De akoestische gitaar – een instrument met een lange geschiedenis

0
1000
blog placeholder

Algemeen
Een gitaar is een snaarinstrument en kan bespeeld worden met de vingers of een plectrum, een driehoekig stukje plastic dat je tussen duim en wijsvinger houdt. Een plectrum kan ook gebruikt worden voor andere snaarinstrumenten, zoals de banjo of mandoline.

Het woord ‘gitaar’ is van Perzische oorsprong, het Perzische woord ’taar’ betekent namelijk ‘snaar’. Over het algemeen heeft een gitaar 6 snaren, met de stemming E-A-D-G-B-E (geheugensteuntje: Eet Alle Dagen Grote Borden Erwtensoep). Andere stemmingen en zijn ook mogelijk, daar zal hier verder echter niet over uitgeweid worden.
Over het algemeen bepaal je met je linkerhand de tonen en sla je met je rechterhand de snaren aan. Er zijn echter ook speciale linkshandige gitaren, waarbij dit net omgedraaid is.

Geschiedenis
De geschiedenis van de gitaar voert ons honderden jaren terug in de tijd. De Grieken kenden al snaarinstrumenten, maar ook de Romeinen en Moren hadden hun eigen versies. Door invasies, oorlogen, etc. verspreidden snaarinstrumenten als de kithara en de pandura zich over het gehele Europese continent.
De eerste echte gitaren zoals we die vandaag de dag kennen, komen we echter tegen in de Vroege Renaissance. Eén van de meest toonaangevende gitaarbouwers van die tijd was de Spanjaard Antonio de Torres, de ‘vader van de moderne gitaar’. Hij zorgde o.a. voor een standaardisering van de snaarlengte (65 cm) en veranderde de vorm van de klankkast in een 8-vorm, waardoor de gitaar een voller volume kreeg.

Andere gitaarbouwers die hun stempel hebben gedrukt op de huidige gitaar zijn o.a. de Duitser Christian Frederick Martin (eind 19e eeuw) en later Orville H. Gibson (eind 20e eeuw).

Houtsoorten
De houtsoort waarvan de gitaar gemaakt is, bepaalt de klank van het instrument. De drie belangrijke factoren hiervoor zijn het gewicht, de hardheid en de elasticiteit van het hout.
Veel voorkomende houtsoorten zijn sparrenhout (voor het bovenblad en de zangbalkjes), palissander (voor de zijkanten en het achterblad), mahoniehout (voor de hals) en ebbehout (voor de toets).
Om de gitaar tegen schadelijk invloeden te beschermen, wordt een laklaag aangebracht. Ook voor de lak zijn er verschillende mogelijkheden. Zo kun je politoer gebruiken (vooral geschikt voor akoestische gitaren), maar ook vernis van natuurlijke hars die is opgelost op olie- en alcoholbasis is een mogelijkheid. Voordeel van vernis op oliebasis is dat het een herstellend vermogen heeft, kleine putjes of krasjes verdwijnen (bijna) na verloop van tijd vanzelf.

Snaren
Heel lang gebruikte men voor de gitaar darmsnaren, rond 1946 stapte men over op nylon of metalen snaren. Deze waren goedkoper en gingen bovendien veel langer mee. Ook ontstemden ze minder snel. Om kort het verschil aan te geven tussen nylon en stalen snaren: nylon snaren zijn wat zachter voor je vingers en erg geschikt voor beginnende gitaristen. Het geluid is wat zachter en leent zich goed voor klassieke en Spaanse muziek. Stalen snaren klinken scherper en zijn wat pijnlijker voor je vingers. Vooral voor Western muziek worden dit soort snaren gebruikt. Heb je een gitaar met nylon snaren? Dan kun je er nooit stalen snaren op zetten. Je loopt dan het risico dat de hals kromtrekt, omdat de hals niet tegen de druk van de stalen snaren kan, aangezien deze strakker aangespannen moeten worden dan nylon snaren.

Enkele algemene gitaartermen
Akkoord: een samenklank van drie of meer tonen. Het C-akkoord bestaat bijv. uit de tonen C-E-G.
Fret: dit is kort gezegd een klein stukje op de hals van de gitaar. Hoe dichter de fretten bij de klankkast van de gitaar zitten, hoe hoger de tonen zijn.
Plectrum: een (meestal) driehoekig stukje plastic dat je tussen duim en wijsvinger houdt bij het spelen. Het heeft de grootte van 2 à 3 cm en is verkrijgbaar in allerlei kleuren en (band)logo’s.
Tokkelen: het één voor één aanslaan van de gitaarsnaren met de vingers.
Toonladder: de basis toonladder is C-D-E-F-G-A-B-C. Hierop zijn allerlei variaties mogelijk.
Tremolo: soort ‘hefboom’ die je op de hals van je gitaar kunt plaatsen om te zorgen dat de tonen hoger gaan klinken. Dit is handig voor als je bijv. een nummer zingt dat eigenlijk net iets te laag voor je is. Door de tremolo te gebruiken kun je dan een of meerdere octaven hoger zingen.

Belangrijke componisten
In de tijd van Torres waren mannen als Fernando Sor, Dionisio Aguado en Fernando Carulli toonaangevend op het gebied van de gitaarmuziek. Ze schreven talloze stukken die goed geschikt waren als studiemateriaal. Later namen mannen als Francisco Tarrego en Andres Segovia deze rol over.

Heden
Via sites als Youtube kan tegenwoordig iedereen die in staat is een snaar aan te slaan, filmpjes op internet plaatsen. Gelukkig zijn er naast een heleboel minder geslaagde pogingen, ook een aantal mensen die zich terecht een ware gitarist mogen noemen. Voorbeelden hiervan zijn de twee geweldige gitaristen Edgar Cruz en Andy McKee

Tips om te bekijken op www.youtube.com

Andy Mckee – Art of MotionAndy Mckee – Tight Trite NightEdgar Cruz – Bohemian RapshodyEdgar Cruz – Crazy Little Thing Called LoveEric Clapton – LaylaThe Eagles – Hotel California

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here