Artikel harddrugs/softdrugs

 

Drugs in Holland

Hoeveel weet u over drugs? Kunnen alle drugs kwaad, of slechts een paar? Welke middelen zijn verdovend, stimulerend of bedoeld voor de trip? Welke drugs hebben volgens u een direct verslavend effecten welke niet? Welke stadia kent drugsgebruik? Lees verder, test uzelf en ontdek wat u nog niet wist over drugs.

___________________________________________________________________________

 

Inhoud:

Gerelateerd artikel
Verdovende, stimulerende en tripmiddelen (test)
Stadia van gebruik
Risicofactoren verslaving
Antwoorden test

 

Gerelateerd artikel:

Hoeveel kennis heeft u van drugs? Test uzelf ook in dit artikel: https://www.artikeltjes.com/artikeltjes/1387/1/Doe-de-drugsquizz/Page1.html

 

Tip: doe eerst de drugstest om uzelf te testen op de hoeveelheid kennis die u op dit moment heeft van drugs.

 

Verdovende, stimulerende en tripmiddelen:

Weet u welke middelen verdovend, stimulerend of bedoeld zijn voor de trip?

 

Deel deze verslavende middelen dan maar eens in:

Morfine, opium, LSD, methadon, heroïne, GHB, alcohol, khat, cocaïne, crack, tabak, speed (Crystal Meth), morfine, base cocaïne,  khat, XTC, cannabis, paddo’s, lachgas, cafeïne.

 

Verdovende middelen            Stimulerende middelen            Tripmiddelen

– ……………………                – ……………………                – ……………………

– ……………………                – ……………………                – ……………………

– ……………………                – ……………………                – ……………………

 

Heeft u uzelf getest? Bekijk dan onderaan de pagina het schema en kijk hoeveel u er goed heeft.

 

Stadia van gebruik:

Niet alle drugs is direct verslavend. Sommige drugs daarentegen wel: de lichamelijke en/of geestelijke invloed is dan van zodanig effect, dat het gebruik van één keer het al moeilijk maakt hiermee te stoppen. Er is dan al sprake van verslaving. In ieder geval kennen alle middelen de stadia van gebruik.

 

 

 

Verslaafd worden kent verschillende stadia van gebruik:

1. Kennismaking               – nieuwsgierigheid, geen ‘nee’ durven te zeggen

2. Experimenteren             – ontdekken, erbij horen, grenzen verkennen, afzetten

3. Sociaal gebruik             – gezelligheid, cultuur, genot

4. Gewoontegebruik         – gewoonte (het hoort erbij)

5. Problematiek gebruik    – problemen ontvluchten, ontwenningsverschijnselen

6. Verslaving                     – volledig in de ban van verslaving

 

De cijfers zijn schokkend. In totaal telt Nederland zo’n 1,1 miljoen problematisch gebruikers en daarvan 450.000 personen die lijden onder hun verslaving.

 

Risicofactoren verslaving:

Verslaving kent een aantal risicofactoren die van mens tot mens verschillen. In principe kan ieder mens door verschillende omstandigheden verslaafd raken aan drugs. Dit komt omdat men spreekt van risicoverhogende factoren voor het verslaafd raken aan stoffen.

 

De meest besproken risicoverhogende factoren zijn:

– individuele kwestbaarheid/aanleg

– karaktereigenschappen en psychische factoren

– sociale factoren

– set, setting ,motivatie

– eigenschappen van de stof

– beschikbaarheid van de middelen

– stress

 

Antwoorden test

Verdovende middelen:

Stimulerende middelen:

Tripmiddelen:

 

 

 

Morfine

Lachgas

Opium

Methadon

Heroine

GHB

Alcohol

 

Khat

Cocaine

Crack

Tabak

Speed (Crystal Meth)

Tabak

Cafeine

Base cocaine

XTC (ook trip)

 

LSD

XTC (ook stimulerend)

Cannabis

Paddo’s

 

 

Uitslag:

0 – 11 goed                 weinig kennis van verslavende middelen

12 – 14 goed               matige kennis van verslavende middelen

15 – 16 goed               voldoende kennis van verslavende middelen

17 – 19 goed               goede kennis van verslavende middelen

20 goed                      specialist!

 

 

Zie voor een algemene drugstest ook dit artikel over drugs: https://www.artikeltjes.com/artikeltjes/1387/1/Doe-de-drugsquizz/Page1.html

 

 

Jef de Bruijn

Juni 2010