Alice in Wonderland

0
2929
blog placeholder

Alice’s Adventures in Wonderland, meestal afgekort tot Alice in Wonderland, is een kinderboek uit 1865, dat nog steeds tot de verbeelding spreekt. Niet alleen kinderen vinden het prachtig, maar ook volwassenen zijn gefascineerd door de avonturen van Alice. En dat niet alleen voor de “fun”, het verhaal over Alice in Wonderland is ook onderwerp van studie voor filosofen, literatuur-critici en psycho-analisten. Allemaal vinden zij iets van hun gading in de vreemde gebeurtenissen en merkwaardige personages.

De schrijver en het ontstaan van het boek

Lewis Carroll is het pseudoniem van Charles Lutwidge Dodgson, die van 1832 tot 1898 leefde in het Victoriaanse Engeland. De basis voor het verhaal ontstond in 1862, tijdens een boottochtje dat Lewis Carrol maakte met Robinson Duckworth en drie zusjes Lorina, Alice en Edith Liddell. Op aandringen van Alice, die ten tijde van het boottochtje tien jaar oud was, begon Carroll het verhaal op te schrijven. Zo ontstond een eerste, ruwe versie die Alice’s Adventures Underground heette en de helft korter was als het uiteindelijk gepubliceerde boek. De reacties op het manuscript waren zo enthousiast, dat Carroll het verhaal verder uitbreidde. Ontevreden over zijn eigen illustraties, vroeg hij John Tenniel de illustraties voor het boek te maken, die toen al bekend was als illustrator. In 1865 werd Alice in Wonderland uitgebracht door de uitgever Alexander Macmillan. De reacties en de verkoop waren zo positief dat al snel herdrukken een vertalingen volgden, binnen twee jaar was was de auteur al betrokken bij Franse en Duitse vertalingen. Inmiddels zijn er talloze herdrukken van het boek en werd het in meer dan honderd talen vertaald, waaronder het Japans, het Esperanto en het Latijn.

Het verhaal

Alice in Wonderland begint met een gedicht, dat het ontstaan van het verhaal beschrijft. De zusjes Liddell, Prima, Secunda en Tertia, vragen hun begeleider tijdens een roeitochtje een verhaal te vertellen.

Vervolgens zit Alice met haar oudere zus aan de kant van een meertje en verveelt zich. Dan rent er een wit konijn langs, die op zijn horloge en tegen zichzelf zegt dat hij veel te laat komt. Uit nieuwsgierigheid volgt ze hem en ze valt in een onmetelijk diep konijnenhol. Eenmaal op de bodem blijkt dat ze zich in Wonderland bevindt, en dan beginnen de avonturen. Ze opent een deurtje en ziet een prachtige tuin, maar kan er niet heen omdat ze niet door het deurtje past. Er staat een flesje met de woorden “drink mij” en als ze eruit drinkt, wordt ze klein genoeg om door het deurtje te kunnen. De sleutel van het deurtje is echter op de tafel blijven liggen, waar ze nu niet meer bij kan omdat ze te klein is. Om dit probleem op te lossen eet Alice een cake met de tekst “eet mij”, waarop ze nog groter groeit dan ze oorspronkelijk was. Ze kan nu weliswaar het deurtje openen, maar is weer veel te groot is om er door te kunnen. Ze barst in huilen uit en wordt spontaan weer kleiner, zo klein dat ze bijna verdrinkt in haar eigen tranen. Ze ontmoet een aantal dieren, waaronder een Muis, een Eend en een Dodo en samen zwemmen ze naar de kant. Om het groepje te drogen draagt de Muis een droog verhaal voor, maar dat helpt niet echt. Dan stelt de Dodo voor om een race  te houden, die door iedereen wordt gewonnen. Daarna vertelt de Muis nog een kort gedichtje, dat is afgedrukt in de vorm van een slingerende muizenstaart. Alice wil ook haar steentje bijdragen en een verhaaltje vertellen, maar de dieren maken dat ze weg komen als ze horen over haar kat Dinah. Het Witte konijn verschijnt weer ten tonele, die denkt dat Alice zijn dienstmeisje is en haar naar zijn huis stuurt om wat spullen op te halen. Daar aangekomen drinkt ze weer uit een flesje en wordt zo groot dat ze vast zit in het huis. Pas na het eten van cake wordt ze kleiner, de functies van de vloeistof en de cake zijn ten opzichte van de eerste keer dus omgedraaid. Een ontmoeting met een waterpijp-rokende rups zorgt voor de nodige verwarring en hallucinerende taferelen. Na een verwarrend gesprek eet ze van de paddestoel waar hij op zit, waarna ze een hele lange nek krijgt. Een duif ziet Alice aan voor een slang die het op haar eieren heeft voorzien, maar uiteindelijk krijgt Alice haar normale vorm weer terug.

Alice vervolgt haar weg en komt aan bij het huis van de Hertogin, die een uitnodiging krijgt voor een spelletje croquet bij de Koningin. De Hertogin laat Alice op een baby passen, die in een varkentje verandert. Alice heeft een gesprek met de Cheshire Cat, een grijnzende kat die in het niets kan verdwijnen. Dit verwijst naar de Engelse uitdrukking “to grin like a Cheshire cat” en de geboortestreek van Lewis Carroll. De kat wijst haar de weg naar de Mad Hatter, de gekke hoedenmaker en de March Hare, de Maartse haas. Ook deze dieren verwijzen naar Engelse uitdrukkingen, “Mad as a hatter” en “Mad as a March hare”. In de tuin van van de Maartse haas is een tea-party aan de gang, waarop ook de Hoedenmaker en de Dormouse, de Zevenslaper, van de partij zijn. Zij leven in onmin met Time, waardoor het voortdurend zes uur ’s middags is, theetijd. De Zevenslaper vertelt een warrig verhaal over drie zusjes die in een kuil met stroop wonen en Alice vertrekt. Ze komt weer bij het toegangsdeurtje tot de prachtige tuin, verkrijgt zowaar in een keer het juiste formaat en kan er doorheen. In de tuin komt ze drie tuinmannen tegen in de vorm van speelkaarten. Ze zijn druk bezig om de rozen rood te verven, nadat ze per ongeluk witte rozen hebben geplant. De Hartenkoningin arriveert met de gasten, waaronder het Witte konijn. Alice kan voorkomen dat de tuinmannen in opdracht van de Koningin worden onthoofd en men gaat croquet spelen. Het is een vreemd partijtje met egels als ballen, flamingo’s als sticks en soldaatjes als poort. Na een herzien met de Cheshire cat en de Hertogin, brengt de Koningin Alice naar de Griffioen, die haar de Mock Turtle laat zien. Dit wezen is half schildpad en half kalf, verwijzend naar “mock turtle soup” een imitatie schildpadsoep van kalfsvlees. De Griffioen en de Namaak-schildpad doen een dansje, vragen Alice naar haar avonturen, maar horen plotseling dat er een rechtszaak gaat beginnen. Alice en de Griffioen haasten zich naar de rechtszaal, waar de Hartenboer ervan wordt beschuldigd de taarten van de Koningin te hebben gestolen. De Koning is rechter en de Mad Hatter en de kokkin van de Hertogin zijn getuigen. Ook Alice wordt opgeroepen. Terwijl ze bezig is om langzaam groter te worden, verklaart ze niets van de zaak af te weten en protesteert tegen de rechtsgang. Hierop keren alle kaarten zich tegen haar, maar Alice wordt wakker naast haar zus en realiseert zich dat het een droom was.

De betekenis van Alice in Wonderland

Direct na het verschijnen was Alice in Wonderland al een groot succes, met beroemde lezers als Oscar Wilde en koningin Victoria. Na al die jaren is het nog steeds een bijzonder grappig en fantasierijk kinderboek. Het verhaal bood daarnaast een inspiratiebron voor talrijke films, van “stomme films” via de Disney tekenfilm uit 1951 tot en met de op stapel staande versie van regisseur Tim Burton die in 2010 moet uitkomen. Veel van de verfilmingen bevatten overigens ook elementen uit “Through the Looking-Glass, and What Alice Found There”. Dit is het vervolg op Alice in Wonderland, met onder andere de personages Tweedledum, Tweedledee en Humpty Dumpty. Later werden ook in boekvorm de beide verhalen gecombineerd, weliswaar als aparte verhalen, maar in een band. Er zijn talloze theatervoorstellingen opgevoerd van Alice in Wonderland en Tom Waits maakte er een hele CD van, genaamd “Alice”. De term Wonderland is in de taal opgenomen als benaming voor een prachtige, denkbeeldige plek die veel met dromen te maken heeft. Ook de term “Down the Rabbit-Hole”, die aangeeft dat iemand zich in een onbekend avontuur stort, is ingeburgerd.

Alice in Wonderland biedt daarnaast een kijkje in het gedachtengoed van de welsprekende Victoriaanse cultuur en het boek is onuitputtelijk geanalyseerd. Voor een kinderboek komt er relatief weinig actie in voor. Veel belangrijker zijn de dialogen, taal, beleefdheid, identiteit en het verschil tussen “zin” en “onzin”, een centraal thema in het boek. Een groot gedeelte van de dialogen bestaat uit tamelijk verwarrende gesprekken. Ze zijn doorspekt met woordspelingen en grappige parodieën op de moralistische kinderboeken uit die tijd, gecombineerd met verwijzingen naar andere literatuur en kunst. Ondanks de talrijke onverklaarbare dingen, is het bovennatuurlijke nadrukkelijk afwezig, het zijn allemaal gewone dieren en dagelijkse voorwerpen in een andere rol dan gebruikelijk. Om deze reden is er wel eens opgeworpen dat Lewis Caroll onder invloed stond van drugs toen hij het verhaal schreef. Ook is er wel geopperd dat de talloze hallucinerende effecten in het boek geïnspireerd waren op zijn aanvallen van migraine, waarin hij de dingen veel groter of juist kleiner waarnam. Hoe dan ook, Alice in Wonderland blijft een wonderlijk en inspirerend verhaal voor jong en oud, dat al vele generaties heeft kunnen boeien en dat vermoedelijk ook nog vele generaties zal blijven doen.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here