Damiaan

0
1656
blog placeholder

Pater Damiaan werd geboren als Jozef De Veuster op 3 januari 1840 in Tremelo.  Als jonge knaap ging hij op de boerderij van zijn vader werken, maar hij wilde eigenlijk priester worden.  Hij ging studeren aan het college en trad in bij de orde “Congregatie van de Heilige harten van jezus en Maria” in Leuven.
Daar koos hij de broedernaam “Damiaan”. Hij werd een broeder picpus op 7 oktober 1860.

Na zijn studies kreeg de jonge Damiaan toestemming om missionaris te worden op de Hawaiaanse eilanden.  Hij kwam aan in Honolulu in 1864 en werd er tot priester gewijd op 21 mei 1864.  Hij werkte in het district Puna, en werd hij een rondreizende missionaris.  In het Hawaï van die tijd werden melaatsen of lepralijders verbannen naar een kolonie op het eiland Molokaï.  Er werd voor deze mensen gezorgd voor eten en drinken, maar ze kregen geen medische hulp. Damiaan vroeg toestemming aan de bisschop Maigret om naar deze kolonie te gaan, omdat hij vond dat deze mensen recht hadden op een priester.

Hij kwam daar aan op 10 mei 1873 (op 10 mei wordt nog steeds zijn feestdag gevierd).  Het was een verwilderde gemeenschap afgescheiden van de rest van het eiland door een steile klif.
Hij begon onmiddellijk orde te scheppen in de chaos, bouwde een kerk en legde wegen aan.
De melaatsen in de kolonie waren blij met zijn komst.  Hij was niet alleen priester voor hen, maar ook timmerman, begrafenisondernemer en dokter.  Hij bouwde 2 dorpen en een school.  Er waren in die tijd zo’n 800 tot 1000 lepralijders.  Hij zorgde voor hygiënische en betere leefomstandigheden en de parochie werd een goedlopend christendom.

In november 1884 werd hij zelf leprapatient.  Omdat men toen dacht dat lepra een gevolg van syfilis was, dacht men dat hij een intieme relatie had met een vrouw.  Hij moest dan ook vaak vernederende medische onderzoeken ondergaan.  Samen met 4 anderen bleef hij zich inzetten voor de melaatsen tot 14 dagen voor zijn dood.  Hij stierf op 15 april 1889 en werd 49 jaar.  Hij werd op het eiland zelf begraven.

Hij werd door zijn zelfopoffering bekend over de hele wereld.  Vijf jaar na zijn dood kreeg hij in Leuven al een standbeeld.  Na aandringen van een pater schreef koning Leopold in februari 1935 een brief naar president Franklin Roosevelt om de stoffelijke overschotten van Damiaan te laten overbrengen naar belgië.
Dit zou gebeuren met het schip de Mercator.  De mercator kwam op de terugreis in een zware storm terecht.
De zeelieden gebruikten kussens en matrassen om te voorkomen dat de kist van Damiaan zou stukslaan tegen de muren.  In 1938 werd zijn zaligverklaring aanhangig gemaakt, maar het duurde nog tot in 1995 dat zijn zaligverklaring een feit was.  In 2009 werd hij dan heilig verklaard, een simpele pater die door zijn opoffering over de hele wereld bekend is.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here