Eb en vloed, het hoe en waarom van getijden

0
3148
blog placeholder

De meeste mensen weten wel dat eb en vloed iets te maken heeft met de
aantrekkingskracht van de Maan. Maar waarom is het twee keer per dag
eb en vloed, waarom is het verschil tussen eb en vloed soms groter en
soms kleiner en hoe komt het dat je op vakantie soms veel grotere of
kleinere verschillen ziet?

Aantrekkingskracht

De aantrekkingskracht van de Maan speelt een hele grote rol in de
werking van de getijden, maar dit is niet het hele verhaal. Om te
beginnen draait de Maan niet zomaar om de Aarde, maar draaien ze
samen om een gemeenschappelijk middelpunt. Omdat de Aarde zo’n 80
keer zwaarder is dan de Maan, ligt dat gemeenschappelijke zwaartepunt
wel binnen de Aarde. Hoe dan ook, de Aarde trekt harder aan de Maan
dan de Maan aan de Aarde. Door deze zogenaamde centrifugaalkracht
worden beiden een beetje vervormd. In geval van harde steen is die
vervorming klein, maar de watermassa die de Aarde bedekt is
gevoeliger voor deze krachten. Je zou denken dat de watermassa als
het ware naar de Maan getrokken wordt, maar door de
centrifugaalkracht ontstaat er ook een tegenovergestelde beweging,
namelijk van de Maan af. Hierdoor ontstaan er twee zogenaamde
vloedbergen per etmaal, in plaats van slechts een. Overigens
veroorzaakt ook de Zon vergelijkbare aantrekkingen en daarmee zijn
eigen vloedbergen, hoewel deze veel kleiner zijn.

Dan gebeurt er in de loop van een maand nog iets interessants. Als de Zon en de
Maan in dezelfde richting ten opzichte van de Aarde staan, bij Nieuwe
Maan, gaan de twee paar vloedbergen dezelfde richting op en
versterken ze elkaar. Dit wordt springtij of springvloed genoemd en
de waterstand is bij vloed hoger en bij eb lager dan tijdens de
tussenliggende Maanfasen. Dit is ook het geval bij Volle Maan, als de
Zon juist tegenover de Maan aan de hemel staat. In de tussenliggende
Maanfasen, Eerste en Laatste Kwartier, staan de Zon en Maan 90° uit
elkaar ten opzichte van de Aarde. Dan werken de twee
getijden-systemen elkaar tegen en zwakken ze elkaar af, dit wordt
doodtij genoemd.

Frequentie en richting

Er zijn meestal 2 vloed-, en twee eb-momenten in een etmaal, maar deze
wisselen elkaar niet precies om de 12 uur af. Dit komt omdat de Aarde
door blijft draaien onder de ontstane vloedbergen. Na een omwenteling
van de Aarde is de Maan een stukje opgeschoven, zodat de Aarde een
beetje verder door moet draaien voordat de Maan zich weer boven
hetzelfde stukje Aarde bevindt. Zo duurt het gemiddeld 1 dag en 50
minuten voordat een vloedberg zich herhaalt op dezelfde plaats.
Ondertussen is de tweede vloedberg ook nog eens voorbijgekomen,
waardoor het iedere 12 uur en 25 minuten een keer vloed is en een
keer eb. De vloedbergen bewegen van zich van oost naar west op Aarde,
het water stroomt dus in bijna 25 uur een keer de Aarde rond. Maar er
zitten natuurlijk wel landmassa’s in de weg, wat weer veel wrijving
veroorzaakt.

Plaatselijke verschillen

 

Al naar gelang het soort kust en de aanwezige stromingen, zijn er grote
onregelmatigheden in eb en vloed op verschillende plaatsen op Aarde.
Aan de kusten direct aan de oceanen is het verschil tussen eb en
vloed zo’n 50 tot 100 centimeter. In de Middellandse zee is het maar
15 tot 30 centimeter, omdat de vloedberg door de kleine opening bij
Gibraltar maar gedeeltelijk in en uit kan. Grote verschillen treden
op als het water in een vernauwing wordt opgestuwd, bij Bretagne is
het verschil zo’n 12 meter en in de Fundy baai bij Nova Scotia maar
liefst 21 meter.

De Noordzee

heeft niet zulke extreme verschillen, maar wel een ingewikkeld
getijde-systeem. Dat komt dan weer omdat de getijden in de Noordzee
worden bepaald door twee getijde-golven, beiden uit de Atlantische
Oceaan. Een ervan komt langs de oostkust van Schotland en Engeland de
Noordzee binnen, en de tweede, kleinere via het Nauw van Calais. Dit
veroorzaakt onderlinge verschillen tussen eb en vloed op de
verschillende meetpunten aan de Noordzeekust. De grootste verschillen
in Nederland, bijna 5 meter, treden op in de Westerschelde doordat de
getijgolf in het estuarium gestuwd wordt. Vanaf Vlissingen neemt het
verschil in noordelijke richting af tot minimaal bij Den Helder. Van
daaruit verder naar het noorden neemt het weer langzaam toe.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here