Placebo is een Latijns woord dat betekent “ik zal behagen”. Het woord placebo-effect, of kortweg “placebo” wordt gebruikt voor geneesmiddelen, die geen werkzame bestanddelen bevatten. Het placebo-effect is het positieve effect van zo´n medicijn, dat optreedt omdat de patiënt verwacht dat het middel een heilzame werking heeft. Anders gezien is placebo een positieve invloed op het zelf-genezende vermogen van de patiënt, door de verwachting dat het geneesmiddel of de behandeling. Daarbij speelt het vertrouwen in de arts een grote rol. Het placebo-effect treedt niet alleen op bij medicijnen die geen werkzame bestanddelen bevatten, maar ook bij medicijnen die wél werkzame stoffen bevatten. Zij worden door het placebo effect extra effectief.
De geschiedenis van het placebo-effect
Het placebo-effect is al heel lang bekend. Al in de tweede eeuw van onze jaartelling schreef de Griekse arts Galenus “Artsen die het meeste vertrouwen genieten, genezen het beste”. Het woord placebo komt uit de Latijnse katholieke bijbel. In psalm 116 staat “Placebo domino in regione vivorum”. Dit betekent “Ik zal de Heer behagen in het land van de levenden”. Het bidden voor de doden begon met deze psalm, die in de Middeleeuwen werd gezongen bij begrafenissen. Behalve de familie, werden er monniken of anderen ingehuurd om mee te zingen en deze meezingers werden de ”placebo’s” genoemd. De rouwende familie moest daarvoor betalen, een gebruik dat de Engelse schrijver Geoffrey Chaucer aan de kaak stelde. Daarnaast gebruikte hij het woord placebo rond 1340 voor het eerst als een afzonderlijk woord in de betekenis van “namaak”. Placebo is een figuur in zijn verhaal “The Merchant’s Tale” uit The Canterbury Tales. Het was een slechte raadgever, waarmee het woord placebo een negatieve lading kreeg. Maar pas in de vorige eeuw is de term geïntroduceerd in de medische wetenschap. De anesthesist Henry Beecher deed uitgebreid onderzoek naar het therapeutische effect van placebo´s en publiceerde de resultaten in 1955 in het artikel “The Powerful Placebo”, dat zeer invloedrijk werd in de medische wereld. In de jaren erna werden dan ook veel placebo´s voorgeschreven voor allerlei kwalen waar de artsen geen raad mee wisten. Sinds de jaren tachtig van de twintigste eeuw wordt dit echter als bedrog gezien en is deze praktijk aan banden gelegd door de verplichting om de bestanddelen van geneesmiddelen exact te vermelden. In principe is de enige gelegenheid waar mensen nu nog bewust worden behandeld met geneesmiddelen zonder actieve bestanddelen in het vergelijkend wetenschappelijk onderzoek. Deze onderzoeken hebben tot doel om vast te stellen in welke mate het effect van een nieuw middel is toe te schrijven aan het placebo-effect. Uit deze onderzoeken blijkt dat alle medicijnen, werkzame of onwerkzame, een placebo-effect hebben van rond de 25 tot 30 procent. Geneesmiddelen worden alleen als werkzaam geregistreerd als ze duidelijk beter werken dan het placebo. Met name bij anti-depressiva blijkt dat soms geen eenvoudige opgave.
Hoe werkt het placebo-effect?
Door steeds betere methoden voor hersen-onderzoek is duidelijk geworden dat placebo´s echt werken, soms zelfs beter dan medicijnen met werkzame stoffen. Veel oudere medicijnen, waarvan inmiddels bekend is dat ze nauwelijks effect hebben, werkten hoofdzakelijk dankzij het placebo-effect. In de hersenen worden verwachtingspatronen gecreëerd, die uitgaan van een gunstig effect. Vooral bij anti-depressiva is het placebo-effect vaak groter dan de werkzame stoffen van het medicijn. Onderzoekers van de de Universiteit van Californië konden met behulp van QEEG het placebo-effect zichtbaar maken. QEEG registreert de doorbloeding van bepaalde hersen-gebieden, waarvan men denkt dat ze minder actief zijn ingeval van een depressie. Men vergeleek de behandeling van een groep van 52 depressieve patiënten. De ene helft van de groep kreeg een actief anti-depressivum en de helft kreeg een placebo. In negen weken werden er bij alle patënten vijf keer een QEEG gemaakt. Bij allebei de groepen namen de depressie-scores evenveel af. Het meest opvallende was, dat de met placebo behandelde patiënten vooral een versterkte doorbloeding gaven te zien in de prefrontale schors. Bij de met het werkzame anti-depressivum behandelde groep zagen de onderzoekers juist een verminderde doorbloeding.
In het algemeen is het zo dat het placebo-effect het sterkste werkt naarmate er meer placebo-opwekkende elementen in het spel zijn, zoals een positieve houding, een hoopvolle verwachting, aandacht en een duidelijke positieve diagnose. Omdat stress een beperkend effect op het immuun-systeem heeft, zijn geruststellende woorden tijdens de diagnose en de behandeling belangrijk in het placebo-effect en in het genezingsproces. Ook bleek in een onderzoek dat de betrouwbaarheid van de arts erg bepalend is, bij een arts die bewust liegt zal de placebo minder effectief zijn. Hoe meer verwachting in goede resultaten de behandelaar uitstraalt, hoe sterker het effect. Daarnaast werkt placebo niet bij iedere patiënt even sterk. Mensen met een open geest, die open staan voor suggestie hebben er de meeste baat bij. Tenslotte is de effectiviteit van de placebo ook afhankelijk van de specifieke klachten. Naarmate de klachten psychischer van aard zijn, is het placebo-effect groter. Naarmate de klachten fysieker of genetischer zijn, is het effect van de placebo minder groot, maar zeer zeker niet afwezig. Zelfs de prijs van de medicijnen hebben invloed op het optreden van het effect, dure placebo-medicijnen blijken beter te werken dan goedkope. Ook nieuwe medicijnen werken beter dan oude, los van of de bestanddelen al dan niet effectiever zijn, maar in ieder geval door de verwachting. Het placebo-effect beperkt zich wat dat betreft niet alleen tot individuele patiënten. Uit onderzoek is gebleken dat het placebo-effect van medicijnen iedere tien jaar met ongeveer zeven procent stijgt door de verwachting dat de medicijnen steeds beter worden. Daarnaast beperkt het positieve placebo-effect zich niet alleen tot de geneeskunde en therapie. Ook in de economie doet zich een soortgelijk effect voor, dat het Hawthorne effect wordt genoemd. Geloof, hoop en optimisme speelt een grote rol in een verbetering van de economie.
Omgekeerd is er ook sprake van het zogenaamde “nocebo-effect”. Niet alleen is zo´n medicijn minder effectief, maar ook treden bijwerkingen daadwerkelijk op, naarmate er men er meer voor wordt gewaarschuwd.
Hoe echt is placebo?
Het placebo-effect wordt vaak in verband gebracht met alternatieve therapie-vormen in de betekenis van bedrog of andere nep. Het placebo-effect echter een reëel effect, dat ook daadwerkelijk en blijvend genezend werkt. Daarbij treedt het op bij alle vormen van geneeskunde of therapie, zowel bij de reguliere, als bij de alternatieve. Een bekend voorbeeld van placebo-gebruik in de reguliere geneeskunst is het voorschrijven van antibiotica ingeval van een virus-infectie zoals griep. Antibiotica bevatten geen enkele werkzame stof tegen virussen, maar de patiënt kan sneller genezen door middel van het placebo-effect. Uit Canadese onderzoeken met Parkinson-patiënten bleek dat injecties met een zoutoplossing de productie van dopaminen verhoogt. Deze hormonen verminderen de symptomen van Parkinson, toch een verre van vage ziekte. Er worden zelfs placebo-operaties uitgevoerd. In de Verenigde Staten worden mensen met knie-artrose geopereerd, zonder dat er iets aan het gewricht werd gedaan, en uiteraard zonder meer schade aan het gewricht te veroorzaken. Puur door het geloof van de patiënt in de operatie herstelden ze gedeeltelijk en sommigen zelfs helemaal. De placebo-operaties geven, ook op lange termijn, hetzelfde of zelfs een beter resultaat had dan de standaardoperatie. Om deze reden worden ze ook nog steeds uitgevoerd, want de patiënten hebben er baat bij. De negatieve associatie van het placebo-effect is een merkwaardige erfenis uit eerder gebruik van het woord. En irreëel, want het placebo-effect is een versterker van het geneesmiddel of de behandeling en komt het genezingsproces alleen maar ten goede. En dat is toch het doel van de geneeskunde.