Een fascinerend stukje natuur
Honingpotmieren zijn wonderlijke dieren. Zij hebben een gespecialiseerde soort werksters die hun achterlichaam kunnen laten opzwellen tot het formaat van een kers en daarin voedingsstoffen opslaan voor de rest van de kolonie. Als dat geen altruïstische mooie daad is weet ik het ook niet. Bijgenaamd repleten zijn ze een surplus op de al wondere wereld van de mieren.
Ze leven vooral in de woestijn. We kunnen ze terugvinden in Africa , Australië en Noord Amerika. In de US zijn ze vooral terug te vinden in de woestijnen van New Mexico en Arizona. Meestal zijn deze mieren donkerrood van kleur maar er zijn al variaties opgemerkt.
In tegenstelling tot andere soorten insecten – zoals bijen – die hun voedselvoorraad opslaan in het nest gebruiken deze honingpotmieren hun eigen lichaam als voorraadkast. Een staaltje van slimme techniek. In de woestijn is het voedsel immers zeer schaars en waarom het gewoon niet zelf produceren en bijhouden in plaats van het elders te zoeken? Ze eten nectar en andere plantensappen die hoge suikerwaardes waardes hebben dus zeer energierijk voedsel.
In het achterlijf van de honingpotmier – dat zo groot kan worden als een kersenpit – zit nectar en honingdouw opgeslagen. Sommige soorten slaan ook water, vet, en lichaamssappen op van vroegere prooien. Dreigt het voorradige voedsel op te raken kunnen de mieren de honingpotmieren in het nest stimuleren met hun voelsprieten om zo aan het broodnodige voedsel te geraken. Het voedsel wordt hen aangebracht door ‘gewone’ werkmieren waarna de honingpotmier dit voedsel bewerkt en opslaat in haar achterlijf.
Ze leven diep onder de grond. Door hun grote omvang zijn ze immobiel en gedoemd om in de kerkers te blijven van het nest. Ze verblijven zo diep omdat het voedsel ook zeer gegeerd kan zijn bij andere kolonies die er hun poten niet voor omdraaien om het voedsel te stelen bij schaarste. Twee kolonies kunnen hierbij ‘ten oorlog’ trekken. De winnaars vermoorden dan de koningin van het andere nest en slepen de larven en jonge mieren naar het eigen nest. Het andere nest wordt gewoon letterlijk vernietigd.
Na het vervullen van hun taak en als ze letterlijk leeggegeten zijn is de honingpotmier jammer genoeg gedoemd om te sterven. Hun lichaam kan niet meer in hun vroeger staat terugkeren.
Een lekker dessert ?
Desondanks dat ze zo moeilijk te vinden zijn zijn ze een echte lekkernij en worden gretig door Aboriginals gegeten. Ze worden beschouwd als zeer voedzaam.