Het Wilders Dilemma.
Vandaag de dag kun je er niet meer om heen.
Wilders is HOT.
Zijn PVV neemt al geruime tijd in diverse peilingen plaats n° 1 in.
Op anderen extreem overkomende uitspraken worden door een steeds groter wordende achterban liefkozend in de armen gesloten.
Menig van origine oninteressant kamerdebat komt enkel in de publiciteit door extreem en/of irreëel ogende stellingnames van de PVV.
Bijna elk zelfrespecterend medium omschrijft Wilders en zijn PVV als een (extreem)rechtse dreiging, die enkel drijft op populisme en die meevaart op een algemene ontevredenheid die blijkt te leven in de hedendaagse maatschappij.
En dus zal elk zelfrespecterend intelligent individu zich distantiëren van Wilders en zijn PVV.
Is dat zo?
Is dat werkelijk zo?
Of bespeuren we toch een “verboden” aantrekkingskracht, het liefst doodgezwegen en genegeerd?
“The official site of Dutch freedom fighter Geert Wilders”, zo luidt de vermelding bij de homepage van Geert Wilders op Google (niet te verwarren met de site van de PVV).
“Dutch anti-Islam lawmaker” en “Anti-Islamic Dutch politician” zijn enkele kreten uit verwijzingen naar artikelen over Wilders. Kreten die goede omschrijvingen zijn van de wijze waarop Wilders vooral sinds zijn politieke zelfstandigheid nationaal en internationaal bekend is komen te staan.
Geert Wilders is nu al geruime tijd het boegbeeld van een groeiende massa die zich afzet tegen de eveneens groeiende invloed van de Islam in Nederland.
Ten grondslag hieraan ligt een wijds gedeelde onvrede over diverse sociale en economische misstanden in de huidige Nederlandse maatschappij.
Veel van deze, wel-dan-niet vermeende, misstanden worden toegeschreven aan de groeiende niet-Westerse allochtone bevolking in Nederland.
Op basis van deze houding werd reeds meermalen de link gelegd naar Adolf Hitler en zijn NSDAP. Reden: ook zij gebruikten een algemeen heersende onvrede en richten deze op één subgroep binnen de bevolking, die als zondebok, als oorzaak van al het kwaad werd gezien.
Is dit werkelijk wat Wilders en zijn PVV nu ook doen?
Vele critici zeggen van wel.
Een flink aantal Nederlanders vrezen van wel.
Maar de waarheid lijkt genuanceerder.
Wilders heeft meermalen benadrukt dat hij geen enkel probleem heeft met allochtonen – wel dan niet Moslim – die bereid zijn zich aan te passen aan de Nederlandse samenleving, zijn wetten, normen en waarden.
Zijn probleem ligt bij allochtonen die koste wat kost hun eigen cultuur willen behouden, ook als dat betekent dat zij daarvoor sommige Nederlandse normen en waarden terzijde moeten schuiven. Zijn probleem ligt bij allochtonen die weinig tot geen poging ondernemen zich aan te passen aan de Nederlandse maatschappij.
En dat spreekt meerdere mensen aan.
In meerdere bevolkingsgroepen.
En echt niet alleen bij de “lager gesitueerden”, zoals zo makkelijk wordt gezegd.
Want ook al ben je bang voor elke zweem van extreemrechts gedachtegoed, toch herkennen velen in hun persoonlijke leven situaties die tot Wilders’ inspiratiebron hadden kunnen behoren.
En hoewel ik in mijn jongere jaren misschien nog had geprobeerd deze situaties uit idealistisch oogpunt te verdedigen, moet ik nu toegeven dat ook ik soms moeite heb.
Moeite met het kopje koffie halen in de kantine, en opzij kijkend constateren hoe een gevulde tafel allochtone productiemedewerkers met zichtbaar plezier maar onverstaanbaar keuvelend de pauze doorbrengt (over wie zouden ze het hebben??), terwijl een tafel verderop een autochtone productiemedewerker eenzaam en alleen diezelfde pauze probeert door te komen.
Moeite met de allochtone medewerker die ziedend, tot in het diepst van zijn hart beledigd reageert wanneer hij ingedeeld blijkt te zijn bij een cursus Nederlands.
Tijdens werktijd. Op kosten van de zaak.
Moeite met deze allochtone medewerker die zijn hart uitstort bij de (deels ook allochtone) ploegleiding, uitleggend dat het een persoonlijke belediging is dat HIJ, die zo goed Nederlands kan, zonder zijn instemming zomaar bij deze cursus Nederlands wordt ingedeeld.
Moeite met deze allochtone medewerker die door de ploegleiding naar de personeelsafdeling wordt gestuurd, om daar zelf zijn beklag te gaan doen van dit hemeltergende feit.
Waarop na enige minuten een telefoontje volgt vanaf deze afdeling naar de ploegleiding met de vraag of zij misschien kunnen uitleggen waar deze meneer zo boos over is, want hoewel hij honderduit praat lukt het ze niet om er ook maar een touw aan vast te knopen, ze kunnen hem simpelweg niet verstaan!
.
Moeite ook met de allochtone medewerker die 20 jaar geleden, net nieuw, zich al enigszins kon redden in het Nederlands, en dus goed bezig leek te zijn.
Die nu, 20 jaar later, na diverse door het bedrijf aangeboden cursussen, nog exact hetzelfde gebrekkige Nederlands spreekt als 20 jaar geleden.
Die na het werk naar zijn allochtone gezin gaat, bij uitgaan in een allochtoon café zit of naar zijn allochtone vrienden gaat en eigenlijk al 20 jaar in een allochtone subcultuur binnen Nederland leeft, en nog geen greintje meer Nederlander is geworden dan dat hij 20 jaar geleden was.
Niet voor niets zijn kortgeleden ook andere partijen tot de conclusie gekomen dat het typisch Nederlandse gedoogbeleid wel eens aangepast zou mogen worden, zeker op het gebied van wat er verwacht mag worden van “nieuwe Nederlanders”, mensen die bewust hebben gekozen om hun leven door te brengen in de Nederlandse maatschappij.
“Wel de lusten, niet de lasten” oftewel gebruik maken van het Nederlandse sociale stelsel zonder zich aan te passen aan de Nederlandse normen en waarden wordt niet langer binnen de Nederlandse politiek aanvaardt als een vanzelfsprekend recht.
“Wie naar Nederland komt, moet ook voor Nederland kiezen” schijnt het nieuwe motto te zijn.
Toch moeten ook hier weer nuances bij geplaatst worden.
Want niet alle allochtonen zijn naar Nederland gekomen om hier hun geluk te vinden.
Er zijn nog genoeg allochtonen die naar Nederland komen omdat ze in hun eigen land niet veilig zijn.
Zij zijn de echte vluchtelingen, niet de economische maar de politieke vluchtelingen.
Zij zijn de mensen die graag terug zouden willen naar hun eigen land, zodra de situatie zich daar weer toe leent. En die dus ook hun eigen cultuur willen behouden, omdat ze daar weer naar terug willen keren.
Alleen is daar meestal internationale druk of ingreep voor nodig in hun eigen land.
En dat is vaak het probleem.
Als je land internationaal geen grote economische waarde heeft,
als je land internationaal geen grote strategische waarde heeft,
hoe krijg je het dan voor elkaar dat de “grote” landen zich bekommeren om lokale misstanden??
Soms is het dus nodig voor de politiek om de blik te richten op aanpak van internationale misstanden om een effectieve aanpak van nationale problemen te bewerkstelligen. Om ervoor te zorgen dat mensen die terug wíllen keren ook terug kùnnen keren
Dat is echter geen argument tegen dan wel voor de PVV.
Eigenlijk schieten op dit punt àlle partijen te kort.
Mogelijk omdat hier niet alleen een cultuuromslag in Nederland voor nodig is.
Hiervoor is een cultuuromslag nodig in de gehele (westerse) wereld.
Wat zijn dan wel mogelijke redenen om Wilders en zijn PVV toch maar niet in je hart te sluiten?
Ten eerste blijft natuurlijk het feit dat de doelstellingen van de partij toch extreem overkomen.
Wat hiervoor een versterkende factor is, is het feit dat op zijn minst een deel van de aanhang geen enkele nuances schijnt te plaatsen bij de partijpolitiek en de uitspraken van Wilders.
Vele “volgelingen” schijnen geen probleem te hebben met nog veel grotere extremiteiten dan reeds binnen de partijpolitiek voorgedragen worden. Voor hen is elke moslim een slechte moslim en is de Islam in welke vorm dan ook een achtergestelde religie. Tevens hebben sommigen er geen probleem mee om personen die enige kritiek plaatsen bij Wilders en/of de PVV te bedreigen, waarschijnlijk zonder te beseffen dat ze hiermee alleen maar de vergelijking met de opkomst van Hitler versterken als een moderne variant op de SA.
Daarnaast komen vooral ook harde uitspraken die Wilders in politiek verband met regelmaat maakt niet alleen extreem over, maar ook simpelweg vijandig tegenover iedereen die niet Wilders gezind is.
Tevens lijkt Wilders er geen probleem mee te hebben om met verschillende maten te meten, gedragsregels aanpassend aan wat hem op dat moment het best uitkomt.
Met groot gemak alles en iedereen om hem heen beledigend, zich daarbij beroepend op vrijheid van meningsuiting, is hij met regelmaat zelf van mening dat soortgelijke uitspraken die anderen over hem doen niet door de beugel kunnen en enkel bedoeld zijn om zijn politieke carrière te dwarsbomen.
“Wie niet voor mij is, is tegen mij” schijnt zijn voornaamste reactie te zijn op welke kritiek dan ook binnen de hedendaagse politiek.
Terwijl politiek toch een proces behoort te zijn van het wederzijds afwegen van standpunten, voor dan wel tegen, lering te trekken uit meningen van anderen en dat mee te laten wegen in een nieuw standpunt, tot stand gekomen door een groter inzicht in de behoeften van de algehele maatschappij. Met als einddoel regelgeving waarmee zoveel mogelijk iedereen, wel dan niet van harte, mee kan leven.
Maar zolang sommige van oudsher “heikele”standpunten binnen de Nederlandse samenleving door de gangbare politieke partijen worden geschuwd, zal een persoon als Geert Wilders en zal een partij als zijn PVV altijd een zekere aantrekkingskracht blijven behouden.