Het RS virus is een veel voorkomend virus. Het is vooral actief vanaf oktober tot en met maart. Het virus veroorzaakt infecties aan de luchtwegen. Baby’s en jonge kinderen kunnen er erg ziek van worden. Per jaar worden er 1000 tot 2000 kinderen opgenomen in het ziekenhuis die het RS virus hebben.
De symptomen:
Bij volwassenen en gezonde kinderen verloopt het virus mild en veroorzaakt het een verkoudheid. Het begint met klachten zoals: een verstopte neus, loopneus, oorpijn, koorts en hoesten. In de meeste gevallen blijft het hierbij maar soms kunnen de klachten verergeren.
Kinderen kunnen benauwd worden en kortademig. De hoestbuien worden erger en het kind kan slijm overgeven. Vaak wil het kind niet drinken waardoor uitdroging kan ontstaan. Bij een kind met deze symptomen is vaak een ziekenhuisopname noodzakelijk
Als kinderen weer beter zijn kunnen ze nog lang last hebben van het hoesten en de kortademigheid. Ook al hebben kinderen de ziekte doorgemaakt, ze kunnen gewoon opnieuw besmet worden met het virus.
Meestal zijn de klachten dan minder ernstig.
Wat gebeurt er bij een ziekenhuisopname?
– Er wordt een test afgenomen om zeker te weten dat het om het RS virus gaat. Dit gebeurt door met een slijmzuigertje wat slijm uit de neus te halen. Dit slijm wordt onderzocht.
– De neus wordt gespoeld met fysiologisch zout en er worden neusdruppels toegediend.
– De vochtbalans wordt bijgehouden. Hierop is te zien wat het kind aan vocht binnen krijgt en wat het verliest.
– Als het kind slecht blijft drinken wordt sondevoeding toegediend. Een sonde is een slangetje die door de neus naar de maag gaat en waar vocht en voeding door toegediend kan worden. Soms krijgt een kind een infuus.
– Er wordt een lichtsensor aan de teen of vinger bevestigd om de zuurstof en hartslag te meten. Soms krijgt het kind plakkertjes op de borst geplakt en moet het aan de monitor.
– Er vindt een controle van de vitale functies plaats (ademhaling, hartslag en temperatuur) en wordt het kind gewogen.
– Soms helpt verneveling met luchtwegverwijdende medicijnen.
– Soms moeten de bovenste luchtwegen uitgezogen worden omdat het virus veel slijm aanmaakt.
– Er kan extra zuurstof worden toegediend.
– Het kind heeft veel rust nodig.
– Het kind wordt apart verpleegd of ligt op een kamer met andere kinderen die het RS virus hebben. Dit moet omdat het virus zeer besmettelijk is en andere kinderen het ook kunnen krijgen.
De opnameduur kan variëren van enkele dagen tot een paar weken. Als het kind geen extra zuurstof meer nodig heeft en het weer goed zelf drinkt mag het weer naar huis.
Het kind is dan voor ongeveer 80 procent genezen en kan thuis verder aansterken.
Het virus verspreidt zich vooral door contact met de handen. Het virus kan ook overleven op speelgoed.
Het is dus belangrijk om vaak de handen te wassen en speelgoed apart te houden.
Na de ziekenhuisopname vindt nog een keer een controle bij de kinderarts plaats.
Omdat het een virus is zijn er geen geneesmiddelen voor.
Meestal gaat het vanzelf weer over.
Kinderen die een ernstige vorm van het virus hebben gehad zijn vaak meer vatbaar voor verkoudheden en kunnen dan ook weer gaan rochelen en piepen.
Als het kind ouder en sterker wordt groeit hij hier weer overheen.