Kinderen & Zindelijkheidstraining

0
888
blog placeholder

Als je denkt dat je kind klaar is voor de zindelijkheidstraining dan kun je hier mee beginnen.  Je kunt hierbij de volgende regels in acht nemen:

Als je kind droge periodes heeft van meer dan twee uur, dan is het in staat om de plas op te houden. Het moet wel de aandrang voelen om te plassen.
Je kind moet zelf willen meewerken. Als hij/zij hier (nog) geen zin in heeft, is het beter dit uit te stellen. Dwingen kan absoluut niet en zal alleen maar averechts werken.
Je kind moet het verband kunnen leggen tussen het potje of toilet en de aandrang. Als jouw kleintje nog niet snapt voor wat het potje dient, dan is het ook nog niet rijp voor de zindelijkheidstraining.

Laat je kind eerst kennis maken met het potje. Het is immers een vreemd object. Je legt uit waar het voor dient. Laat je kind ook steeds aan het potje herinneren door het bijvoorbeeld in de woonkamer te zetten. Zet je kind er af en toe eens op en geef het een boekje ter afleiding. Het vergt wel wat geduld. Soms moeten we dagen, zelfs weken wachten voordat de eerste plas in het potje terecht komt. Zodra je kind iets op het potje heeft gedaan, beloon het dan. Dit werkt als stimulans om het de volgende keer weer op het potje te doen.

Tijdens de zindelijkheidstraining kun je je kind in een onderbroekje laten lopen. In het begin zal hier vaak in geplast worden, maar de absorbatie van een luier is dan weg en die natte broek voelt dan niet fijn aan. Zet je kind direct op de pot nadat het in de broek heeft geplast of gepoept. Zo leert hij of zij het verband tussen het potje en de behoefte.

Verder vergt de zindelijkheidstraining geduld en doorzettingsvermogen. Misschien is je kind snel zindelijk en kun je de luiers overdag voorgoed vaarwel zeggen, maar het kan ook zijn dat het wat langer duurt. Tot 5 jaar is het volkomen normaal. Je kind zal op een gegeven moment ook ’s nachts zindelijk worden. Belonen helpt hier ook weer goed als je kind een nacht is droog gebleven. 

Als je kind eenmaal zindelijk is, zal het natuurlijk nog wel eens een ongelukje hebben. Dit kan helemaal geen kwaad. Dit kan zelfs bij volwassenen nog wel eens voorkomen. Als je als ouder echter opmerkt dat dit steeds vaker voorkomt, kan dit een oorzaak hebben. Neem in dat geval even contact op met de wijkverpleegkundige of de huisarts.  

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here