Het pedagogisch klimaat in het basisonderwijs

0
3578
blog placeholder

Velen en met name docenten die zijn betrokken in het basisonderwijs zullen het begrip pedagogisch klimaat dikwijls tegen komen en/of mee bezig zijn. Er bestaan veel verschillende definities voor het begrip pedagogisch klimaat. Er bestaat dan ook vaak verwarring wat pedagogisch klimaat in een klas of school nu betekend. In dit artikel zal er duidelijkheid worden geschept over de betekenis van het begrip.

Om verwarring te voorkomen is het van belang dat het onderscheid tussen het pedagogisch klimaat in een klas, en het schoolklimaat duidelijk is. Het onderscheid tussen het pedagogisch klimaat in de klas en het schoolklimaat heeft betrekking op het intentionele handelen op school, ten aanzien van pedagogische doelen en middelen. Wanneer het gaat om het pedagogisch klimaat in een klas richt men zich op het sociaal-emotionele klimaat waarin het onderwijs plaatsvindt. Het gaat er hier bijvoorbeeld om of een kind zich geaccepteerd voelt door andere kinderen. Schoolklimaat is een breder begrip en heeft betrekking op de relatie tussen medewerkers onderling, veiligheid op school, verwachtingen van prestaties van de leerlingen, doelstellingen van de school enzovoort (Brandsma & Bos, 1994).

Definitie pedagogisch klimaat

Eén van de meest duidelijke definities van pedagogisch klimaat in het onderwijs is afkomstig van Alkema et al. (2006):

Onder pedagogisch klimaat verstaan we het totaal aan bewust gecreëerde en aanwezige omgevingsfactoren die inspelen op het welbevinden van het kind waardoor het zich in meer of mindere mate kan ontwikkelen (p. 347).

Ten eerste blijkt uit deze definitie dat het pedagogisch klimaat bepaald wordt door omgevingsfactoren. De bewuste omgevingsfactoren wijzen op het intentioneel handelen ten aanzien van pedagogische doelen en middelen. Ten tweede is uit deze definitie af te leiden dat de omgevingsfactoren van invloed zijn op het welbevinden van het kind. Het welbevinden kan in de context van het pedagogisch klimaat geïnterpreteerd worden als de gemoedstoestand waarin het kind zich bevindt. Ten derde wijst deze definitie er op dat het pedagogisch klimaat, gecreëerd door omgevingsfactoren, invloed kan hebben op de ontwikkeling van het kind. Hieruit kan opgemaakt worden dat het welbevinden van het kind van invloed is op de wijze waarop hij zich verder zal ontwikkelen.

Een tweede beschrijving van het pedagogisch klimaat in het onderwijs komt van Rudolf Moos (1979). Deze beschrijving richt zich op de omgevingsfactoren die van invloed zijn op het sociale klimaat van een school of klas, zoals Alkema et al. (2006) deze beschreef. Dit sociale klimaat heeft betrekking op de gehele school. De benadering van Moos van het sociaal klimaat wordt in deze theoretische analyse betrokken, omdat het aangeeft dat het gaat om een samenspel van componenten die uiteindelijk van invloed zijn op het pedagogisch klimaat in een klas. Het is van belang dat men zich bewust is van dit samenspel van componenten om het pedagogisch klimaat te kunnen analyseren. In het boek ‘Evaluating Educational Environments’ (1979) beschrijft Moos de invloed van de omgeving op het gedrag van leerlingen en leerling-attitudes. De omgeving bevat vier variabelen die van belang zijn bij het beschrijven van een leeromgeving:

  • fysieke omgeving;
  • organisatorische factoren;
  • persoonlijke kenmerken;
  • sociaal klimaat.

Het sociaal klimaat kan in drie dimensies worden opgedeeld, namelijk:

  • onderlinge relaties tussen actoren;
  • persoonlijke ontwikkeling;
  • systeemkenmerken.

(Moos, 1979, p. 65)

Het sociaal klimaat wordt gecreëerd door een complex samenspel van deze dimensies. De eerste dimensie ‘relaties’ heeft betrekking op de omgang tussen personen en de mate waarin zij betrokken zijn bij een organisatie. Enkele kernbegrippen hierbij zijn: betrokkenheid en ondersteuning. Het gaat hier om de identificatie en intensiteit van persoonlijke relaties, de mate van betrokkenheid, samenwerking en ondersteuning. Deze begrippen duiden op een sterk sociaal-emotioneel karakter van de dimensie ‘relaties’. De dimensie ‘persoonlijke ontwikkeling’ doelt op de basisdoelen van de organisatie die betrekking hebben op de leerkrachten en leerlingen. De laatste dimensie ‘systeemkenmerken’ heeft betrekking op de mate waarin de omgeving duidelijk en ordelijk is voor anderen. Deze benadering van componenten die een rol spelen in de vorming van het sociale klimaat leert ons dat het gaat om meerdere factoren die met elkaar in verbinding staan en worden gekenmerkt door het sociaal- emotionele karakter. Dit sociaal-emotioneel karakter van het pedagogisch klimaat wijst naar de persoonlijke emotionele beleving van mensen. Het pedagogisch klimaat is door zijn sociaal- emotionele karakter niet gemakkelijk vast te leggen, zoals dat wel het geval is bij cognitieve prestaties.

Een andere definitie afkomstig van De Vries (in Rombouts & Kock, 2000) verwijst naar de betekenis van het pedagogisch klimaat voor de identiteit van de school en de subjectieve en persoonlijke beleving die hieraan gekoppeld is. Hij beschrijft dat het pedagogisch klimaat van de school te maken heeft met de identiteit van de school. De identiteit heeft weer te maken met de reputatie van de school. De Vries bedoelt hier met de binnenkant van de identiteit het pedagogisch klimaat. De buitenkant van de identiteit staat voor het beeld dat de school projecteert op de omgeving. Hieruit is af te leiden dat het pedagogisch klimaat beleefd wordt door personen. Dit betekent dat het begrip pedagogisch klimaat zich bevindt binnen het sociale klimaat. Het pedagogisch klimaat wordt gezien als de binnenkant van de identiteit van een school. Identiteit verwijst hier naar de waarden en normen die het gezicht bepalen van de school.

Hier kan men uit opmaken dat het klimaat niet iets is wat je vanaf de buitenkant kunt waarnemen. Het klimaat kun je beleven wanneer men zich letterlijk aan de binnenkant van de school bevindt. Vanaf de buitenkant is het pedagogisch klimaat niet waar te nemen.

Conclusie

Terugkijkend naar de vraag wat het begrip pedagogisch klimaat in het basisonderwijs betekent, kan het volgende worden geconcludeerd. Alle definities wijzen op een causaal verband tussen het pedagogisch klimaat van een klas, de gedragingen en de houding van actoren in deze situatie. Dit causale verband betekent dat de inhoud van het pedagogisch klimaat in de klas bepalend is voor de gedragingen van de leerlingen in de klas. Deze gedragingen komen voort uit het welbevinden van de leerlingen. Dit betekent dat het pedagogisch klimaat invloed heeft op het welbevinden van leerlingen, de gemoedstoestand waar zij zich over het algemeen in bevinden. Deze gedragingen staan in verband met het pedagogisch klimaat en kunnen dit in stand houden. Vervolgens kan dit pedagogisch klimaat van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here