We zijn er allemaal mee bekend met emotionele pijn. Niet fysieke pijn die we voelen als iemand ons slaat of als we even niet opletten en tegen de deur aanlopen die we opentrekken. Nee, emotionele pijn die we ervaren als we kijken naar andere mensen en hoe zij succesvol zijn of mislukken. Emotionele pijn die we ervaren als iemand iets over ons zegt wat we niet waar vinden. Emotionele pijn als iemand ons negeert of ons behandeld alsof we minderwaardig zijn. Emotionele pijn als we het idee hebben dat iemand ons zal verlaten. Emotionele pijn als iemand om besteelt of voor de gek houdt. Emotionele pijn als we iemand verliezen aan een ziekte, een ongeluk of het leven. Zo kennen we veel situaties die uiteindelijk eindigen in emotionele pijn. Sommige van die situaties en de aansluitende emotionele pijn zijn natuurlijke gebeurtenissen. Ze zitten gewoon in ons DNA ingebakken, omdat het waarschijnlijk een goede overlevingsstrategie was voor de dieren die onze voorouders waren. Maar sommige vormen van emotionele pijn hebben helemaal niets te maken met onze biologie, maar zijn een cultureel gegeven. In zekere zin hebben we de emotionele pijn die we in een natuurlijke situatie ervoeren gekoppeld aan een situatie die wij zelf hebben gecreëerd. Zoals wij stress ervaren van het gaan werken. Of zoals wij angst ervaren als we naar een horrorfilm kijken of in de achtbaan zitten.
Want hoe kan het anders dat wij denken dat het verlies van een tachtig jarige na een vol leven minder erg is dan het verlies van een twee jarige die iedere dag genoot van zijn leven. Beide levens zijn ten einde en kunnen niets meer brengen. Maar toch hebben we het idee dat het verlies van onze negentig jarige oom minder erg is dan het verlies van onze twee jarige achternicht. We hebben zelfs helemaal geen gevoelens bij het overlijden van de oom die we niet kennen of het verkeersslachtoffer in Maastricht waarvan we alleen de herdenkingsbloemen zien op de plaats van het ongeluk.
Onze emotionele pijn is dan ook vaak cultureel ingegeven. Zo vinden we het in Nederland vreemd om te huilen bij het graf van de oom van onze grootmoeder, die we maar twee keer in ons leven ontmoet hebben. Maar is het voor bepaalde culturen helemaal niet abnormaal als mensen flauwvallen bij het bericht dat hun grootoom uit de grote stad is overleden.
Culturele pijn
Maar als onze cultuur bepaald dat we in de ene situatie emotionele pijn moeten ervaren en in de andere niet. Waar in een andere cultuur juist het tegenovergestelde geldt, hoe kan je dan nog spreken van pijn. Is het wel pijn wat we ervaren als iemand ons beledigd, door ons te vergelijken met een neger. Of is het misschien een emotionele reactie, omdat we weten dat we niet vergeleken mogen worden met iemand die in onze ogen minderwaardig is. Want de vergelijking doet ons niet werkelijk pijn, maar beschadigd ons imago en daarmee onze status binnen de groep. Terwijl de belediging eigenlijk meer zegt over het onvermogen van de ander om onze zwaktes op een begrijpelijke manier zichtbaar te maken. Maar toch ervaren we de belediging als een pijn, die ons aanzet om emotioneel te reageren. Zegt onze reactie dan niet meer over het feit dat we de vergelijking als negatief beoordelen, omdat we de gebruikte begrippen negatief vinden. Waarmee we eigenlijk toegeven dat we negatief discrimineren. Zouden we ons net zo beledigd hebben gevoeld als iemand ons had vergeleken met een politicus.
Of wat te zeggen van de emotionele pijn die we ervaren als iemand ons verlaat. Is dat dezelfde pijn die we ervaren als die persoon was overleden, waarschijnlijk niet. Waarschijnlijk is ons verdriet over het verlies door iemands overlijden lichamelijker, waar de pijn doordat iemand ons niet meer wil zien vooral een gekwetst ego betreft. Want ook al zegt de ander dat het aan hem of haar ligt, toch betekent het verlaten worden dat we niet goed genoeg zijn voor de ander. Maar dan betekent de afwijzing door de ander, dat we niet naar onszelf kijken door onze eigen ogen, maar door die van de ander. Zijn wij wel goed genoeg in de ogen van de ander, dat is blijkbaar belangrijker dan dat we goed zijn in onze eigen ogen. Maar dat betekent niet alleen dat we niet alleen onszelf niet goed vinden als anderen ons niet goed vinden, maar ook dat we anderen het recht ontnemen om een oordeel te hebben dat negatief zou kunnen zijn. Want zo’n negatief oordeel zien wij als een reden om pijn te ervaren, waarna we vinden dat we het recht hebben om vanuit onze pijn te reageren. Maar is dat echte pijn, zoals met een hamer op je duim slaan of is het ingebeelde pijn, omdat we geleerd hebben dat je pijn moet ervaren als je afgewezen wordt.
Zo is waarschijnlijk veel pijn die we denken te moeten ervaren, vooral door de cultuur ingegeven pijn. Zoals wij Nederlanders het vreemd vinden dat supporters van AC Milaan tot huilens toe bedroefd kunnen zijn als hun club verliest van Inter Milaan, waar wij het verlies van het Nederlandse elftal van der Manschaft afdoen als een gelukje voor de Duitsers.
Blijkbaar kunnen mensen over heel veel zaken pijn lijden, het enige wat we daarvoor hoeven te doen is bepalen wat ons pijn doet. Zou het dan misschien ook zo kunnen zijn dat we ook kunnen bepalen dat een ervaring ons geen pijn doet. Dat we de ervaring kunnen zien als een ervaring waar we deel van uitgemaakt hebben, maar die verder alleen nog maar een herinnering is. Dus dat iemand ons vergelijkt met een neger is niet leuk, maar geen reden om emotioneel te reageren. Dat der Manschaft wint is jammer voor ons, maar de volgende keer winnen wij. Dat iemand ons verlaat kan gebeuren en levert een hoop werk op als je samenwoont, maar zegt niets over onze kwaliteit als mens. We zijn geen slecht mens omdat we verlaten worden. We zijn geen slecht mens omdat we verliezen. We zijn geen slecht mens omdat iemand ons vergelijkt met een neger.