Een verandering in de conditie van het paard of in het vertoonde gedrag kan erop wijzen dat het paard niet goed in orde is.
Het gezonde paard
Door te weten hoe een gezond paard eruit ziet en zich gedraagt, zal het meteen opvallen als het dier er anders uit gaat zien of zich anders gaat gedragen.
Kenmerken van het gezonde paard zijn:
Het paard is opgewekt en oplettend, de huid is glanzend en glad en ligt los op het lijf, het oog traant niet en is levendig, het neusslijmvlies is lichtrood en vochtig, de ademhaling is rustig, langzaam en regelmatig zonder een sterke beweging van de neusgaten of het slaan van de flanken. Het dier staat op vier benen of laat één been rusten. Het eet en drinkt op zijn normale manier.
De mest is geelachtig bruin, vrij los en niet draderig of slijmerig, de urine lichtgeel en iets troebel. De lichaamstemperatuur is tussen de 37 en 38 graden en de hartslag is 32-40 slagen per minuut.
De symptomen van het zieke paard kunnen zijn:
– Niet op willen staan
– Bijna niet bewegen (apathisch)
– Hetzelfde been regelmatig ontlasten
– Ongecoördineerde bewegingen en een waggelende gang
– Verschijnselen van koliek
– Temperatuursverhoging
– Erg zweten (meestal bij hoge koorts)
– Erge dorst en minder eetlust
– Snelle pols en ademhaling
– Vermageren na langere tijd
– Verminderde elasticiteit van de huid
De meest voorkomende ziekten:
Dampigheid – Dit is een ontsteking van de fijnste vertakkingen van de luchtpijp, daar waar ze uitmonden in de longblaasjes. (bronchitis) Het kan ontstaan door inademing van prikkelende stoffen en door kouvatten.
Influenza – De oorzaak is een virus. De verschijnselen zijn: koorts, scherpe droge hoest, etterige vloeistof uit de neus, versnelde hartslag en ademhaling. Het paard is moe, lusteloos en heeft weinig eetlust. Het paard heeft rust nodig en een frisse omgeving.
Worminfecties – Vooral spoelwormen en draadwormen kunnen schade veroorzaken zoals bloedarmoede, koliek, darmontsteking en vermagering. Het komt vooral voor bij jonge dieren voor. Door regelmatig een wormkuur te geven en de stal en wei te ontmesten kan de schade worden beperkt.
Hoesten – Het is een gevolg van een geprikkeld slijmvlies van de onderste luchtwegen en ontstaat meestal door een besmettelijke ontsteking. Rust helpt hierbij.
Goedaardige droes – Deze ziekte begint met een keelaandoening en koorts, sufheid, verminderde eetlust, versnelde ademhaling en neusuitvloeiing. Er zijn verschillende vormen en verloop van ziekte, welke wordt veroorzaakt door een bacterie. Er kan een tijdelijke of blijvende verlamming aan één of beide stembanden ontstaan.
Maandagziekte – Dit ontstaat door op een rustdag het paard te zware voeding te geven. Het is makkelijk te voorkomen door het dier lichte voeding te geven en als het mogelijk is beweging. Verschijnselen worden zichtbaar als het dier weer begint met het werk. Het dier is loom, maakt korte passen, zweet sterk, laat het hoofd hangen en zet de achterbenen wijd uit elkaar. Meteen rust geven is de oplossing.
Longontsteking – Is meestal een gevolg van verslikking, stoffen komen daardoor in de longen. Verschijnselen zijn koorts die aanhoudt, hoesten, sloomheid en een gebrek aan eetlust. Een longontsteking kan dodelijk zijn.
Tetanus – Dit is een acute wondinfectie die wordt veroorzaakt door de tetanusbacil. Het kan ontstaan bij steekwonden, nageltred, vernageling, kroonrandbetrappingen of bij castratiewonden. In open wonden komen de bacillen tot ontwikkeling. De stof die ze afscheiden is giftig en kan krampen en verstijving veroorzaken. In lichte gevallen een iets stijve gang. De staart wordt vaak afgestoken gehouden en de oren zijn stijf. Als het ernstig is kan het paard de mond niet meer open doen, dan kan hij niet meer eten en op den duur ook niet meer opstaan. Alleen in lichte gevallen is er genezing mogelijk.
Overgevoeligheid – Paarden kunnen allergisch zijn voor bepaalde stoffen. Bij pasgeboren veulens komt bijv. geelzucht voor. Verder kan het zomereczeem zijn (staart en manenjeuk) of mok (eczeem) en dan zijn er nog de schimmelinfecties. Huidaandoeningen kunnen ook ontstaan door parasieten bijv. schurftmijten en luizen.
Koliek – Is een verzamelnaam voor buikpijn. Het kan veroorzaakt worden door voedselopeenhoping of opeenhoping van gassen in de darmen, door te veel wormen, te veel in één keer eten, koud water als het paard bezweet is en door beschimmeld of rottend voer. De verschijnselen kunnen afhankelijk van de ernst verschillend zijn. Verschijnselen kunnen zijn: Slaan met een achterbeen, sterk zweten, zich laten vallen, schrapen met de voorhoeven, liggen en weer opstaan, rollen, op de rug blijven liggen, urineren en proberen de mest kwijt te raken. Een paard is wat voeding betreft heel gevoelig en daarom mogen veranderingen in het menu nooit in één keer worden doorgevoerd. Dat geldt ook voor het overgaan van stalvoedering op grazen.