Het snoeien van bomen en struiken is een klus die in de wintermaanden gedaan kan worden. Bomen waarbij de sapstroom al op gang is gekomen mogen niet worden gesnoeid. In de winter is de structuur van de takken en de vorm van de boom goed zichtbaar en het snoeien levert minder afval op.
Het snoeien
Begin in januari en februari al met het snoeien van bomen en struiken. Omdat er verder nog niets groeit, blijft er tijd over voor snoeiwerkzaamheden. In de winter zit er nog geen blad aan de bomen waardoor de structuur van de takken en de vorm beter zichtbaar is. Bovendien blijft er na het snoeien minder afval over. Bomen waarbij de sapstroom al op gang is gekomen mogen niet meer worden gesnoeid omdat ze anders doodbloeden. Dit zijn de zogenaamde ABC- bomen waaronder de Acer, (esdoorn)Betula, (berk) en Carpinus (haagbeuk) vallen. Deze bomen mogen worden gesnoeid als ze in het blad staan omdat dan de druk van de sapstroom door verdamping van het blad sterk verminderd is.
Siergrassen
Siergrassen geven structuur aan de tuin tijdens de wintermaanden maar vanaf eind februari knipt u met een heggenschaar de pollen net boven de grond af. Een uitzondering hierop is bijv. Vedergras, dit is een vroege bloeier die in april al knoppen maakt. Verwijder hier alleen het dorre blad.
Clematis
Snoei een clematis zodra er nieuwe scheuten uit de grond komen. Knip de oude takken tot op de grond af met uitzondering van de vroegbloeiende soorten, deze mogen niet worden gesnoeid.
Blauwe regen (wisteria)
Knip blauwe regen tot op drie takken terug. Leid de hoofdtakken langs de pergola en knip de zijtakken af. Laat vijf tot zeven knoppen zitten omdat de plant gaat bloeien op de uitlopers van deze takken. De jonge scheuten snoeit u in de zomer terug tot 30 cm.
Fruitbomen
Snoei fruitbomen in de periode van begin januari tot eind maart om lucht in de kroon van de boom te krijgen. Snoei alleen de pitvruchtbomen. (appel/perenbomen) Eerder snoeien vergroot de kans op ziektes zoals vruchtboomkanker. Deze schimmelziekte verspreidt zich vooral in november en december bij vochtig weer en tast de stam en takken van de boom aan. Snoei alleen bij droog weer en niet bij strenge vorst.
Knip oude takken en takken die weinig vrucht geven af op ongeveer 10 cm van de stam. Knip bij een tak die zich in tweeën heeft gesplitst er één af. Haal ook de naar beneden of naar binnen groeiende takken weg.
Vaste planten
Snoei de vaste planten terug tot op de grond met uitzondering van vroegbloeiende planten zoals de helleborus of heesters zoals forsythia en ribes. Haal bij de Helleborus alleen het lelijke blad weg. De heesters snoeit u na de bloei omdat ze knoppen op het jonge hout maken.
Wilgen knotten
Wilgen knotten is een klus die om de 3 a 4 jaar gedaan moet worden. Dunne takken verwijdert u met een snoeischaar. Voor takken tot 30 cm is een Jiri zaag een handig stuk gereedschap. Met deze zaag kunt u gemakkelijk werken bij dicht op elkaar groeiende takken. Voor dikke takken gebruikt u een beugelzaag. Zaag bij dikke takken (vanaf 5 cm doorsnee) eerst een valkerf aan de kant waar de tak gaat vallen. Dit voorkomt het scheuren van de tak.
Veilig snoeien
Gebruik
goed en scherp gereedschap
Draag
handschoenen bij het zagen
Draag
prettige en veilige kleding
Neem op
tijd rust