaf het midden van de achttiende
eeuw, daarop aan. Voor gezinnen met kinderen zijn er een tweetal heel
geschikte musea in de vorm van het Scientastic museum, waar je speels
kennis kunt maken met “fantastische wetenschap”, en het
Speelgoedmuseum met een unieke collectie van 25.000 stukken speelgoed
van 1830 tot heden.
Wat verder weg is het Museum voor het
Stedelijk Vervoer, met een wonderlijke verzameling trams, bussen,
trolleybussen en taxi’s waarvan het oudste voertuig een dubbeldeks
paardentram uit 1868 is. In het weekend en op feestdagen rijden er
historische trams van het Trammuseum naar het Museum voor
Midden-Afrika in Tervuren, door het Zoniënwoud. Dit laatste museum
toont onder andere een rijke collectie etnografische voorwerpen uit
Centraal-Afrika, het volledige archief van ontdekkingsreiziger Henry
Morton Stanley en een verzameling van zes miljoen Afrikaanse
insecten.
Kerken
Behalve in musea, heeft Brussel nogal
wat kunst en cultuur te bieden in de vorm van talloze kerken uit
verschillende stijlperioden. Allereerst zijn er nog een aantal
vijftiende eeuwse Gotische kerken, zoals de Onze Lieve Vrouwe ter
Zavelkerk, of Kerk van de Grote Zavel. Hier stond een dertiende eeuws
kapelletje dat was gewijd aan de Heilige Maagd. In 1348 kreeg ene
Beatrijs Soetkins er een visioen van Maria, met de opdracht een
Mariabeeldje uit een kerk in Antwerpen te stelen. De kapel groeide
uit tot een pelgrimsoord, waarna de huidige monumentale kerk in
Brabantse Gotiek werd opgetrokken.
Een ander pelgrimsoord was de Onze
Lieve Vrouwe ter Kapellekerk, aanvankelijk een kerkje uit 1134 buiten
de stadsmuren. Een eeuw later werden er vijf stukjes van het Ware
Kruis gestald, destijds een attractie van formaat. Toen het
oorspronkelijke Romaanse bouwsel in 1405 door brand werd verwoest,
werd de huidige Gotische kerk gebouwd. Zowel de buitenkant als het
interieur, met onder andere een gouden gewelf, zijn de moeite van een
bezoekje waard.
Aan de Sint Michiel en Sint Goedele
kathedraal, waarvan de bouw startte in 1225, is drie eeuwen lang
gebouwd. Het is de nationale kerk van België en een prachtig
voorbeeld van Brabantse Gotiek. De voorgevel wordt gesierd door een
glas-in-loodvenster uit 1528 en ook het interieur bevat een aantal
kunstschatten.
Een mooi voorbeeld van Vlaamse Barok is
de zeventiende eeuwse Sint Jan de Doperkerk. Binnen hangen
schilderijen van de zeventiende eeuwse kunstenaar Van Loon en zijn er
grafmonumenten van de begijnen, die tot 1828 in een hofje bij de kerk
woonden. Bijzonder is ook de Sint Jan en Stefaan der Minimen kerk, in
1715 gebouwd in een overgangsvorm tussen Vlaamse barok en
neo-Classicisme. Het interieur bevat achttiende eeuwse kerkmeubels en
beeldhouwwerk en een orgel uit 1680. Tot slot de Nationale Basiliek
van het Heilig Hart , een relatief jonge maar indrukwekkende kerk,
gebouwd tussen 1905 en 1970. Koning Leopold II liet hem bouwen naar
voorbeeld van de Parijse Sacre Coeur, ter ere van de 75ste verjaardag
van België. Deze kerk is het grootste gebouw ter wereld in Art
deco-stijl en heeft een reusachtige koepel met een diameter van 33
meter. Deze kun je bereiken met een lift, waarna er een prachtig
uitzicht over Brussel op je wacht.
Art noveau in Brussel
Naast Barcelona en Wenen is Brussel de
Europese hoofdstad van de Art nouveau. De sierlijke architectuurstijl
ontstond aan het eind van de negentiende eeuw, op het hoogtepunt van
de strenge neo-Classicistische bouwstijl. Metalen structuren, lichte
materialen, zwierige lijnen, ambachtelijk houtsnijwerk en
ijzersmeedkunst en veel glas gaven de gebouwen een lichtvoetig en
organisch karakter. De Brusselse architect Victor Horta was de
grondlegger van deze stijl en de stad telt nog steeds tal van Art
nouveau-monumenten. Zo is er het Art nouveau-museum, ingericht in het
voormalige woonhuis en atelier van Victor Horta, in de gemeente
Elsene. Dit is een bruisend stadje dat, dankzij de vestiging van de
Universiteit van Brussel, veel uitgaansgelegenheden heeft en het
bijzondere Afrikaanse wijkje Matongé.
Ook in de Brusselse wijk van de Squares
vind je veel woningen in Art nouveau-stijl, zoals het smalle, maar
prachtige gedecoreerde herenhuis van Saint-Cyr op Ambiorixsquare 11.
Het Hotel van Eetvelde, door Victor Horta ontworpen voor de
Gouverneur van Belgisch-Congo, staat terecht op de Werelderfgoedlijst
van UNESCO. In het Belgische Centrum voor het Beeldverhaal, of
Stripmuseum, kom je helden als Kuifje, de Smurfen, Guust Flater en
Suske & Wiske tegen. Behalve voor stripverhalen-liefhebbers is
het museum bijzonder vanwege het onderkomen, een prachtig Art nouveau
warenhuis naar ontwerp van Victor Horta.