Biologisch gezien zijn mannen en vrouwen gelijkwaardig. Er zijn daarvoor genoeg voorbeelden te geven.
Voorbeeld Brein
Vrouwen hebben bijvoorbeeld een brein waarbij de beide hersenhelften beter samenwerken. Terwijl mannen een brein hebben waarbij de verschillende functies beter samenwerken. Dat betekent bijvoorbeeld dat mannen beter instaat zijn om snel informatie te verwerken, terwijl vrouwen beter instaat zijn om emotie en ratio samen te brengen. Het gevolg is dat mannen beter met risico’s kunnen omgaan, terwijl vrouwen risico’s beter kunnen inschatten. Maar vanuit een overlevingsgedachte, waarbij mannen en vrouwen met elkaar optrekken, is dit verschil juist heel handig. Als er gevaar dreigt dan kunnen mannen dat tegemoet treden. Terwijl vrouwen veel beter kunnen inschatten of er toekomstig gevaar is.
Voorbeeld voortplanting
Naast dit biologische verschil dat vooral een overlevingsbelang heeft, is er nog een overlevingsbelang waarom mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn. Noch mannen, noch vrouwen kunnen zich zonder de andere sekse voortplanten. Dus beide seksen hebben elkaar nodig om zich voort te planten.
Voorbeeld verschillen
Nog een voorbeeld is het verschil in lichaamseigenschappen. Zo worden mannen sterker, sneller, langer, zwaarder genoemd. Maar als je de verdeling van deze eigenschappen grafisch zou uittekenen, zou je zien dat er maar een extreem klein groepje mannen sterker, sneller, langer en zwaarder is dan de extremen in de groep vrouwen. Terwijl er maar een extreem klein groepje vrouwen is dat het zwakst, het langzaamst, het kortst en het lichtst is ten opzichte van de mannen die onder aan de groep mannen hangen wat betreft kracht, snelheid, lengte en gewicht.
Gelijkwaardig door verschillen
Het komt er dus op neer dat de hele groep mannen sterker, sneller, langer en zwaarder dan vrouwen wordt genoemd, omdat er een paar zijn die dat echt zijn. Terwijl vrouwen zwakker, langzamer, korter en lichter worden genoemd op basis een paar extremen op dat gebied.
Daarnaast kunnen de meeste vrouwen beter tegen pijn dat door hun eigen lichaam veroorzaakt wordt, terwijl mannen beter tegen pijn kunnen die van buitenaf komt. Dus mannen hebben het minder snel koud en kunnen beter tegen de pijn die door klappen worden veroorzaakt. Terwijl vrouwen beter tegen baringspijn kunnen en pijnen die samenhangen met ziektes.
Maar voor al deze verschillen geldt, dat het verschuivingen op een schaal zijn. Zo zijn er mannen die ongevoeliger zijn voor interne dan externe pijnen en vrouwen die beter tegen externe pijnen kunnen dan interne. In een grafiek zou dat er als volgt uitzien.
Waar het dus op neerkomt is dat mannen en vrouwen voor het overgrote deel op elkaar lijken, maar op basis van de afwijkingen doen alsof ze van elkaar verschillen. Terwijl de verschillen juist ervoor zorgen dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn, omdat ze vermogens hebben die elkaar aanvullen.
Toch zien zowel mannen als vrouwen de mogelijkheid om elkaar ongelijk te behandelen als het gaat om hun rollen in de samenleving.
Ongelijkheid
Een paar voorbeelden van ongelijkheid in onze samenleving zijn de beroepen die vooral gezien worden als vrouwelijk of mannelijk. Waar het vroeger, zo’n veertig jaar geleden vooral verzorgende beroepen waren die gezien werden als vrouwelijk, zijn het er tegenwoordig meer. Zo zijn beroepen als jurist, leerkracht basisonderwijs, onderwijskundige, maatschappelijk werker tegenwoordig beroepen die vooral door vrouwen worden gestudeerd en uitgevoerd. Dat blijkt ook als je kijkt naar het percentage vrouwen dat de opleidingen tot deze beroepen volgt. Helaas zijn de gegevens van het CBS verkregen via statline niet erg duidelijk, omdat de groepering van de opleidingen wat ongelukkig gekozen is. Maar de volgende cijfers voor 2011-2012 maken wel iets duidelijk:
2011/’12
HBO Onderwijs
HBO Taalwetenschappen,
geschiedenis, kunst
HBO Sociale wetenschappen,
bedrijfskunde
HBO Gezondheidszorg,
welzijn
percentage vrouwen
72%
50%
43%
78%
WO Onderwijs
WO Taalwetenschappen,
geschiedenis, kunst
WO Sociale wetenschappen,
bedrijfskunde
WO Gezondheidszorg,
welzijn
percentage vrouwen
84%
58%
53%
63%
Als je dat afzet tegen de percentages uit 1950/’51 en 1989/’90 op basis van een vergelijkbare indeling van het CBS dan zie je het volgende:
percentage vrouwen
HBO
Hoger pedagogisch
onderwijs
HBO
Hoger sociaal-agogisch
onderwijs
HBO
Hoger
gezondheidszorg
onderwijs
1950/-’51
67%
86%
100%
1989/-’90
68%
76%
79%
WO
Letteren
WO
Sociale wetenschappen
WO
Rechts
geleerdheid
1950/-’51
38%
29%
27%
1989/-’90
67%
61%
46%
Hier kun je de conclusie trekken dat HBO opleidingen in het onderwijs, sociaal maatschappelijk werk en gezondheidszorg altijd al vrouwen bolwerken waren. Terwijl de WO opleidingen letteren, sociale wetenschappen en rechtsgeleerdheid vrouwen bolwerken aan het worden zijn. Met als bijkomende conclusie dat in de jaren vijftig van de twintigste eeuw het wetenschappelijk onderwijs nog een bolwerk was voor mannelijke studenten.
Tot slot kun je ook de conclusie trekken dat het gevaarlijk is om gedurende het verzamelen van gegevens te veranderen van samenstelling van de groep.
Signaal voor gelijkwaardigheid
Vreemd genoeg zeggen deze cijfers niets over het aantal vrouwen in leidinggevende functies. Iets wat bij mannen vaak wel geassocieerd wordt met opleidingsniveau. Maar ook iets wat we vaak zien als een signaal voor het gelijkwaardig behandelen van mannen en vrouwen. Wat natuurlijk vreemd is, want er zijn naar verhouding maar weinig leidinggevenden in verhouding tot gewone werknemers, of het nu gaat om mannen of vrouwen. Als je dan een bruikbaar signaal zoekt voor de gelijkwaardige behandeling van mannen en vrouwen, kun je waarschijnlijk beter kijken naar hoe vrouwen aan de onderkant van de samenleving worden behandeld. Want zegt niet juist de manier waarop je zwakkeren behandeld in welke mate je anderen als gelijkwaardige beschouwt. Je bent namelijk niet afhankelijk van de zwakkeren, zoals je afhankelijk bent van een leidinggevende, dus kun je zwakkeren behandelen zoals je wilt zonder bang te hoeven zijn voor de gevolgen.
Ongelijke behandeling
Een voorbeeld van hoe slecht het staat met de behandeling van vrouwen is te zien in hoe sommige mannen omgaan met de mening van sommige vrouwen. Zo gaf Femke Halsema in haar artikel op ‘De correspondent’ terecht aan dat er eigenlijk geen verschil is tussen een islamiet die een vrouw beledigd om haar mening of haar positie en een Nederlandse man die hetzelfde doet bij een vrouw die opkomt voor een andere vrouw. In die zin is er nog veel ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Ware het niet dat veel Nederlandse mannen op internet laten zien dat het niet gaat om vrouwen, maar om zwakkeren. Ze beledigen namelijk zonder op de sekse van de persoon die ze beledigen te letten. Waarbij het bij deze manier van beledigen meer gaat om waardering krijgen van je gelijken en het afreageren van frustratie over hoe je zelf behandeld wordt door leidinggevenden, dan het beledigen van de zwakkere. Met natuurlijk de enkele uitzondering van een psychopatische of sociopatische persoonlijkheid, die beledigt om het beledigen en het gevoel dat hij of zij daarvan krijgt.
Gelijke behandeling
Waar het bij gelijke behandeling dus omgaat is dat je elkaar als gelijkwaardig ziet. Zodra je maar het idee hebt dat de ander minder of meer is, zal gelijke behandeling een zware taak worden. Gelijke behandeling van anderen wordt dan een verplichting, die bij iedere kans om niet te hoeven voldoen aan die verplichting aangegrepen zal worden. Waarbij internet de plek is waar het effect van elkaar als ongelijk zien zichtbaar wordt.
Erkennen voor gelijkwaardigheid
Maar om elkaar als gelijkwaardig te kunnen erkennen, moet je bereid zijn om het belang van de ander voor je eigen leven te erkennen. Mannen moeten dus erkennen dat ze zonder vrouwen veel minder zouden kunnen verdienen, omdat ze ook tijd aan het huishouden zouden moeten besteden. Terwijl vrouwen moeten erkennen dat ze zonder mannen veel meer vervelende werkzaamheden zouden hebben dan alleen voor het huishouden zorgen.
Overigens geldt die erkenning niet alleen voor het verschil tussen betaald werk en huishoudelijk werk. Ook het verschil tussen technische beroepen, zoals chirurg, VLSIC maker of programmeur en zorg beroepen als onderwijzer, verpleegkundige of secretaresse, zou opgeheven moeten worden, doordat beide beroepsgroepen het belang van de andere groep erkennen. Want hoeveel tijd zou een chirurg overhouden om te opereren als hij of zij daarnaast ook nog het werk van zijn secretaresse zou moeten doen. Het zou er op neerkomen dat een chirurg nog maar een kwart van het aantal operaties kan doen die hij of zij nu uitvoert, omdat de rest van de tijd gevuld is met afspraken maken en administratieve werkzaamheden. Terwijl de secretaresse geen werk zou hebben zonder de chirurg, want voor wie zou ze dan afspraken moeten maken en administratieve werkzaamheden verrichten?
Waar het bij gelijkwaardigheid op neer komt is dat alle partijen erkennen dat het werk van de ander net zo belangrijk is als het eigen werk. Wat betekent dat het niet belangrijk is wie het geld binnen brengt, maar dat iedereen samenwerkt om zo het best mogelijke werk te leveren voor het geld dat ervoor betaald wordt. Dus de manager is niet belangrijker dan de uitvoerder, omdat hij manager is en meer verdient. De uitvoerder en de manager zijn even belangrijk. Omdat de uitvoerder zonder manager verplicht zou zijn om management taken op zich te nemen. Terwijl de manager zonder uitvoerders verplicht zou zijn om uitvoerend werk te verrichten.
Mannen en vrouwen zijn gelijk
Als je dus stelt dat er twee partijen nodig zijn om iets tot een goed resultaat te brengen, zoals je zuurstof en waterstof nodig hebt om water te creëren, dan kun je nooit stellen dat één van de twee belangrijker is dan de andere. In een relatie waar twee partijen nodig zijn om tot een resultaat te komen, kan er alleen maar sprake zijn van gelijkheid. Zoals een klant zonder verkoper niets te kopen heeft en een verkoper zonder klant niets verkopen kan. Zoals een man zonder vrouw geen kinderen kan krijgen en een vrouw zonder man geen kinderen kan baren.
Gelijkwaardigheid en dus gelijkheid bestaat dus bij de gratie van het feit dat alle partijen in een relatie iets inbrengen. Waarbij de hoeveelheid die wordt ingebracht niet van belang is. Omdat net zoals bij leven gevend water, waarbij twee waterstof atomen en één zuurstof atoom nodig zijn, de kwaliteit van alle werkzaamheden van mensen bepaald wordt door de inbreng van alle partijen, niet alleen maar de inbreng van één partij. Waardoor maar één conclusie mogelijk is. Mannen en vrouwen zijn gelijk en gelijkwaardig.
Afbeeldingen
Mannelijk en vrouwelijk door hotblack
Grafieken door Art Norm
Zacht door EmmiP
Mannen en Marianne’s © Marie-Lan Nguyen / Wikimedia Commons / CC-BY 2.5
Bron
Femke Halsema op de Correspondent.