Ikke doen
Als een baby wordt geboren is hij totaal afhankelijk van de ouders. Zij zullen hem koesteren, voeden, verschonen, met hem spelen, maar ook zijn kleding uitkiezen. Hij kan eigenlijk nog niets zelf en ook geen keuzes maken. Voor ouders is het heel lastig om te bepalen, wanneer je een stapje terug moet doen en je kind het zelf te laten doen. Op een gegeven moment moet er een evenwicht komen tussen je kind helpen en het de dingen zelf laten ontdekken en doen. Rond anderhalf, twee jaar hebben kinderen al ontdekt, dat ze veel zelf kunnen. Dan komt de tijd, dat ze alles ook zelf willen doen. Ikke doen, is wat je op die leeftijd veel hoort. Als kinderen merken, dat dat wat ze zelf kunnen doen ook mag en lukt, krijgen ze steeds meer het gevoel van: Ik kan het!. Dat geeft zelfvertrouwen. Als de ouder dit stimuleert, altijd in de buurt is en net zo hard staat te juichen als het kind, dan geeft dat een goed gevoel voor het kind en hij weet zich veilig en gesteund.
Hoe maak je een kind zelfstandig
* Al heel jong kun je beginnen met het kind keuzes te laten maken: Wil je het rode of blauwe t-shirt aan? Wil je pindakaas of hagelslag op je brood?
Dat zijn kleine keuzes, waarin je als ouder nog de regie hebt en waarin hij geen fouten kan maken, maar toch leert hij, dat zijn keuze gewaardeerd wordt en er toe doet. Als hij dan wat ouder wordt, kun je hem keuzes laten maken, die weinig begeleiding vragen: welke sport zou je willen gaan doen? Welke vrienden kies je? Het is heel verleidelijk om als ouders alle keuzes voor een kind te maken en alles onder controle te houden, maar dan kan het zijn, dat je kind gaat voetballen, omdat jij als vader, dat zo leuk vindt, terwijl jij niet weet, dat je kind zo van turnen houdt.
* Geef je kind taken, ook al weet je heel goed, dat het veel sneller en beter gaat als je het zelf even doet. Laat het zijn vuile kleren zelf in de wasmand doen en proberen zijn bed goed te leggen. Ook kunnen kinderen al heel jong leren hun speelgoed zelf op te ruimen. Als hij de blokken uit de doos kan halen, kan hij ze er ook weer in doen! Oudere kinderen kunnen helpen met het dekken van de tafel, het inruimen van de afwasmachine of het maken van hun eigen lunchpakket.
* Als ouders heb je veel verantwoordelijkheden en je kunt al heel goed laten zien en horen waarover je zoal beslissingen moet nemen. Een kind leert het meest van wat hij en ziet en hoort en doet. Een voorbeeld: Het ziet er naar uit, dat de schroeven van je skelter los zitten, wat moeten we daaraan doen? Een kind kan al best zien wat er mankeert en een oplossing bedenken, ook al zul je als ouder die schroef zelf nog moeten aandraaien.
Een kind kan ook meedenken over de dagelijkse maaltijd: wat gaan we eten en wat moeten we daarvoor kopen? Of samen met jou een deel van de maaltijd maken. Al heb je als ouder de eindverantwoording.
* Als het kind steeds maar vraagt wat hij moet doen in bepaalde situaties, is het soms belangrijker vragen te stellen in plaats van het verstrekken van antwoorden: Wat denk je dat je moet doen? Wat zal er gebeuren als je dit doet? Zou je het leuk vinden als een ander dat bij jou doet? Deze vragen laten een kind nadenken over eventuele keuzes en de gevolgen ervan. Is hij dan weer in zo’n situatie, dan is hij in staat een beroep te doen op zijn eigen ervaring en inschattingsvermogen om een keuze te maken.
* Als ouder ben je vaak een supporter voor je kind: Soms sta je hem toe te juichen vanaf de zijlijn en een andere keer moedig je hem aan om het opnieuw te proberen. Vanzelfsprekend moet je kind op je kunnen rekenen, dat je er bent als hij je hulp hard nodig heeft. Dat is in situaties, die onveilig zijn of angstig maken. Je kunt ze leren, dat ze je hulp kunnen en moeten vragen en dat je er zal zijn om te helpen. Kinderen, die weten, dat ze op hun ouders kunnen rekenen weten ook door ervaring, dat in sommige situaties de risico’s te groot voor hen zijn en dat ouders de verantwoordelijkheid hebben over hen.
* Stimuleer je kinderen op een gezonde manier het nemen van verantwoordelijkheid; laat weten, dat ze fouten mogen maken. Het grootste voorbeeld hierin is jezelf: beken eerlijk, dat wat je deed fout was en dat het anders had gemoeten. Als je kind ziet en van je hoort, dat iedereen wel fouten maakt, maar dat je daarvan kunt leren, dan zal hij zelf ook dingen durven doen en fouten erkennen. Een fout betekent niet direct het einde van de wereld en je hoeft je er niet voor te schamen. Zo krijgt hij zelfvertrouwen leert hij verantwoordelijkheid in het nemen van eigen beslissingen.
Een kind is van de ouders afhankelijk in het leren kennen en omgaan van de wereld om hem heen. Soms betekent dat, dat hij kijkt hoe iets moet, maar vaak betekent dat, dat je als ouder toekijkt, hoe je kind het ontdekt en zich eigen maakt.